8 januari 2008

Maak tijd voor pikir

Mensen doen het altijd alleen. En dan vaker in de slaapkamer dan onder de douche. En de meesten ook nog dagelijks, slechts een enkeling kruist in onderzoek het vakje ‘nooit’ aan. Eigenlijk vindt niemand het plezierig, het vreet energie en je schiet er niets mee op. De meesten zouden liever gaan slapen, het kost je nachtrust en overdag functioneer je minder. Toch gaan we ermee door, hoewel het wat lijkt af te nemen bij het ouder worden. Ik heb het over piekeren.

Piekeren is een wat tobberige vorm van denken. Gedachten malen rond in je hoofd, vaak zonder al te veel structuur. Ze malen rond, dezelfde gedachte komt steeds weer terug, dringt zich sterker aan je op. Mensen worden ziek van hun eigen piekeren, maar kunnen het ook niet loslaten. Het malen heeft een plek in hun leven gekregen, op een meestal ongewenst moment, namelijk voor het inslapen.

Mensen piekeren wat af in Nederland. En het gaat bijna nooit over iets waar mensen daadwerkelijk iets aan kunnen doen. Vaak piekeren we over dingen die zich nooit zullen voordoen. Dat valt gemakkelijk te onderzoeken door de volgende vraag te beantwoorden: zijn de gedachten of angsten die je toen tijdens het piekeren had uitgekomen? Denk daarbij aan het piekeren van een tijdje geleden, en de meesten kunnen vaststellen dat het toch anders gelopen is dan in het getob was bedacht.

Piekeren komt voort uit angst. Angst dat het niet goed komt, dat mensen je niet mogen, dat je financieel niet rond komt, dat het je nooit lukt om af te vallen, angst dat mensen een hekel aan je zullen hebben, zeker als ze al je getob kennen, dat het geld echt een probleem wordt en dat je veel te dik bent, dat je zo nooit in slaap komt, nu is er al weer een uur voorbij.

En het zijn beslist niet de lanterfanters die piekeren. Meestal zijn het mensen die het graag goed willen doen, zich erg verantwoordelijk voelen, zelf-kritisch zijn. Ze willen het alleen zo graag goed doen dat het daardoor mis gaat. Het moet perfect, het mag gewoon niet fout gaan. Ze willen alles zelf onder controle hebben en durven niet vertrouwen op het moment, op zichzelf en de ander. En dus piekeren ze alles bij langs, en nog eens, en nog een keer, het wil maar niet stoppen.

Is het wel mogelijk om iets aan het piekeren te doen? Ja, dat is goed mogelijk. Mensen kunnen leren om zich te ontspannen, ze kunnen de behoefte aan slaap vergroten door ’s avonds minder koffie te drinken, ze kunnen leren zich meer te uiten over zaken die hen bezighouden, zodat ze ontdekken dat anderen soms zomaar over dezelfde dingen piekeren, etc. Of ze gaan meer tijd maken voor piekeren. Daar wil ik het vandaag vooral over hebben.

Maak tijd voor piekeren. Dat klinkt gek, want het kost juist al zoveel tijd. Maar het jezelf verbieden te piekeren wakkert het meer aan dan dat het iets oplost. Mensen gaan piekeren als ze niets anders te doen hebben. En dat is juist vaak ’s avonds voor het slapen gaan. Maar dat is ook het meest ongewenst moment van de dag. Probeer eerder op de dag tijd te maken voor piekeren, ga er speciaal voor zitten en pieker dan over alles wat je aandacht verdient.

Deze eerste tip kan aangevuld worden met de volgende: schrijf je piekergedachten zo nauwkeurig mogelijk op. Vaak gaat piekeren namelijk zo snel, dat gedachten niet afgemaakt worden, het zijn flarden van gedachten en gevoelens die ons beangstigen. Door de tijd te nemen ze op te schrijven wordt duidelijk dat veel van de piekergedachten niet realistisch zijn. Maak zo nodig van deze piekerflarden vervolgens meer realistische gedachten. Het rustig herhaald lezen van deze realistische gedachten geeft grip en energie.

Na verloop van tijd – het kost enige oefening – wordt het gemakkelijker om ’s avonds niet meer te piekeren. Het is overdag immers al gebeurd, en stofzuigen hoeft ook niet overdag en ’s nachts gedaan te worden. En als het piekeren toch nog even de kop opsteekt, hoeft niet meer gestresst gedacht worden dat het tobben nu en direkt moet stoppen. Het volstaat met te denken: ‘nou, daar ga ik morgen nog eens rustig verder over piekeren, als ik er alle tijd voor heb en klaarwakker ben. Dan gaat het piekeren ook veel beter.’

Dat klinkt een beetje gek. Piekeren is toch niet leuk? Inderdaad, 65 procent van de Nederlanders beoordeelt ‘piekeren’ negatief. Maar, zo schrijft Maarten ’t Hart, dat geldt niet voor mensen wier moedertaal Maleis is. Bijna driekwart van hen beoordeelt ‘pikir’ als positief. En beide woorden hebben dezelfde oorsprong. Het woord ‘piekeren’ is namelijk een leenwoord, afkomstig uit het Maleis. Het woord ‘pikir’ had en heeft daar de betekenis van ‘(na)denken’, in het nederlands heeft het nu de wat ongunstige betekenis ‘tobberig denken’ gekregen.

Wie toch nog wat wil piekeren over het bovenstaande kan nazoeken dat het onderzoekje van ’t Hart veel te klein is om zo genoemd te worden. Wie graag van zijn piekeren af wil kan direkt beginnen met het instellen van een piekermoment. Dat kan een dagelijks piekeruur zijn, vaak is een piekerkwartiertje al mooi. Maar lang of kort, hoe dan ook: neem de tijd voor ‘pikir’.