23 maart 2010

De buurman, angst en waarden in het leven

Hij is buurman en agent. En hij zit vast, verdacht van doodslag op zijn buurmeisje van twaalf.

Vrijdag werd een stille tocht gehouden voor Milly Boele, morgen is er een op internet te volgen herdenkingsdienst in Dordrecht, waarna ze in besloten kring wordt begraven. Het maakt mensen bang. De moord op het twaalfjarige meisje roept angst op, bij buurtbewoners, bij ouders in het algemeen. In het persbericht voor een tv-programma hierover stond dat mensen boos zijn, dat er angst regeert in Nederland. Dat de verdachte een agent is voedt het gevoel van onveiligheid nog meer. Wie kun je nog vertrouwen?

Ook een schoolreisje is niet altijd veilig. Een Engels tienermeisje werd tijdens een uitwisseling met een school in Frankrijk vermoord. In reactie daarop werden de veiligheidsmaatregelen rond alle schoolreisjes aangescherpt. Het verhaal komt uit het boek ‘Paranoid parenting’ van Frank Furedi, opvoeden vanuit achterdocht. Het boek werd in het Nederlands vertaald met als titel ‘Bange ouders’.

Mogelijk gaven de genomen maatregelen ouders een goed gevoel. Maar een moordenaar die een slaapzaal wil binnendringen, kan dit in Frankrijk net zo gemakkelijk doen als in Engeland, stelt Furedi. Gelukkig gebeurt een dergelijke ramp uiterst zelden. ‘Een vijftienjarig meisje is waarschijnlijk heel wat veiliger in een slaapzaal tijdens een schoolreisje dan op de snelweg bij haar achttienjarige vriend in de auto.’

De ondertitel van het boek geeft in een notendop de visie van Furedi weer: doe je angsten weg, wees een goede ouder. Frank Furedi is hoogleraar sociologie aan de universiteit van Kent. Hij heeft zich vooral bezig gehouden met angst, ouderschap en maatschappij. Naar zijn mening is er een angstcultuur ontstaan. Als voorbeeld noemt hij dan de risico’s die ouders voor hun kinderen zien op weg naar school. In 1971 mochten acht van de tien kinderen van acht jaar oud alleen naar school, nu minder dan een op de tien, schrijft Furedi.

Onveiligheid zoals gemeten in statistieken is niet toegenomen. Blijkbaar wel het gevoel van onveiligheid. Mensen willen graag controle, maar je kunt moeilijk alle buurmannen en politieagenten in de gaten gaan houden. Zorg voor je kinderen en hun veiligheid is voor ouders vanzelfsprekend, maar je kunt je kind niet tegen alles beschermen. Hoe gaan mensen om met risico’s?

Bijvoorbeeld: hoe schat je in wat het gevaar is van pesticiden in de voedselketen, kun je rood vlees wel veilig eten, wat zijn de stralingseffecten bij het bellen met een mobiele telefoon? Dan Kahan, bijzonder hoogleraar aan de Yale Law School, stelt dat er drie theorieën zijn. Het eerste model stelt dat mensen rationeel risico’s afwegen tegen elkaar. Ze proberen goed in te schatten welk gevaar er dreigt, mee op basis van eerdere ervaringen. In dit model worden mensen gezien als rationele beslissers.

In de praktijk lijken mensen helemaal niet zo handig in het goed inschatten van wat een reëel risico is. In het voorbeeld van het meisje in Engeland wordt door veel ouders het risico op een dodelijk ongeval in het verkeer te laag ingeschat. Mogelijk vanwege het idee daar controle over te hebben, terwijl dat maar zeer beperkt is. Deze kritiek leidde tot het tweede model waarin gezegd werd dat mensen matige of slechte risico-inschatters zijn. Emoties van het moment vertroebelen hun blik op wat werkelijk gevaarlijk is het leven.

Kahan noemt vervolgens nog een derde model, waarin ook gevoelens een belangrijke rol vervullen, maar nu meer constructief. Emoties worden in dit model gezien als waardeoordelen ten aanzien van een gebeurtenis. Angst bij ouders na de moord is niet een emotie die een rationele inschatting vertroebeld, maar een emotie die aandacht vraagt voor een belangrijke waarde, bijvoorbeeld de waarde van het vol vertrouwen kunnen samenleven met de buren. Angst onderstreept en bekrachtigt zo de visie van mensen op iets wat werkelijk van belang voor hen is. Aldus Kahan.

Maar die angst moet vervolgens niet rechtstreeks de opvoeding gaan bepalen. Met Furedi stem ik graag in dat een overbezorgde benadering die ertoe leidt dat ouders steeds vaker gaan zeggen "pas op, gevaar!” weinig wenselijk is. Goede ouders voeden hun kinderen niet op vanuit angst. De angst kan ouders wel aanzetten om weer na te denken over wat voor hen van waarde is. In de eigen buurt en in de samenleving. En van daaruit te leven.