29 mei 2007

Het gelijk van de circusdirecteur

‘Het klopt precies! Alsof het voor mij geschreven is’. Ze gaf mij het boek terug, en wist nu zeker wat haar diagnose was. Ik had haar het boekje ‘Alles of niets’ laten lezen, geschreven door Erwin van Meekeren, waarin op heldere wijze informatie over borderlineproblematiek wordt gegegeven. Ze had erin gelezen, herkende de symptomen bij zichzelf en had het gevoel dat het precies klopte. Maar bij mij bleef enige twijfel.

Mensen betrekken snel dingen op zichzelf, en herkennen deze dan als precies bij hen passend. Was het terecht dat ik aarzelde? Immers, zelf had ik de diagnose al min of meer gesteld, en had haar voorgesteld het bewuste boekje te lezen. Zij had de daarin beschreven symptomen van de borderline persoonlijkheidsstoornis zorgvuldig gelezen, samen met haar vriend, en beiden herkenden precies wat er stond. Dat is dan toch een bevestiging dat de diagnose juist was?

Professor Bertram Forer worstelde ook met deze vraag. Hij ontwierp een persoonlijkheidstest en liet deze door zijn studenten invullen. Vervolgens kreeg iedere student de uitslag van deze test in de vorm van een uitgetypte persoonsbeschrijving. Om de kwaliteit van de test te kunnen bepalen vroeg hij de studenten om ieder voor zich op papier aan te geven met een score van 0 (klopt helemaal niet) tot 5 (klopt precies) of de beschrijving juist was. Later zou blijken dat de juistheid van de test gewaardeerd was met een gemiddelde score van ruim boven de 4, dus als zeer goed.

Hij vroeg toen de studenten om middels het opsteken van hun hand aan te geven of ze het een goede test hadden gevonden. Bijna alle handen gingen omhoog. Daarop vroeg hij één student om de eerste zin voor te lezen die op zijn eigen beschrijving stond. Forer stelde voor dat andere studenten, die ook zo’n eerste zin in hun persoonsbeschrijving hadden staan, hun hand op zouden steken. Alle handen gingen omhoog, en een geweldig gelach ontstond. Want, zo werd duidelijk, Forer had iedereen precies dezelfde 13 zinnen gegeven als persoonsbeschrijving. En allemaal vonden ze dat deze beschrijving precies bij hen paste!

Enkele van de 13 zinnen die Forer gebruikt had als persoonsbeschrijving zijn: Je hebt sterk de behoefte dat anderen je graag mogen en waarderen. Je hebt de neiging om kritisch op jezelf te zijn. Discipline en zelfcontrole is je buitenkant, van binnen ben je geneigd je zorgen te maken en ben je onzeker. Je hebt ervaren dat het niet verstandig is om al te openhartig over jezelf te zijn naar anderen. Herkent u zich in deze zinnen? Forer publiceerde zijn artikel in 1949. Het onderzoek werd regelmatig herhaald, en de uitkomst was steeds dezelfde.

Mensen hebben de neiging om algemene persoonsuitspraken te zien als uniek en precies bij henzelf passend. Dat heeft niet alleen te maken met de status van degene die de uitspraak doet. Of met het feit dat mensen nu eenmaal weinig uniek zijn. Het heeft ook met iets ander te maken. Mensen hebben allerlei soorten gedachten, gevoelens en ervaringen. Het zoeken van voorbeelden in je eigen leven die een bepaalde uitspraak kunnen bevestigen lukt dan ook al snel.

Om bij een ander voorbeelden te zoeken die een persoonsomschrijving kunnen bevestigen lukt vaak minder goed, zeker als je de ander minder goed kent. Dezelfde zinnen uit het onderzoek van Forer werden opnieuw voorgelegd aan mensen, maar nu werd hen gevraagd om aan te geven hoe goed deze persoonsomschrijving paste bij een bekende van hen. Wat bleek? De omschrijving werd nu als veel minder adequaat ingeschat.

Zou dit ook bij horoscopen opgaan? Deze vergelijking met horoscopen is niet geheel toevallig. De zinnen die Forer gebruikt had, kwamen uit een astrologieboek, en zowel hij als onderzoekers na hem verwijzen nadrukkelijk naar het algemene karakter van uitspraken in horoscopen, waarbij de lezer vooral op zoek zal gaan naar bevestiging, en deze - met de nodige inspanning - ongetwijfeld ook zal vinden.

Enkele jaren later werd hieraan de naam het ‘Barnum-effect’ gegeven, de neiging van mensen om vage en algemene uitspraken te lezen als precies bij hen passend. ‘Voor elk wat wils’, riep ooit Phineas Taylor Barnum, een groot circusdirecteur, en prees zijn voorstelling aan. Aardig om te vermelden is dat in ‘de grootste show op aarde’ een olifant met de naam Jumbo optrad, gekocht van de dierentuin in Londen. Zijn naam werd later ook een begrip, net als bij Barnum, die overleed in 1891.

‘Voor elk wat wils’, zei de circusdirecteur, want hij wist dat iedere bezoeker er wel iets uithaalde wat bij hem past. Net als met de testuitslagen van Forer. En misschien ook net als met allerlei testjes en informatie op internet. U leest er wat over, herkent u zelf in een bepaald geschetst type persoon en zegt hardop tegen uzelf dat het toch wel opvallend is dat de daar genoemde klachten precies uw problemen omschrijven! Dat is het gelijk van de circusdirecteur.