13 november 2007

Wat is jouw verhaal?

Ieder mens heeft wel een verhaal. Er zijn vluchtelingenverhalen en verhalen van misbruik, stoere verhalen die onzekerheid maskeren en echte successtory’s, tedere verhalen die ontroeren en afschrikwekkende verhalen. Er zijn verhalenvertellers, en er zijn anderen die niets te zeggen hebben. De wereld is vol verhalen, en even zovele verhalenvertellers. Verhalen die elkaar aanvullen of ontkrachten, verhalen die troosten of vermaken. Maar bovenal wil een verhaal verteld worden.

Mensen schrijven. Brieven, mailtjes, dagboeken, reisverslagen, memoires. Egodocumenten worden ze wel genoemd. Het zijn teksten, waarin het persoonlijke leven en perspectief van de schrijver centraal staat. Alledaagse belevingen staan erin beschreven, het zijn de ‘kleine’ verhalen, vaak met veel zeggingskracht. Soms wordt een levensverhaal door een schrijver tot een roman gemaakt, zoals bij het boek “Terug naar Oegstgeest” van de onlangs overleden schrijver Jan Wolkers.

Ook in de psychiatrie gaat het om verhalen, om het verhaal van de patiënt. De patiënt wordt gevraagd te vertellen, over hoe het nu gaat en hoe het zover heeft kunnen komen. En de behandelaar is als iemand die midden in een boek begint te lezen. Hij kent de belangrijkste personages nog niet, weet niet wat er allemaal in die eerste hoofdstukken is gebeurd, waardoor de hoofdpersoon geworden is tot de persoon zoals de behandelaar die ontmoet. En ook weet de behandelaar nog niet hoe het verhaal verder wil.

Wat is belangrijk bij iemands verhaal? Psychologen of artsen in opleiding vinden dat soms lastig. In het kader van de opleiding wordt hen vaak gevraagd een biografie bij de patiënt af te nemen. Maar hoe doe je dat? Moet je feiten verzamelen, wanneer iemand geboren is, wie de ouders zijn, wanneer hij naar school ging en naar welke, wie broertjes of zusjes waren, wat voor werk iemand gedaan heeft, enz.? Of wil je weten hoe iemand zich gevoeld heeft, wat iemand meegemaakt heeft, wat voor iemand van waarde was of wie van waarde waren en het misschien nu niet meer zijn? Wil je misschien iemands eigen verhaal horen?

Wordt het nu niet te zweverig? Een behandelaar wil toch weten wat iemand heeft meegemaakt. Want dan kan hij verklaren hoe het komt dat de klachten zijn ontstaan. Als je precies weet wat er gebeurd is, dan wordt vast wel duidelijk waarom het nu zo gaat met iemand. En dus moet je precies de werkelijkheid achterhalen. De werkelijkheid. Maar kan dat? Wel in een wereldbeeld, waarin het vooral om oorzaak en gevolg gaat. Maar is elke werkelijkheid niet vooral en in de eerste plaats een vertelde werkelijkheid?

Patiënten vertellen verhalen. Ze proberen samenhang aan te brengen, willen zin geven aan problematische gebeurtenissen. Door uit te leggen wat eraan vooraf ging of hoe anderen figureerden in hun verhaal. Bij sommigen lijkt het verhaal zich traag voort te slepen. Bij anderen is het boek ten einde, er is alleen maar die laatste lege bladzijde. Bij weer anderen lijkt het verhaal op een treurig refrein.

Veel mensen hebben het gevoel dat hun leven vastligt. ‘Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje’. ‘De appel valt niet ver van de boom’. Dergelijke uitdrukkingen geven het gevoel weer dat veel vanuit je jeugd wordt bepaald, en dat je daar zelf later weinig aan kan veranderen. Het verleden kan je niet veranderen, je ouders heb je niet gekozen, en evenmin je intelligentie, opvoeding of karakter.

In een narratieve of verhalende benadering wordt hier anders tegenaan gekeken. Want het verhaal over je verleden is het verhaal over je verleden. Het verhaal wat je nú vertelt. En dat kan anders zijn dan het verhaal wat je eerder vertelde. Omdat je dingen anders bent gaan zien. Omdat de personages in je verhaal zich verder hebben ontwikkeld en je hen in een ander licht bent gaan zien. En in dat veranderde licht kunnen mensen zich weer andere dingen herinneren. Uit hetzelfde verleden. Of is het een ander verleden?

In Heerenveen kunnen patiënten de behandelmodule ‘Werken aan de biografie’ volgen. In deze module wordt ervan uit gegaan dat veel vastligt maar dat het belangrijkste deel van de levensloop gezien kan worden als een eigen onderneming. In deze module leren mensen zaken uit het verleden een plaats geven, en het ondernemerschap ten aanzien van hun eigen levensloop te versterken. Hier is het beeld van een ondernemer gebruikt, als variant op de verteller of de romanschrijver. Om te benadrukken dat je kan werken aan je verhaal.

Ieder mens heeft wel een verhaal. Wat is jouw verhaal?