1 april 2008

Waarvoor gebruikt u Bachbloesem-therapie?

Een andere psychiatrie. Dat is dit jaar het thema van de week van de psychiatrie. Een andere psychiatrie, aandacht voor aanvullende en alternatieve behandelingen. Daartoe behoren onder andere EMDR, acupunctuur, hartcoherentie, omega-3, running therapy, yoga, mindfulness en Bachbloesem. Het zijn voorbeelden van alternatieve of aanvullende behandelwijzen, vergeleken met de ‘gewone’ geestelijke gezondheidszorg (GGz), aldus de website van de week.

Patiënten zouden ook vragen om alternatieve behandelvormen. Omdat reguliere behandeling soms onvoldoende resultaten geeft, er bijwerkingen zijn, de behandeling als te afstandelijk wordt ervaren of te sterk gericht is op het gebruik van medicijnen. Mensen willen een meer totale benadering van hun problematiek en ervaren de bejegening in het alternatieve circuit als zeer positief en steunend. Dat valt te lezen op de website.

Uit nieuwsgierigheid heb ik op het internet gezocht naar de Bachbloesem-therapie. Genoeg te vinden, er is zelfs een eigen startpagina! De naam is afgeleid van Edward Bach, een homeopatisch arts, die bijna 100 jaar geleden in een ziekenhuis in Londen werkte en daar de geneeskrachtige werking van bloesems ontdekte. Niet door wetenschappelijk onderzoek, maar door intuïtie of inspiratie tijdens wandelingen in de natuur.

Veel mensen hebben ervaring met alternatieve benaderingen. Maar hulpverleners lijken zich daar niet van bewust te zijn. Ze hebben vaak geen idee van het gebruik van het alternatieve circuit door patiënten en spreken er ook niet met hen over. Martin Appelo en anderen deden twee jaar geleden een beperkt onderzoek in Groningen en schreven een artikel hierover in het Tijdschrift voor Psychiatrie.

In dat artikel spreken ze over CAG wat staat voor complementaire en alternatieve geneeswijzen. Tot de ‘complementaire’ of aanvullende behandelingen worden gerekend het gebruik van kruiden, vitamines of voeding(ssupplementen), het sporten, manuele therapieën en alternatieve vormen van psychotherapie. Onder ‘alternatief’ vallen de genoemde Bachbloesem-therapie, homeopathie, acupunctuur, reiki, aura/chakratherapie en yoga.

‘Minder dan vijfentwinitig procent van de patiënten maakt gebruikt van CAG’. Dat was de inschatting van vrijwel alle geënquetteerde psychiaters en psychiaters in opleiding. Maar navraag bij patiënten gaf als resultaat dat bijna de helft wel eens gebruik maakte van aanvullende en/of alternatieve behandelingen. Deze behandelingen worden vaak gezocht bij slaapproblemen, depressie, angst, vermoeidheid, chronische pijn of hoofdpijn.

De ondervraagde hulpverleners gaven verder aan dat hooguit één op de tien patiënten vragen aan hen stelt ten aanzien van CAG. Patiënten maken dus veel gebruik van alternatieve behandelingen naast de reguliere GGZ, maar het zijn gescheiden werelden, patiënten spreken er uit zichzelf niet over. En er wordt door de behandelaar niet naar gevraagd! Patiënten zouden meer informatie willen van de GGZ over aanvullende of alternatieve behandelingen. Maar in de spreekkamer van de psychiater brengen ze het niet ter sprake, uit angst om uitgelachen of bekritiseerd te worden, zo schrijven de auteurs.

Het wordt voorjaar, alles bot uit, bloemen gaan straks weer bloeien. Voor Edward Bach werd het dan tijd om erop uit te trekken en bloesems te verzamelen voor zijn therapieën. Sindsdien hebben velen gebruik gemaakt van deze alternatieve behandelingen. Maar wat moeten die hulpverleners hiermee, die juist vanuit zorg en respekt voor de patiënt alleen gebruik willen maken van behandelingen waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat ze werken? Want daar hoort Bachbloesem niet bij. Bovendien, het mixen van aanvullende, alternatieve en reguliere behandelingen kan leiden tot onvoldoende resultaten in de behandeling, kan ongewenste bijwerkingen geven.

Toch is er een wereld te winnen. Door er wel met elkaar over te spreken. Hulpverleners kunnen meer interesse en belangstelling tonen in de leef- en denkwereld van patiënten die gebruik maken van aanvullende of alternatieve behandelingen. Maar ook voor patiënten ligt hier een uitdaging. Namelijk om zelf ook bij de hulpverlener actief ter sprake te brengen wat hun ervaringen of vragen zijn ten aanzien van behandelingen, ook als het om Bachbloesem gaat. Waarop de hulpverlener kan vragen: en voor welke klachten gebruikt u de Bachbloesem-therapie?