6 maart 2007

Mañana, mañana, volksziekte nummer 1

Je zou het met recht een volksziekte kunnen noemen. Procrastinatie als volksziekte nummer 1. Waarbij het overigens wel dringen is op die eerste plaats, want hart- en vaatziekten, reuma, diabetes, obesitas of depressie worden ook wel voorgedragen als de belangrijkste volkskwaal. Waarom moet daar procrastinatie bij? Wat is dat nu weer voor engs?

Procrastinatie is een uit het Latijn afkomstige vakterm voor uitstelgedrag. Het komt veel voor. Bij 20 procent van de mensen heeft het uitstellen een chronische vorm aangenomen, aldus Joe Ferrari, professor aan de DePaul Universiteit in California, die veel onderzoek deed naar procrastinatie. Schouwenburg, een Groningse onderzoeker, schat zelfs dat onder studenten wel 70 procent last heeft van uitstelgedrag. Met alle gevolgen, voor de persoon zelf, voor diens omgeving en de maatschappij.

Want mensen die chronisch uitstellen ontwikkelen vaker dan anderen allerlei klachten, waaronder verkoudheden, maagdarm-klachten, depressieve gevoelens, angstklachten, slapeloosheid, onzekerheid. Maar ook vrienden, familie of collega’s ervaren de druk van iemands chronisch uitstelgedrag, omdat werk of taken tengevolge van het uitstelgedrag of de gevolgen daarvan uiteindelijk bij hen terechtkomen. En wanneer werk van zoveel mensen blijft liggen leidt dat ook tot grote economische schade.

Minstens twintig procent laat chronisch uitstelgedrag zien en ongetwijfeld is het percentage mensen wat af en toe last heeft van uitstelgedrag veel groter. Alle reden dus om procrastinatie volksziekte nummer 1 te noemen. Maar is het een ziekte? Daar zijn twee kanttekeningen bij te maken.

In de eerste plaats is het geen ziekte in letterlijke zin. Er zijn geen pillen voor, opereren is geen optie. Het gaat om gedrag, uitstelgedrag. En zoals zovaak, jong geleerd, oud gedaan. Want uitstellen begint al op jonge leeftijd, en velen kennen goed de stress vlak voor toetsen op school, het huiswerk wat nog moet, of het opruimen van de kamer. Een meer authoritaire opvoedstijl zou bijdragen aan het ontwikkelen van uitstelgedrag, omdat de prikkel om in actie te komen steeds van een ander komt, en niet van binnenuit.

Maar er is nog iets. Het kan dan wel gedrag zijn, maar moet je het niet wat positiever benoemen? Misschien is het wel een cultureel bepaald iets, zouden we wat gemakkelijker moeten zijn. Niet deadlines, maar contact, met mensen, genieten, dat is pas belangrijk in het leven. En dat andere, ach, mañana, morgen is er weer een dag, zouden ze in Spanje zeggen, misschien kunnen we dan wel weer eens verder zien. Relax, man!

Dat is gemakkelijk gezegd, maar voor mensen die het betreft geldt dit niet. Uitstellen en ontspannen, het gaat niet goed samen. Dat is te begrijpen, want wat wordt er uitgesteld? Niet het kopen van die nieuwe cd, of een lekker wijntje drinken, of internetten, of kletsen, rechtstreeks of digitaal. Maar wel het opruimen, de belastingaangifte voor 1 april, het reageren op die wat lastige mail. Het gaat dus om moeilijke, stressvolle taken, die je wel wilt of moet doen. Het uitstellen neemt de druk dan niet weg, maar laat deze bestaan. Met als gevolg dat je de druk nog langer voelt!

Een eenvoudig gedachtenexperiment volstaat. Laat je gedachten even gaan naar iets wat je al een tijdje uitgesteld hebt. Je mag ook denken aan één van de boven genoemde voorbeelden. Je weet dat het nog moet gebeuren, en eigenlijk had je het al veel eerder willen doen. Hoevoel je je daarbij? We gaan verder. Stel je nu eens het volgende voor. Het is klaar. Ja, echt waar, het is helemaal af. Je hebt het opgepakt en uitgevoerd. Hoe voelt dat?

Het verschil zal voor de meeste mensen goed voelbaar zijn. Wat heerlijk als het klaar is, als ik het wel op tijd af heb. Maar, zo kan iemand verzuchten, dat lukt mij nooit. Want het kan voelen als een ziekte, als iets waar het je maar niet lukt aan te ontsnappen. Bij sommigen wordt uitstellen gevoed door faalangst. Anderen gaan voor de kick van de deadline. Sommigen zijn gewoon lui, weer anderen weinig assertief of schatten eigen mogelijkheden te hoog in. Maar hoe dan ook, het is een ingeslepen gewoonte, net zo moeilijk te veranderen als roken of neuspeuteren.

De vergelijking met roken kan het beeld versterken dat ontsnappen aan deze volkskwaal bijna niet mogelijk is. Maar langzamerhand kan je dat in Nederland ook omdraaien in je voordeel. Want als je het kan vergelijken met een gewoonte als roken, dan biedt dat steeds meer hoop. Er zijn immers steeds meer mensen gestopt met roken. Elk op zijn of haar eigen manier.

‘Doe het vandaag’ is de titel van een zelfhulpboek van Schouwenburg, om stap voor stap het uitstelgedrag te lijf te gaan. Dat moet ik maar eens lezen om mijn procrastinatie uit te bannen. Ik kan bij de bibliotheek het boek aanvragen. Mañana.