1 mei 2007

De eerste indruk

Vaak weet je het meteen. Je ontmoet iemand, een eerste indruk en je hebt je idee over de ander al gevormd. Een eigenwijze snuiter, een feestbeest of een echte vakman. Die eerste indruk speelt een rol bij feestjes, sollicitaties of op het werk en bepaalt dan met wie je gaat praten, wie je aanneemt of met wie je het goed kunt vinden. De eerste indruk is zeer bepalend. Wat weten we van die eerste indruk?

Mensen hebben weinig tijd nodig om zich een eerste indruk van iemand te vormen. Een sollicitatiecommissie heeft, nog voor de sollicitant is gaan zitten, al een eerste indruk. Die eerste indruk komt in luttele seconden tot stand, of hooguit in de eerste paar minuten. Mensen kunnen zich niet permitteren lange tijd na te denken over de eerste indruk. Ze moeten zonodig direct kunnen reageren, en daar hebben ze een eerste indruk en oordeel voor nodig.

Die eerste indruk heeft weinig te maken met wat iemand zegt, meer met hoe hij iets zegt of hoe hij of zij eruit ziet. Roos Vonk, hoogleraar sociale psychologie te Nijmegen, schreef er een boek over. Zij zegt dat bij een eerste indruk binnen enkele minuten de ander in een bepaalde groep wordt ondergebracht, gecategoriseerd. Iemand is jong, oud, onzeker, bazig, netjes, onverzorgd, irritant of aangenaam. En je voelt zomaar of het klikt met iemand of niet.

De eerste indruk is geen objectieve inschatting en komt meestal tot stand op basis van vergelijking. We delen iemand bijvoorbeeld in op basis van vergelijking met een stereotype beeld: dat is weer zo’n jongere die snel geld wil verdienen. Of op basis van ervaringen die we met iemand hebben die we eerder hebben ontmoet: die is net zo arrogant als mijn vorige baas. En de eerste indruk is ook nog eens afhankelijk van onze stemming op dat moment.

De eerste indruk houdt goed stand. Daar zorgen we wel voor. Want mensen zien vooral dát in de ander wat hun eerste indruk bevestigt. En stellen vragen die bij de eerste indruk passen en deze versterken. Aan een introvert persoon vraag je welke boeken hij leest, of hij wel eens alleen op vakantie ging. Aan een uitbundig iemand of zij ook zo van feestjes houdt.

De conclusie lijkt duidelijk. Eerste indrukken zijn zeer bepalend, maar niet feilloos. Ze kunnen helpen, maar zetten ons zomaar op het verkeerde been, en zie dan maar weer eens van je eerste indruk af te komen. Eerste indrukken werken als hokjesdenken, wat ook nog eens deels toevallig tot stand komt, afhankelijk van hoe je jezelf op dat moment voelt.

Ook een hulpverlener vormt zich een eerste indruk van een patiënt en diens probleem. Is dat niet risicovol? Zeker. In een recent verschenen artikel over medische missers werd ook aandacht besteed aan het risico van de eerste indruk. In het contact met de arts of psycholoog heeft deze al snel een indruk van het probleem of de klacht, en zoekt vervolgens daar bewijs voor. Met het risico dat een andere en juistere diagnose over het hoofd wordt gezien.

Dat moet voorkomen worden en dat kan ook. Een gestructureerde diagnostiek helpt om alle klachten in kaart te brengen, ook die waar je bij de eerste indruk niet aan denkt. Daarnaast is reflectie op het eigen handelen belangrijk. Professionals in de GGZ nemen deel aan intervisiegroepen, om de kwaliteit van hun eigen handelen te verbeteren. Deze reflectie begint al tijdens de opleiding. In de opleiding tot GZ-psycholoog verzorg ik als docent een onderdeel waarin het leren reflecteren centraal staat. En wie een vakbekwaamheidsregistratie wil behouden moet zich geregeld laten bijscholen.

Terug naar u. Wat was uw eerste indruk toen u begon te lezen? Heeft het lezen van deze column, mogelijk nog geen vijf minuten, die eerste indruk bevestigd? Wist u direct wat u kon verwachten? Niet alleen dokters of psychologen vormen zich een eerste indruk, dat doen lezers of patiënten ook. In een boek is een pakkende openingszin veelzeggend over wat je van het vervolg kan verwachten.

De eerste indruk heeft iets toevalligs en doet lang niet altijd recht aan de ander. De vraag is dan, hoe mensen daarmee omgaan. Dat is niet zo gemakkelijk. Bij hulpverleners is er heel wat tijd en aandacht voor nodig, in de opleiding en gedurende het werk. Stelt u een eerste indruk wel eens bij? Hoe doet u dat, wat hebt u daarvoor nodig?