2 oktober 2007

Niet weten

Een menselijk mens. Zo werd afgelopen vrijdag ter gelegenheid van haar afstuderen een GZ-psychologe genoemd. Ze werd bij die diploma-uitreiking in Groningen toegesproken door een collega, die onderstreepte wat ze allemaal geleerd had, maar dat ze bovenal echt mens gebleven was, goed naast de patiënten kon staan, met hen kon omgaan. Ze was werkelijk een warm mensenmens.

Nu ben je niet zo maar een geregistreerd GZ-psycholoog. Na afronding van een studie psychologie aan de universiteit moet je solliciteren op of gevraagd worden voor een opleidingsplek. En het aantal beschikbare opleidingsplaatsen per jaar is beperkt. De opleiding zelf bestaat uit vier dagen werken en leren in een praktijkinstelling, en daarnaast nog één dag onderwijs. In de twee jaar dat de opleiding duurt moet veel vakliteratuur gelezen worden, met een omvang van ongeveer vijfduizend pagina’s.

Als je dat allemaal achter de rug hebt en dan ook nog heel gewoon contact kan maken. Dat zijn de besten. Je zult maar hulp nodig hebben en zo’n psychologe treffen, die hard gestudeerd heeft en je gewoon goed begrijpt. Heel gewoon, zonder poespas. Met wie je gemakkelijk kan praten, en die direct snapt waar je het over hebt, of hoe je je voelt. Want dat wil iedereen wel, begrepen worden, gezien worden. Heerlijk, iemand die dat zo kan.

Maar kan dat? Een week eerder was ik in Den Haag, op een congres. Daar sprak iemand over het vak, over wat therapie inhoudt. En deze zei dat de beste houding voor een therapeut was de niet-weten houding. Want, zo zei Anthony Bateman, een therapeut kan nooit meer weten van wat de patiënt denkt dan de patiënt zelf, en weet dat vaak zelfs veel minder goed dan de patiënt. Wil hij de patiënt begrijpen, dan zit er maar één ding op: Zich realiseren dat hij de ander niet vanzelf begrijpt, maar dat hij door actief en aandachtig te luisteren een beetje gaat begrijpen wat de ander denkt, voelt of bezig houdt.

Deze benadering wordt zoals gezegd voorgestaan door Anthony Bateman en zijn collega Peter Fonagy, en de therapie waar deze niet-weten houding een onderdeel van uitmaakt heet Mentalization Based Treatment. Het is een wetenschappelijk goed onderzochte en effectieve behandeling voor mensen met borderlineproblematiek. Bateman zelf is een uiterst vriendelijke man (dat merkte spontaan ook de Finse collega op die tijdens het congres naast mij zat). Zou deze niet-weten houding ook goed zijn in het contact met alle andere mensen?

Een onderzoekende opstelling, waarin je je realiseert dat je niet weet wat er in de ander omgaat, vereist dat we tijd en aandacht geven aan die andere mens. Maar vaak gaat het anders. Want we snappen het allemaal zo goed. Ja, en dus hebben we er ook direct een mening over, zijn graag bereid tot een suggestie, maken duidelijk dat dit echt niet kan of we zien het probleem en lossen het wel even op. En als we er niks mee hoeven doen, dan gaan we in ons denken al weer op zoek naar iets wat wij de ander nog kunnen vertellen.

Betekent dit pleidooi van Anthony Bateman voor een houding van niet-weten dat een hulpverlener niet veel hoeft te leren of te weten, dat hij alleen maar goed hoeft kunnen vragenstellen en kunnen luisteren? Nee, de houding van niet-weten, van je open stellen voor de ander, sluit het hebben van kennis zeker niet uit. Kennis van het vak, ervaring opdoen in leer-werk trajecten is onontbeerlijk. Bateman heeft zelf veel gestudeerd, en is als gasthoogleraar betrokken bij het University College te Londen.

Maar kennis die iemand geleerd heeft over ziektes, over gevoelens van mensen en hun gedrag, is algemene kennis. Het is geen geschikt instrument om in het hoofd en hart te kijken van degene met wie jij dagelijks in contact bent. Wil je iets begrijpen van de binnenwereld van die ander, wat die ander denkt, voelt, hoe hij de wereld of jou tot nu toe ervaren heeft, dan is algemene kennis onvoldoende.

Dus alleen de ander kan mij helpen iets te begrijpen van wat er in hem of haar omgaat. Door die ander ruimte te geven, te luisteren, me te verdiepen, kan ik geleidelijk wat meer gaan begrijpen van het verhaal van de ander. Toch denken wij vaak voor een ander, vullen voor de ander in wat hij voelt of denkt. Welke mensen kent u in uw omgeving die dat plezierig vinden?