7 oktober 2008

Moet ik met deze klacht naar de huisarts?

Met het project M3 hadden zij in 2006 al de Nationale Zorgvernieuwingspijs gewonnen. Het project M3 en de site zorgvoorjeouders.marokko.nl richten zich op Marokkaanse mantelzorgers, medicijngebruik en de communicatie hierover met artsen. En nu waren Marco D’Agata en Gijs van Beek, de bedenkers van M3, in Leeuwarden, in een zaaltje van Zorgverzekeraar De Friesland. Ze hebben een nieuw idee en willen dat graag toelichten.

Hun doelgroep is nu niet meer Marokkanen, maar alle Nederlanders. De site moet gaan heten Aesclepedia, met een knipoog naar Wikipedia en Aesculapius, die door de Grieken vereerd werd als de god van de geneeskunde. Het moet dan ook een algemene gezondheidssite worden waar patiënten zelf hun verhalen op gaan zetten over klachten en hoe ze er een oplossing voor hebben gevonden.

Maar heeft dat zin? Moet een serieuze gezondheidssite niet informatie van professionals bevatten? En als er al verhalen van patiënten op staan, is het dan niet verstandig om aan te geven welke info wetenschappelijk betrouwbaar is? Dat vroegen de aanwezigen in dat zaaltje zich hardop af. Ook de bedenkers van de site puzzelden hierop. Moeten verhalen over beter worden door professionals worden beoordeeld op hun juistheid?

Dat is een voor de hand liggende gedachte. Wie ziek is wil graag betrouwbare informatie. Wat moet je met verhalen, rijp en groen door elkaar, van anderen? Bovendien, als je ergens last van hebt ga je gewoon naar de huisarts met je vragen. Die kan een deskundig antwoord geven.

Maar voordat mensen naar de huisarts delen ze hun klacht met een ander, bij voorkeur de partner. ‘Wat vind jij, moet ik met deze klacht naar de huisarts?’ In 1983 stelden Scambler en Scambler vast dat gemiddeld een klacht met elf andere mensen werd gedeeld voordat de huisarts erbij werd betrokken. Vaak ging het om de partner, moeder, familie of een collega. Straks kunnen “elf anderen” op het web worden geraadpleegd. Wat kunnen mensen uit een sociaal netwerk betekenen?

Ze kunnen helpen een symptoom te interpreteren. ‘Mijn dochter had laatst ook van die huidirritaties, het kwam door de zeep die ze gebruikte’. Of ze adviseren om een arts te raadplegen. ‘Laatst was mijn buurman net zo in de war, bij hem bleek het na onderzoek een beroerte te zijn geweest. Als ik jou was, ging ik vandaag toch maar even langs de huisarts’. Soms hebben ze zelf een tip. ‘Neem even een paracetamol en kruip dan maar lekker onder de wol’. Of ze verwijzen naar een ander. ‘Vraag het haar maar even, zij weet hier vast wel raad mee’.

En ze kunnen verwijzen naar informatie uit een folder, boek of website. ‘Ik kijk meestal even op Aesclepedia, daar vind je heel toegankelijke info’. Deze laatste mogelijkheid zal vast de droom zijn van de winnaars uit 2006. Niet elf anderen, maar honderden of duizenden anderen die je kunt raadplegen. Als het dan nog niet goed komt …

Nou, dat is zeker geen vanzelfsprekendheid. Partner, moeder, familie of vriendinnen zijn niet altijd goede helpers en geven soms het verkeerde advies. Mensen blijven dan te lang tobben met klachten, gesteund door hun sociale omgeving. ‘Ach, het is vanzelf gekomen, het zal ook wel weer vanzelf over gaan’. Bij het bundelen van verhalen en ervaringen op internet zal dat niet anders zijn. Het is de digitale variant van het sociale netwerk. Niet meer en niet minder.

Niet meer? D’Agata en Van Beek zouden geen winnaars zijn als hen niet meer voor ogen stond. Ze hopen dat het wel meer wordt dan ‘de buurt op intranet’. Omdat er veel meer en specifiekere klachten en oplossingen te vinden zijn dan je in je eigen omgeving ooit kunt vinden. Nieuwe behandelingen kunnen sneller worden verspreid. Gezamenlijk kan kennis worden opgebouwd. Lotgenoten kunnen ervaringen delen.

De website zal denk ik niet direct leiden tot een afname van het bezoek aan artsen, specialisten of hulpverleners. Scambler en Scambler spraken over het topje van de ijsberg wat nu zichtbaar wordt bij de huisarts en de gezondheidszorg. Een enorme toename van het bezoek aan artsen is ook niet te verwachten, omdat er meer factoren zijn die bepalen wanneer iemand de stap richting een hulpverlener zet. Of de site een prijs gaat winnen, is niet aan mij. Ik ben wel nieuwsgierig geworden en zal, als het zo ver is, zeker gaan kijken.