Diagnose

Een diagnose helpt dus om een keus te maken voor een behandeling en is een noodzakelijk onderdeel van een behandelplan. Wie in behandeling komt, zal dus wel niets liever willen dan dat de juiste diagnose gesteld wordt, zodat de daarbij passende behandeling ingesteld kan worden. Bovendien, een diagnose kan ook wenselijk zijn om daardoor gemakkelijker in contact te komen met lotgenoten, om daar herkenning en steun bij te vinden.

En toch wil iemand niet altijd graag zijn diagnose weten. De mevrouw die in de intake knorrig op mijn vraag reageerde is absoluut niet de eerste die haar diagnose liever niet wilde weten.

Soms willen mensen een diagnose niet weten, omdat ze bang zijn voor wat ze te horen krijgen. Ze zijn bang om te weten wat hun nog aan narigheid boven het hoofd hangt. Deze mensen zullen ook niet graag de bijsluiter van medicijnen lezen. Behalve angst kunnen diagnoses in de psychiatrie ook nogal eens gevoelens van aversie oproepen. Zo wilde een mevrouw per se niet de diagnose borderline, omdat ze iemand kende die alcoholist was en steeds probeerde er een eind aan te maken. “En zo ben ik niet”, aldus deze mevrouw. Ze wilde niet via een diagnose deze ander als lotgenoot.

Een dergelijke aversie kan berusten op onkunde ten aanzien van een stoornis en bijbehorende symptomen. Maar de tegenzin tegen een diagnose heeft ook te maken met de status die een dergelijke diagnose in het maatschappelijk verkeer heeft. Wie hartklachten heeft kan veelal rekenen op steun en begrip vanuit de omgeving, wie onduidelijke vermoeidheidsklachten heeft wordt mogelijk vooral aangespoord of opgejaagd om door te zetten. En iemand die uitkomt voor haar borderlinestoornis is mogelijk bang voor de consequenties die dit kan hebben op het werk of in de vriendenkring. Met de ene diagnose presenteer je jezelf gemakkelijker dan met de andere.

En er is nog een reden waarom diagnoses gevoelig liggen. Diagnoses lijken verbonden met macht in relaties. Je kunt zeggen dat een diagnose stellen soms gevoeld wordt als een oordeel vellen. Het kan de macht accentueren van degene die de diagnose stelt. Met de diagnose komt mee wat er moet gebeuren aan (nare) behandeling, of wordt de toekomst onzeker.

Maar de patiënt kan desgewenst ook zelf macht halen uit een diagnose . Wanneer een patiënt eenmaal een diagnose ‘heeft’, dan kan hij deze gebruiken naar anderen, voor goede zelfzorg, maar soms ook om zich achter te verschuilen wanneer hij iets niet wil. Geschifte kip, drie maanden