21 oktober 2008

Nimby-gedrag en het algemeen belang

‘Gevangenisstad Heerenveen. Nee Nee Nee.’ Als ik ’s ochtends Heerenveen binnenrijd op weg naar mijn werk zijn de twee witte protestborden met daarop de in het rood verf geverfde tekst goed zichtbaar. Na de protesten van actiegroep Heerenveen Noord, heeft nu ook Stichting Wijkbelang Heerenveen-Noord zich tegen de komst van jeugdgevangenis ‘Het Poortje’ uitgesproken. Volgens de stichting is er geen draagvlak onder de bevolking.

Vorig jaar hadden bewoners aan de Verlengde Schrans in Leeuwarden de hoogte en de helling van een geplande fietsbrug zichtbaar gemaakt met behulp van een steiger en linten. De plannen voor een fly-over brug voor fietsers en voetgangers bij het Oostergoplein riepen heftige reacties op bij de omwonenden. Ook hier verschenen spandoeken, men wilde geen talud van een fietsbrug pal voor de ramen.

Jammer dan voor die buurten in Heerenveen en Leeuwarden, zo denken sommigen dan. Er zijn nu eenmaal grotere belangen, voor goede jeugdgevangenissen of veilige fietsroutes met voldoende capaciteit, en daar moeten belangen van omwonenden voor wijken. Het is niet anders. We snappen de houding van de protestschilders wel, zelf hebben we dergelijke voorzieningen ook niet graag voor de deur.

Er wordt in dit soort situaties wel gesproken over het nimby-effect. Nimby is een acroniem voor 'Not In My Back Yard', niet in mijn achtertuin. Prima dat er nieuwe wegen komen, gevangenissen, elektriciteitscentrales of afvalverwerkingsinstallaties, maar graag wat verderop. We willen wel graag de voordelen van dergelijke voorzieningen, maar niet de nadelen.

Op 6 november 1980 schreef Livezey in de krant Christian Science Monitor over de stort van gevaarlijk chemisch afval. In dat jaar waren in Amerika nieuwe regels opgesteld over de veiligheid waaraan stortplaatsen zouden moeten voldoen. Er was een wildgroei ontstaan van die plaatsen, want wat was gemakkelijker voor de industrie dan een gat graven in de achtertuin en daar de rotzooi dumpen. Maar het publiek werd alerter, en wilde zelfs niet een veilig geachte vuilstort in de eigen buurt. Not in my back yard!

Livezey was hiermee één van de eersten die de term nimby opschreef. Het begrip ging snel de wereld over. In Nederland werd nimby-wetgeving aangenomen, die er voor zorg moest dragen dat projecten niet teveel opgehouden zouden worden door nimby-gedrag van locale overheden of burgers, die het eigen belang boven het algemene belang zouden stellen, bijvoorbeeld bij de keuze voor een nieuwe rondweg, spoorlijn of industrie.

Het leek vooral een plaatsingsprobleem. Hoe verder weg, hoe meer de baten opwegen tegen de nadelen, naarmate het dichterbij komt is dat juist omgekeerd. Terwijl een zeer grote groep een beetje voordeel behaalt, ondervindt een kleine groep forse nadelen van een bepaald plan. Die kleine groep wordt zeer actief, de grote groep blijft passief vanuit de begrijpelijke gedachte dat het toch niet uitmaakt wat zij doen. Maar voor de buurt geldt: de ingreep wordt als zeer ernstig ervaren, een spandoek kost bijna niets en de kans op succes is reëel. Het gedrag werd wel de nimby-houding genoemd, het gezamenlijke georganiseerde verzet het nimby-syndroom.

Maar nimby is geen wetenschappelijke term, het is geen ziekte of beperking. Mensen die protesteren vinden het meestal niet aantrekkelijk dat het een nimby-effect wordt genoemd. Omdat daarmee de suggestie gewekt wordt dat zij mensen zijn die ontwikkelingen tegenhouden, of wel bepaalde voorzieningen willen, maar daar geen bijdrage aan willen leveren. Die zouden vinden dat de gevangenis maar bij anderen achter het huis gebouwd moet worden.

Dat laatste is vaak niet het geval. Vaak zijn ze eerder van mening dat sommigen zaken bij niemand in de achtertuin moeten. Dat heet dan ook anders. Geen nimby, maar niaby, not in anyone’s backyard. Of ze hebben een betere oplossing, voor hun eigen achtertuin en die van anderen. In het algemeen belang.

In november 1904 lanceerde b. en w. van Amsterdam het plan om de 'waardeloze, onvruchtbare' plassen van het Naardermeer met stadsafval te dempen. De Amsterdamse onderwijzer en natuurminnaar Jac. Thijsse, die graag op het vogelrijke meer roeide, kwam in verzet. Hij stuurde brieven rond, kranten pakten het op. Dat werd het begin van de vereniging Natuurmonumenten, die nu meer dan 100 jaar bestaat. Dankzij nimby-gedrag!

In 1965 werd een plan gelanceerd voor een dijk naar Ameland en inpoldering van een deel van de waddenzee. Dat leidde tot lokale protesten, de zestienjarige Kees Wevers schreef brieven naar kranten en zo kwam het tot de oprichting van de Waddenvereniging. Nimby-gedrag staat niet altijd haaks op het algemeen belang, mensen met nimby-gedrag kunnen juist goed bijdragen aan het algemene belang.