27 november 2007

Pyromaan of brandstichter

Afgelopen vrijdag woedde er een brandje in ’t Zandt, een klein dorpje in Noord-Groningen met ongeveer negenhonderd inwoners. Het was de zestiende keer sinds augustus dat er sprake was van brandstichting in deze plaats.

Het waren vooral leegstaande schuren die in vlammen op gingen. Brandweer en politie waren nu dan ook zeer snel ter plaatse. Het vermoeden is dat er sprake is van één dader, waarschijnlijk afkomstig uit het dorp. Het zou gaan om een pyromaan, zo staat in de kranten. Wat betekent dat?

Brandstichting is een ernstig misdrijf, opgenomen in artikel 157 van het wetboek van strafrecht. Er staan zware straffen op, deze kunnen volgens het wetboek oplopen tot levenslang. Maar brandstichting komt ook voor in het vocabulaire van de psychiatrie. Of dat terecht is? In ‘DSM-IV’, het handboek waarin alle psychiatrische stoornissen worden genoemd, wordt tweemaal expliciet verwezen naar brandstichting.

In de eerste plaats wordt brandstichting genoemd bij de groep stoornissen die vaak al op jonge leeftijd voorkomen. Het gaat om de zogenoemde gedragsstoornis, waarbij als één van de mogelijke symptomen wordt genoemd het opzettelijk brand stichten met de bedoeling ernstige schade te veroorzaken. De gedragsstoornis is vaak voorloper van de latere antisociale persoonlijkheidsstoornis.

En in de tweede plaats wordt brandstichting genoemd bij de pyromanie. Pyromanie behoort tot een groep impulscontrolestoornissen. Dit zijn stoornissen waarbij iemand geen of weinig controle heeft over zijn of haar impulsen. Dat kan gaan om impulsen verbonden met gevoelens van woede, van begeerte of van kicks. Kenmerkend is dat de impulsen worden uitgeleefd, en niet begrensd. De rem is weg.

Tot de groep impulsstoornissen worden gerekend de periodieke explosieve stoornis, waarbij iemand ongecontroleerde agressieve woede-uitbarstingen heeft; kleptomanie, de onbeheersbare drang om – vaak kleine zaken - te stelen; pathologisch gokken; en tenslotte trichotillomanie, waarbij iemand zich zozeer de haren uit het hoofd trekt, dat het zichtbaar wordt. En bij deze groep hoort dus ook de pyromanie.

Wanneer is iemand nou een pyromaan, volgens het handboek? Hij moet meer dan eens opzettelijk en doelgericht brand stichten. Hij is gefascineerd door vuur en alles wat daarbij hoort. Vóór de brandstichting is hij gespannen of opgewonden, tijdens het in brand steken voelt hij opluchting en heeft plezier, en het blussen heeft vaak zijn warme aandacht. Vaak staat hij onopvallend te midden van de omstanders naar de brand te kijken. Hij, want de pyromaan is eigenlijk altijd een man.

De pyromaan is niet uit op geld. Het wil niet door het brandstichten zijn eigen leven verbeteren en is geen doorgedraaide wereldverbeteraar. Zijn motief is ook niet woede of wraak.

Ernst Ameling, als psycholoog werkzaam bij het Pieter Baan Centrum, omschreef de pyromaan als een loser, een onopvallende en laaggeschoolde jong volwassen man die alleen of bij zijn moeder woont, met weinig tot geen sociale contacten. De brandstichtingen compenseren zijn gevoel van eenzaamheid en geven hem een gevoel van macht. Hoeveel van deze zielige, eenzame mannen wonen er eigenlijk in ’t Zandt?

In de media wordt gesproken over een pyromaan in ’t Zandt. Maar let op: niet ieder die herhaaldelijk brand sticht is een pyromaan. Uit onderzoek onder brandstichters blijkt maar een enkeling te voldoen aan de criteria voor pyromanie. Verreweg de meesten van hen zijn ordinaire brandstichters, met een motief vanuit wraak of gekrenktheid. Bijvoorbeeld omdat iemand lid is van de vrijwillige brandweer en deze te horen kreeg dat deze vorm van brandbestrijding en daarmee zijn werk gaat verdwijnen.

Brandstichter of pyromaan. Voor sommigen heeft de keus hierin ook invloed op de mate waarin iemand het gedrag aangerekend mag worden. Of dat terecht is? Een pyromaan weet ook wat hij doet, ook al weerhoud dat hem niet van zijn gedrag.

Lijdt een pyromaan zelf onder zijn stoornis? In de literatuur wordt weinig hierover geschreven, over de mate van gevoelens van verantwoordelijkheid, schaamte en schuld. Ze lijken ook niet of nauwelijks aanwezig bij de betreffende mannen. De gewetensfunctie lijkt een weinig ontwikkeld terrein voor de pyromaan.

Brandstichting is een ernstig strafbaar feit. De gevolgen van brand zijn ingrijpend voor betrokkenen, het kan langdurige stress en andere klachten veroorzaken. Zelfs de dreiging van brand geeft al onrust, verstoort de slaap en ontregelt het functioneren. Brandstichting is een misdrijf, wie het ook doet. Ook die doodenkele keer dat het iemand is die de kenmerken van een pyromaan heeft.