1 op de 4
Is het een kans of een dreiging? Somber ingestelde mensen zullen bij een kans van één op de vier om de hoofdprijs van de loterij te winnen ongetwijfeld verzuchten: daar zal ik wel weer niet bij zijn, en zien bij een kans van één op de vier om de Mexicaanse griep te krijgen voor zichzelf het zwerk al drijven. Voor de meer zonnige karakters is het precies omgekeerd, vol vertrouwen fantaseren ze al vóór de uitslag over wat ze met de miljoenen gaan doen, en ziek worden ze toch niet.
Vandaag is het Prinsjesdag, met allemaal nieuws. Nieuws wat gezien kan worden als een meevaller of juist beleefd wordt als een flinke domper. En precies deze dag heeft GGZ Nederland, de koepelorganisatie van alle GGZ instellingen in Nederland, uitgekozen voor een landelijke imagocampagne. De naam van de campagne is 1 op de 4, met de daarbij behorende website www.1opde4.nl.
In een toelichtende brief geeft Marleen Barth, voorzitter van GGZ Nederland, aan dat zo’n imagocampagne voor de GGZ-sector hard nodig is. Omdat er over psychische stoornissen nog steeds niet of nauwelijks gesproken wordt. Ze stelt dan: “Als je een gebroken been hebt mag iedereen het weten, als je een burnout hebt wordt daar nog steeds geheimzinnig over gedaan.” En ze is helder in haar stellingname: “En dat is gek. Eigenlijk te gek voor woorden. Want geestelijke gezondheidszorg is net zo normaal als de reguliere gezondheidszorg.”
Er zijn veel mensen die te maken krijgen met de psychiatrie. Maar liefst één op de vier Nederlanders krijgt in zijn leven een psychische stoornis. Ter vergelijking worden in de brief nog wat andere getallen genoemd: één op de 20 Nederlanders krijgt diabetes, één op de 16 Nederlanders wordt kaal en één op de negen Nederlanders krijgt overgewicht. De gedachte is helder: je hebt meer kans om een psychische ziekte te krijgen dan op suikerziekte, een kale bol of een te zwaar lijf.
Ik behoor vast tot de positief ingestelde mensen. Dat overgewicht gaat voorlopig royaal aan mij voorbij, ik word eerder grijs dan kaal en suikerziekte zie ik ook nog niet op mij afkomen. Dus, zo denk ik dan, zal het met die psychische klachten ook wel een beetje meevallen. Ongetwijfeld zullen kale mensen met overgewicht of depressieve mensen, die mogelijk toch al aangewezen waren op psychische zorg, er anders over denken.
Als dat bij veel mensen zo gaat, is dat jammer. Want dat zou betekenen dat deze boodschap van GGZ Nederland nu juist niet degenen bereikt voor wie het bedoeld is, namelijk die drie van de vier die er niet mee te maken heeft. Dat zou zonde van het geld van de campagne zijn.
Maar misschien is de boodschap ook wel bedoeld voor die één op de vier. Want, zo gaf de voorzitter aan, mensen praten nog steeds niet gemakkelijk over psychische klachten of de behandeling die ze daarvoor krijgen. Er is blijkbaar nog steeds een taboe. Daar kunnen de mensen die zelf aangewezen zijn op psychische zorg ook iets aan doen. Door opener te spreken over hun diagnose, hun klachten en de vaak intensieve behandeling. En voor wie het niet zelf kan, zijn er mogelijk partners of familieleden die voor hen opkomen.
De campagne heet 1 op de 4. Dat betekent dat één op de vier Nederlanders een psychische stoornis in zijn of haar leven krijgt. Maar dus ook dat diegene dan in eenzaamheid met zijn of haar klachten moet tobben. Want diegene spreekt er zelf niet over, en de anderen die geen stoornis krijgen vragen er niet naar. Zij laten zich niet gek maken, ze kijken wel uit. Het gaat immers om één op de vier, niet om de drie anderen. En wat die ene nou precies mankeert, dat weten ze niet. En dat laten ze graag zo, straks is het nog besmettelijk. Het is eigenlijk te gek voor woorden. Ssst, niks zeggen of vragen.