30 oktober 2007

Lachen is gezond, maar in Tanzania …

Die tranen zijn niet echt. Dat zei afgelopen week de Spaanse psychiater José Cabrera in een kranteninterview over de tranen van Kate McCann, de moeder van het in Portugal verdwenen meisje Madeleine. Deze psychiater is gespecialiseerd in gezichtsuitdrukkingen. Hij beschreef haar optreden als ‘theater'. Of de psychiater gelijk heeft? Wel dat er in het algemeen bij een verdrietig iemand vaak meer in het gezicht en aan de houding te zien is dan tranen alleen.

Datzelfde geldt ook voor iemand die moet lachen. Desmond Morris noemt lachen dan ook een samengesteld gebaar, omdat het in feite bestaat uit allerlei kleine gebaren. Bij de meest intensieve vorm zijn er volgens Morris twaalf afzonderlijke elementen te onderscheiden, waaronder tranen.

Zo maakt iemand die voluit lacht onder andere een toeterend of luid blaffend geluid (ha-ha-ha-ho-ho-ho-he-he), trekt zijn mond wijd open, trekt rimpels in zijn neus, knijpt zijn ogen dicht, laat de tranen biggelen, gooit zijn hoofd achterover, wiegt zijn romp heen en weer, grijpt zijn buik vast en stampt met zijn voet. Dat moet u zeker eens proberen, dat wordt lachen.

Lachen komt vaak voor. Volgens sommige schattingen gemiddeld wel twintig keer op een dag, bij kinderen is dit een tienvoud hiervan. En lachen komt op elke plek voor, ook in therapiegesprekken.

Een patiënte zei laatst: “we hebben wel flink gelachen de vorige keer, en dat bevalt me wel”. Ze gaf daarmee ook uitdrukking aan hoe ze het contact met mij had ervaren. Lachen brengt mensen dichter bij elkaar, en is dan een vorm van contact maken, van kinds af aan.

Morris zegt daarover: door te huilen zorgt de baby dat de moeder komt, door te lachen dat de moeder blijft. En om nog even bij de biologie te blijven. Er zijn nogal wat claims dat lachen gezond is. Bekend is dat chronische stress in de vorm van depressieve gevoelens, angst, vijandigheid of boosheid het risico op hartfalen vergroten, zo schrijft Miller.

Maar wat is het effect van positieve emoties op de doorbloeding? In het tijdschrift Heart in 2006 deed Miller verslag van zijn onderzoek, waarbij twintig vrijwilligers naar filmfragmenten hadden gekeken.

Bij het kijken naar de bestorming van de stranden in de oorlogsfilm “Saving private Ryan” daalde de snelheid waarmee het bloed stroomde fors, bij het kijken naar een komedie ging het bloed weer sneller stromen. Deze betere doorbloeding was tot drie kwartier na het experiment aantoonbaar.

En zo zijn er meer claims dat lachen goed is voor de gezondheid. Een betere doorbloeding, vermindering van stress, versterking van de afweer, etc. Lachen als therapie dus.

Bij sommigen staat dat zo centraal dat er lachsessies worden gehouden. Samen lachen, als gezond gedrag. Dat is interessant voor onze gezondheid en voor de kosten van de zorgverzekeraar.

Zo heeft VGZ informatie over de heilzame werking van lachen prominent op hun site staan als een gezonde gewoonte. Deze werking hangt samen met een verbeterde ademhaling, vrijkomende endorfines die een prettig gevoel geven, en tranen die het immuunsysteem verbeteren.

Kortom, u kunt nog gaan joggen, maar eens goed in een deuk liggen zet ook flink zoden aan de dijk.

Deze kennis kan bij het begin van een nieuw theater seizoen helpen om een keus te maken. Herman Finkers heeft weer een nieuwe voorstelling, die in januari in Leeuwarden komt. Dan kunnen mensen met zijn allen lachen, dat gaat nog gemakkelijker. Want lachen is aanstekelijk, net als sommige andere gedragingen, zoals bijvoorbeeld geeuwen.

Dat is ongetwijfeld ook de reden dat bij veel komedies publiek wordt ingehuurd om op gezette tijden royaal en breeduit hun lach te laten rollen. Dan gaat de kijker het vanzelf ook doen. En soms werkt lachen zo aanstekelijk dat het besmettelijk wordt.

In januari 1962 begonnen enkele meisjes te lachen, niet bekend is waarom. Ze zaten in Tanzania op een school voor meisjes van 12 tot 18 jaar. Al snel begonnen ook anderen in de klas te lachen, en niet lang daarna moest op 18 maart de school, gelegen in de buurt van het Victoriameer, worden gesloten, omdat inmiddels 60% van de leerlingen besmet was geraakt met het onbedaarlijke lachvirus.

In mei van dat jaar heropende de school, maar moest al snel opnieuw sluiten. Lesgeven was onmogelijk, omdat de leerlingen steeds moesten lachen, soms uren lang. De kinderen gingen naar hun dorpen, waardoor het lachvirus zich verder verspreidde.

In totaal raakten meer dan 1000 personen, vooral meisjes en jonge vrouwen, besmet en moesten 14 scholen worden gesloten. Pas na tweeënhalf jaar, in 1964 was de epidemie gestopt. Om je ziek te lachen.