2 december 2008

Depressiviteit en een bakkie troost

Mijn Alma mater, ofwel voedende moeder, is de universiteit Utrecht. Al eeuwenlang wordt de metafoor van een eten gevende moeder gebruikt voor de universiteit waar iemand zijn wetenschappelijke honger heeft kunnen stillen. Algemene psychologie, ziekteleer, therapiestromingen, het was kennis waarmee ik in Utrecht werd gevoed, en nu nog profijt van heb. Vandaag sta ik stil bij een uitspraak die ik toen hoorde. En die gaat over koffie.

Maarten van Son, nu hoogleraar aan deze Universiteit, gaf een college over behandeling van depressieve klachten. Als ik het me goed herinner werkte hij toen ook in het Ambulatorium, waar hij patiënten behandelde. Hij zei in het college: ‘Als iemand bij mij in behandeling wil komen, vraag ik eerst hoeveel koffie hij drinkt. Want ik wil alleen een behandeling voor depressie doen bij mensen die niet meer dan vijf koppen koffie op een dag drinken.’

Zo ongeveer was de uitspraak van Van Son. Iets dergelijks, zo zag ik later, had hij eerder ook al opgeschreven in het boekje ‘Ik zie elk dood vogeltje’, over omgaan met depressiviteit. Hij noemde daarin koffie een vaak vergeten ‘drug’. Trillerigheid, rusteloosheid en depressiviteit kunnen zich voordoen al bij het gebruik van meer dan vijf koppen koffie op een dag, zo stelt Van Son. Niet alleen koffie, ook teveel alcohol en thee kunnen depressieve klachten tot gevolg hebben.

Het was een opvallende uitspraak, die de nodige reacties onder de studenten uitlokte, onder andere vanwege het directe verband wat gelegd werd tussen voeding en psychische klachten. Hoe staat het nu met depressiviteit en ons bakkie troost?

Morgen wordt het derde congres integrale psychiatrie in Groningen gehouden. Daar zal Kathi Kemper spreken. Zij neemt de plaats in van Servan-Schreiber, in Nederland bekend van zijn boek ‘Uw brein als medicijn’. Vanwege familieomstandigheden kan hij helaas niet komen. Jammer, ik had hem graag willen zien en horen spreken.

Kathi Kemper, hoogleraar kindergeneeskunde aan de Wake Forest University in North Carolina, wordt omschreven als een pionier op het gebied van Integrative Medicine, geneeskunst waarbij zowel op lichamelijke als psychische aspecten wordt gelet. Zij zal een lezing verzorgen over haar nieuwe boek dat binnenkort zal verschijnen, onder de titel: ‘Mental Health, naturally’. Op het internet is een conceptversie van dit boek te vinden. In hoofdstuk vijf, over voeding, schrijft ook zij over de werking van koffie, de nummer één ‘drug’ van de Amerikanen.

Koffie houdt ons alert, verhoogt de concentratie en verbetert het korte termijn geheugen. De werking treedt binnen een half uur op, en duurt ongeveer drie tot vier uur. Vanwege deze werking werd in tal van onderzoeken gekeken naar het effect van koffie bij adhd. Koffie bleek effectief in verbetering van aandachten concentratie, zij het iets minder effectief dan medicatie.

Maar ook koffie heeft bijwerkingen. Kemper noemt ongeveer dezelfde klachten als Van Son jaren geleden deed en daarnaast nog slapeloosheid, irritaties, hartkloppingen en uitdroging. Kathi Kemper concludeert dan aan het slot van de paragraaf ‘What about coffee’ dat het beste advies voor een gezond psychisch functioneren is om niet meer dan drie koppen koffie op een dag te drinken. Of in het geheel niet.

Terug naar de uitspraak van Van Son. Boeiend was niet alleen zijn opmerking over de relatie voeding en stemming. Prikkelend was ook zijn stellingname dat hij niet iemand in behandeling wilde nemen die teveel koffie dronk. Minder koffie drinken blijkt vaak een forse opgave voor mensen. Behandeling? Prima. Pillen? Oké. Maar zelf je voedingsgewoonten veranderen, stoppen met koffie, thee, alcohol? Of op zijn minst minderen?

In eerder genoemde boek van Servan-Schreiber ‘Uw brein als medicijn’ staat een hoofdstuk met de titel: ‘Prozac of Adidas’. Verwijzend naar onderzoek stelt deze psychiater dat drie keer per week een half uur bewegen minstens zoveel effect heeft op depressieve gevoelens als het slikken van pillen. Ook dat is, net als minderen met koffie, vaak een forse opgave.

Deel van het probleem is dat bij een depressieve stemming de lust om in beweging te komen, om actief te worden, om de koffie te laten staan, gemakkelijk ontbreekt. Het bakkie troost blijft dan. Net als de sombere stemming. Deel van de oplossing is dat mensen soms toch in beweging komen. Letterlijk. En ook koffie minderen. Dat een tijd volhouden, en merken welk effect het heeft op de stemming.

Ik ben benieuwd naar de lezingen morgen. In de pauzes is er koffie en thee, zo staat in het programma. En ongetwijfeld kunnen we de dag ermee beginnen. Zo kan ik alert luisteren. En naast kennis consumeren kun je er ook gewoon lunchen, uiteraard biologisch. Alma mater, voor lichaam en geest.