3 juni 2009

Rolomkering

Een spreker op de studiedag op 28 mei over suïcidepreventie: “Ik kreeg al een hoge score. Maar ik ga vandaag voor een hogere score. En dus heb ik ook goed gekeken naar de kritische feedback op mijn presentatie”.  Als één van de sprekers die dag keek ik samen met Greta Overbeek, verantwoordelijk voor de organisatie van die dag, nog wat terug.

Ze was zeer tevreden, maar zag wel wat verschillen tussen de eerste congresdag en deze herhaling. Mogelijk had de gewijzigde opzet er ook wat mee te maken, suggereerde Jan Mokkenstorm, een collega spreker. Het ochtend- en middagprogramma waren namelijk die dag omgedraaid, vergeleken met 5 maart.

Evalueren. En er van leren. Heel begrijpelijk dat organisatie en sprekers dat doen. Mijn indruk was dat de bezoekers die dag er minder enthousiast op reageerden. Dat was niet meer dan een indruk van mij. Misschien was het zelfs niet meer dan mijn eigen gevoel, ik zat tenslotte ook zelf als luisteraar in de zaal. Maar toch. Ik zat er over te mijmeren, hardop, samen met Greta, en zei haar dat ik moest denken aan een thema in de therapie.

In een therapie kan een therapeut ook de wens hebben te leren en zichzelf te verbeteren. Al doende leert men, zo is algemeen bekend. Ervaring wordt gaandeweg verworven. Stel dat de therapeut open is over zichzelf en dan tegen een patiënt zegt: “In eerdere behandelingen kreeg ik al veel waardering van patiënten, maar ik wil nog beter worden. En dus probeer ik te leren van de feedback die ik van die patiënten kreeg en ga het nu iets anders aanpakken.”

Bij een therapeut wordt dan gesproken over zelfonthulling. Dat betekent dat een therapeut iets van zichzelf laat zien. Dat is op zich niet erg en deels onvermijdelijk. Immers, taalgebruik, kleding of kamerinrichting verraden al iets van de persoonlijke kant van de therapeut, net als boeken op de kamer of een eigen website. Maar er zijn grenzen aan wat de therapeut zegt over of laat zien van zichzelf.

Die grens wordt bijvoorbeeld overschreden wanneer zelfonthulling van de therapeut leidt tot rolomkering. Thomas Gutheil en Archie Brodsky geven in hun boek uit 2008 over grenzen in de therapie het volgende voorbeeld van rolomkering: “En, wat ga jij dit weekend doen?” vraagt de patiënt. Hulpverlener: “Lekker uitgaan met vrienden en flink doorzakken.” Patiënt: “Zou je dan nou wel doen?” Hier gaat de patiënt voor de therapeut zorgen en is er sprake van rolomkering.

Dat geldt ook voor het eerder gegeven voorbeeld van de therapeut die aan de patiënt onthult dat hij graag wil leren. Dat klinkt bevlogen. Als je hulp nodig hebt, dan graag van een betrokken therapeut die er voor gaat. En mooi dat de therapeut er zo open over spreekt. Maar gemakkelijk ontstaat ook een ander gevoel: U wilt meer waardering, u wilt een hogere score, u wilt …? Om wie gaat het, het gaat toch om mij?”.

Bij het congres moest ik hieraan denken. Zou dit ook een soort rolomkering kunnen zijn? De congresganger komt om zelf te leren en niet om te horen dat hij een bijdrage gaat leveren aan het leerproces van de spreker. Wat hopelijk wel gebeurt, maar misschien beter niet nadrukkelijk door de sprekers gezegd kan worden.

Soms is er geen sprake van omkering van rollen, wel van verwarring van rollen. Een voorbeeld uit het dagelijkse leven is dat iemand die je oppervlakkig kent ineens al te open over zichzelf vertelt. En dus je in een andere rol plaatst, alsof je partner of een zeer goede vriend bent. ‘Wat moet ik hiermee? Dit gaat mij toch niks aan?’ Dat zijn kenmerkende gedachten of gevoelens die iemand krijgt als gevolg van rolomkering of rolverwarring.

Zo mijmerde ik wat hardop met Greta, nagenietend van een mooie dag met bevlogen sprekers en een aandachtig en actief publiek. Zou het er nou zo veel toe doen, let je nou niet op teveel details? Ach, dat is het vak, en zoals ik ben.

Voor de bezoekers van de studiedag zal het vast minder zwaar zijn. Want die enkele opmerking die een rolomkering of rolverwarring uitlokte zal niet bepalend zijn voor het contact.

Ik ben zeer benieuwd naar de uitkomst van de evaluatie van deze dag en wat we daar als sprekers weer van kunnen leren. Dat kan ik hier wel schrijven.