20 februari 2007

Het zijn er honderd, dat kan ik wel zeggen

En toen overleed haar echtgenoot. Vamos was een therapeute, en haar werk ging door, ondanks het grote verlies. Om haar patiënten niet met haar problemen te belasten en ook ter bescherming van haar eigen emoties sprak Vamos er niet over met haar patiënten. Sommige patiënten hoorden via via toch van de dood van haar man. Deze patiënten toonden zich geschokt in de ontdekking dat Vamos deze informatie niet met hen gedeeld had. En het stemde Vamos tot nadenken over haar keuze, en ze schreef er een artikel over.

Naar deze gebeurtenis verwijst Zoë Peterson in een artikel over zelfonthulling. Zelfonthulling verwijst gewoonlijk naar de meer persoonlijke inbreng van de therapeut in de therapie. Freud vergeleek zichzelf in de therapeutische relatie met een spiegel. Dat is opvallend, wat Freud zelf was vaak allesbehalve een onpersoonlijke spiegel, waarin de ander slechts zichzelf kon zien. Hij vertelde soms eigen dromen of jeugdherinneringen. En psychiater Roy Grinker vertelde eens over een incident dat plaatsvond toen hij bij Freud in leeranalyse was.

Freuds hond, die altijd bij de therapiesessies aanwezig was, stond midden in de sessie op en wankelde naar de deur. Freud stond op en liet de hond naar buiten. Een paar minuten later stond de hond aan de deur te krabben omdat hij weer naar binnen wilde. Freud stond opnieuw op, opende de deur en zei:“Kijk, hij kon al die weerstand van jou niet langer aanhoren. Nu komt hij terug om je een tweede kans te geven.”

Nu is vrijwel iedereen het erover eens dat een therapeut altijd iets van zichzelf laat zien, door de inrichting van de kamer, kleding, manier van spreken, taalgebruik of kapsel. Maar moet het daar ook bij blijven?

Misschien kan de volgende vraag het probleem verduidelijken. Mag een therapeut een eigen ervaring vertellen in de therapie, om te illustreren dat hij als als therapeut zelf ook onzekerheid of worsteling kent? “Nee”, zegt de één, “het gaat niet om jou, maar om de patiënt.” “Ja”, zegt de ander, “het maakt je meer persoonlijk en meer nabij voor een patiënt.”

Gevoelsmatig zullen sommige mensen mischien kiezen voor deze laatste reactie. Toch ligt het gevoelig. Een patiënt vertelt iets van zichzelf en de therapeut reageert met: ‘O, dat heb ik ook gehad’, en gaat vervolgens zijn verhaal vertellen. Dergelijke reacties kennen mensen maar al te goed, en zal het gevoel gehoord te worden niet versterken. Therapie is niet het uitwisselen – of het tegen elkaar opbieden - van ervaringen.

Nu is de ene zelfonthulling de andere niet. Peterson laat zien dat zelfonthulling door een therapeut een zeer breed begrip is. Het kan variëren van het geven van informatie over opleiding, ervaring of persoonlijke leven, het delen van ervaringen of problemen tot het toegeven van fouten.

Zelfonthulling kan helpend zijn, maar ook therapie in de weg staan. Peterson stelt terecht dat kenmerkend voor een passende zelfonthulling is dat deze het therapieproces van de patiënt ondersteunt.

Ik schrijf nu bijna vijf jaar columns voor de Leeuwarder Courant. In 2002 werd me gevraagd of ik columnist wilde worden. Na enige aarzeling besloot ik de uitdaging aan te gaan, en leverde op verzoek van de redactie een column in als proeve van bekwaamheid. Het werd een column over pillen en praten, maar bovenal over de samenwerking met patiënten, omdat zonder hen de therapie niet zal slagen.

Er volgde een lange rij columns onder de titel ‘In gesprek’. Die koptitel was in goed overleg met mij gekozen. In een enkele column schemerde wel eens iets door uit mijn privéleven. Maar belangrijk voor mij was dat de aandacht ook steeds weer bij u zou zijn. Of misschien beter, bij u en mij, bij ons als mensen, bij wat ons boeit, raakt, ontregelt of verwart.

De columns. Het zijn er nu honderd, dat kan ik wel onthullen. Het is soms hard werken, maar altijd schrijf ik ze met veel plezier. In de politiek worden de eerste honderd dagen wel eens als mijlpaal genomen voor een tussenstand. Dat mag wat mij betreft ook bij honderd columns, reacties zijn welkom. Deze honderdste feestcolumn leek me een mooi moment om iets te schrijven over zelfonthulling door de therapeut. Maar wat denkt u, wie doen de meeste zelfonthullingen in een therapie?