Pyromaan of brandstichter
Afgelopen vrijdag woedde er een
brandje in ’t Zandt, een klein dorpje in Noord-Groningen met ongeveer
negenhonderd inwoners. Het was de zestiende keer sinds augustus dat er sprake
was van brandstichting in deze plaats.
Het waren vooral leegstaande
schuren die in vlammen op gingen. Brandweer en politie waren nu dan ook zeer
snel ter plaatse. Het vermoeden is dat er sprake is van één dader,
waarschijnlijk afkomstig uit het dorp. Het zou gaan om een pyromaan, zo staat
in de kranten. Wat betekent dat?
Brandstichting is een ernstig
misdrijf, opgenomen in artikel 157 van het wetboek van strafrecht. Er staan
zware straffen op, deze kunnen volgens het wetboek oplopen tot levenslang. Maar
brandstichting komt ook voor in het vocabulaire van de psychiatrie. Of dat
terecht is? In ‘DSM-IV’, het handboek waarin alle psychiatrische stoornissen
worden genoemd, wordt tweemaal expliciet verwezen naar brandstichting.
In de eerste plaats wordt
brandstichting genoemd bij de groep stoornissen die vaak al op jonge leeftijd
voorkomen. Het gaat om de zogenoemde gedragsstoornis, waarbij als één van de
mogelijke symptomen wordt genoemd het opzettelijk brand stichten met de
bedoeling ernstige schade te veroorzaken. De gedragsstoornis is vaak voorloper
van de latere antisociale persoonlijkheidsstoornis.
En in de tweede plaats wordt
brandstichting genoemd bij de pyromanie. Pyromanie behoort tot een groep
impulscontrolestoornissen. Dit zijn stoornissen waarbij iemand geen of weinig
controle heeft over zijn of haar impulsen. Dat kan gaan om impulsen verbonden
met gevoelens van woede, van begeerte of van kicks. Kenmerkend is dat de
impulsen worden uitgeleefd, en niet begrensd. De rem is weg.
Tot de groep impulsstoornissen
worden gerekend de periodieke explosieve stoornis, waarbij iemand
ongecontroleerde agressieve woede-uitbarstingen heeft; kleptomanie, de
onbeheersbare drang om – vaak kleine zaken - te stelen; pathologisch gokken; en
tenslotte trichotillomanie, waarbij iemand zich zozeer de haren uit het hoofd
trekt, dat het zichtbaar wordt. En bij deze groep hoort dus ook de pyromanie.
Wanneer is iemand nou een
pyromaan, volgens het handboek? Hij moet meer dan eens opzettelijk en
doelgericht brand stichten. Hij is gefascineerd door vuur en alles wat daarbij
hoort. Vóór de brandstichting is hij gespannen of opgewonden, tijdens het in
brand steken voelt hij opluchting en heeft plezier, en het blussen heeft vaak
zijn warme aandacht. Vaak staat hij onopvallend te midden van de omstanders
naar de brand te kijken. Hij, want de pyromaan is eigenlijk altijd een man.
De pyromaan is niet uit op geld.
Het wil niet door het brandstichten zijn eigen leven verbeteren en is geen
doorgedraaide wereldverbeteraar. Zijn motief is ook niet woede of wraak.
Ernst Ameling, als psycholoog
werkzaam bij het Pieter Baan Centrum, omschreef de pyromaan als een loser, een onopvallende en laaggeschoolde jong
volwassen man die alleen of bij zijn moeder woont, met weinig tot geen sociale
contacten. De brandstichtingen compenseren zijn gevoel van eenzaamheid en geven
hem een gevoel van macht. Hoeveel van deze zielige, eenzame mannen wonen er
eigenlijk in ’t Zandt?
In de media wordt gesproken over
een pyromaan in ’t Zandt. Maar let op: niet ieder die herhaaldelijk brand
sticht is een pyromaan. Uit onderzoek onder brandstichters blijkt maar een
enkeling te voldoen aan de criteria voor pyromanie. Verreweg de meesten van hen
zijn ordinaire brandstichters, met een motief vanuit wraak of gekrenktheid. Bijvoorbeeld omdat
iemand lid is van de vrijwillige brandweer en deze te horen kreeg dat deze vorm
van brandbestrijding en daarmee zijn werk gaat verdwijnen.
Brandstichter of pyromaan. Voor
sommigen heeft de keus hierin ook invloed op de mate waarin iemand het gedrag
aangerekend mag worden. Of dat terecht is? Een pyromaan weet ook wat hij doet,
ook al weerhoud dat hem niet van zijn gedrag.
Lijdt een pyromaan zelf onder
zijn stoornis? In de literatuur wordt weinig hierover geschreven, over de mate
van gevoelens van verantwoordelijkheid, schaamte en schuld. Ze lijken ook niet
of nauwelijks aanwezig bij de betreffende mannen. De gewetensfunctie lijkt een
weinig ontwikkeld terrein voor de pyromaan.
Brandstichting is een ernstig
strafbaar feit. De gevolgen van brand zijn ingrijpend voor betrokkenen, het kan
langdurige stress en andere klachten veroorzaken. Zelfs de dreiging van brand
geeft al onrust, verstoort de slaap en ontregelt het functioneren.
Brandstichting is een misdrijf, wie het ook doet. Ook die doodenkele keer dat
het iemand is die de kenmerken van een pyromaan heeft.