1 juni 2010

Mag ik even uitpraten?

Interrumperen, de ander onderbreken terwijl die nog aan het woord is. Rutte bood naderhand zijn excuses aan na het eerste grote lijsttrekkersdebat, zo vaak waren de mannen elkaar in de rede gevallen. Interrupties komen voor in het politieke debat, maar ook thuis, op straat of in de spreekkamer van de dokter wordt regelmatig iemand die aan het woord is onderbroken. En er blijkt het nodige onderzoek naar te zijn gedaan.

In een al wat ouder, klassiek onderzoek werd gekeken hoevaak mensen elkaar in de rede vielen. Aan de hand van videobeelden van gesprekken opgenomen op straat werd het aantal keren geturfd dat de ene gesprekspartner de ander onderbrak. Wat bleek? In gesprekken tussen een man en een vrouw werden bijna alle interrupties tijdens het gesprek gedaan door de man, bij gesprekken tussen twee vrouwen was het gelijk verdeeld tussen de gesprekspartners.

Op basis van dit onderzoek door West en Zimmerman in 1975 werd geconcludeerd dat interrumperen meer door mannen gedaan werd dan door vrouwen. Enkele jaren later werd door de onderzoeksgroep van Natale dit preciezer bekeken. Wat bleek toen? Dat het aantal interrupties niet zozeer door het man of vrouw zijn werd bepaald, maar bovenal door de hoeveelheid spreektijd van de ander. Wellicht moet je dan nu concluderen dat mannen vaker vrouwen onderbreken om zelf af en toe ook nog even wat te kunnen zeggen.

Zijn interrupties altijd negatief? In 2004 schrijft Li dat er in de onderzoeksliteratuur aandacht is voor twee soorten onderbrekingen. Dat zijn in de eerste plaats wat hij noemt de intrusieve onderbrekingen. Dat zijn onderbrekingen, die ingrijpen op het recht van de ander om te spreken en diens gedachtestroom abrupt onderbreken. Dergelijke interrupties lijken vaak verbonden met macht of status.

Een baas kan een ondergeschikte onderbreken, maar een werknemer zal minder snel zijn leidinggevende in de rede vallen. ‘Nee, dat is niet waar’. Onderbrekingen kunnen ingezet worden om het verhaal van de ander te ontkennen. Maar ook om het verhaal over te nemen, of om van onderwerp te veranderen.

Er zijn ook coöperatieve, op samenwerking gerichte onderbrekingen. Daarbij tonen interrupties instemming en betrokkenheid bij de ander, of zoeken verheldering van het verhaal. Voor de spreker voelt dit minder als onderbreking. Als de ander helemaal stil is en geen enkele aanzet tot een coöperatieve onderbreking maakt, bijvoorbeeld vanuit enthousiasme, kan het voelen alsof je woorden in het luchtledige verdwijnen, er ontstaat geen geanimeerd gesprek.

Niet elke onderbreking is succesvol. Soms probeert iemand de spreker te onderbreken, en wil het verhaal over nemen, maar blijft de ander stug doorpraten. Van dit type onsuccesvolle interrupties waren er genoeg te zien in het politieke debat. Wanneer bijvoorbeeld Wilders dan toch doorgaat met het pogen te onderbreken en Cohen op zijn beurt stug doorpraat, dan gaan zij door elkaar praten, kijken wie er dan toch als eerste weer gaat stoppen. Dan is het strijd om de dominantie geworden. Dat valt op, want in rechtstreekse contacten praten mensen gemiddeld iets minder dan een halve seconde door elkaar, en dan is één van beiden gestopt, zo berekenden Beanie en Barnard in 1979.

Onderbrekingen komen ook voor in de spreekkamer van de dokter. De dokter interrumpeert de patiënt of de patiënt de dokter, beide komt voor. Er zijn ook wel wat verschillen. In een onderzoek in 2004 werd vastgesteld dat wanneer een dokter de patiënt onderbreekt, dat bijna altijd succesvol is, slechts in vijf procent blijft de patiënt doorspreken. Patiënten hebben beduidend meer onsuccesvolle onderbrekingen, namelijk één op de drie. De onderzoekers concluderen onder andere op basis van deze bevindingen dat de dokter het gesprek en welke inhoud aan bod komt in belangrijke mate bepaalt. En werpen de vraag op of patiënten hierin wat kunnen leren.

Thuis komen interrupties vanzelfsprekend ook voor. Misschien is dat wel de plek waar geleerd kan worden hoe je succesvol kunt interrumperen. Hoe je coöperatief kunt onderbreken. Waar geleerd wordt ‘om de beurt’ te praten. Als je naar eigen gevoel te vaak wordt onderbroken, dan kun je gaan leren om niet zomaar het gesprek uit handen te geven. Of je gaat leren om wat minder te praten, want misschien wordt je vaak onderbroken omdat je steeds te lang praat. Voor mij is dit ook een goed moment om te stoppen, ik ben nu even ‘uitgepraat’.