Het zijn er honderd, dat kan ik wel zeggen
En toen overleed haar echtgenoot.
Vamos was een therapeute, en haar werk ging door, ondanks het grote verlies. Om
haar patiënten niet met haar problemen te belasten en ook ter bescherming van
haar eigen emoties sprak Vamos er niet over met haar patiënten. Sommige
patiënten hoorden via via toch van de dood van haar man. Deze patiënten toonden
zich geschokt in de ontdekking dat Vamos deze informatie niet met hen gedeeld
had. En het stemde Vamos tot nadenken over haar keuze, en ze schreef er een
artikel over.
Naar deze gebeurtenis verwijst
Zoë Peterson in een artikel over zelfonthulling. Zelfonthulling verwijst
gewoonlijk naar de meer persoonlijke inbreng van de therapeut in de therapie.
Freud vergeleek zichzelf in de therapeutische relatie met een spiegel. Dat is
opvallend, wat Freud zelf was vaak allesbehalve een onpersoonlijke spiegel,
waarin de ander slechts zichzelf kon zien. Hij vertelde soms eigen dromen of
jeugdherinneringen. En psychiater Roy Grinker vertelde eens over een incident
dat plaatsvond toen hij bij Freud in leeranalyse was.
Freuds hond, die altijd bij de
therapiesessies aanwezig was, stond midden in de sessie op en wankelde naar de
deur. Freud stond op en liet de hond naar buiten. Een paar minuten later stond
de hond aan de deur te krabben omdat hij weer naar binnen wilde. Freud stond
opnieuw op, opende de deur en zei:“Kijk,
hij kon al die weerstand van jou niet langer aanhoren. Nu komt hij terug om je
een tweede kans te geven.”
Nu is vrijwel iedereen het erover
eens dat een therapeut altijd iets van zichzelf laat zien, door de inrichting
van de kamer, kleding, manier van spreken, taalgebruik of kapsel. Maar moet het
daar ook bij blijven?
Misschien kan de volgende vraag
het probleem verduidelijken. Mag een therapeut een eigen ervaring vertellen in
de therapie, om te illustreren dat hij als als therapeut zelf ook onzekerheid
of worsteling kent? “Nee”, zegt de één, “het gaat niet om jou, maar om de
patiënt.” “Ja”, zegt de ander, “het maakt je meer persoonlijk en meer nabij
voor een patiënt.”
Gevoelsmatig zullen sommige
mensen mischien kiezen voor deze laatste reactie. Toch ligt het gevoelig. Een
patiënt vertelt iets van zichzelf en de therapeut reageert met: ‘O, dat heb ik
ook gehad’, en gaat vervolgens zijn verhaal vertellen. Dergelijke reacties
kennen mensen maar al te goed, en zal het gevoel gehoord te worden niet
versterken. Therapie is niet het uitwisselen – of het tegen elkaar opbieden -
van ervaringen.
Nu is de ene zelfonthulling de
andere niet. Peterson laat zien dat zelfonthulling door een therapeut een zeer
breed begrip is. Het kan variëren van het geven van informatie over opleiding,
ervaring of persoonlijke leven, het delen van ervaringen of problemen tot het
toegeven van fouten.
Zelfonthulling kan helpend zijn,
maar ook therapie in de weg staan. Peterson stelt terecht dat kenmerkend voor
een passende zelfonthulling is dat deze het therapieproces van de patiënt
ondersteunt.
Ik schrijf nu bijna vijf jaar columns
voor de Leeuwarder Courant. In 2002 werd me gevraagd of ik columnist wilde
worden. Na enige aarzeling besloot ik de uitdaging aan te gaan, en leverde op
verzoek van de redactie een column in als proeve van bekwaamheid. Het werd een
column over pillen en praten, maar bovenal over de samenwerking met patiënten,
omdat zonder hen de therapie niet zal slagen.
Er volgde een lange rij columns
onder de titel ‘In gesprek’. Die koptitel was in goed overleg met mij gekozen.
In een enkele column schemerde wel eens iets door uit mijn privéleven. Maar
belangrijk voor mij was dat de aandacht ook steeds weer bij u zou zijn. Of
misschien beter, bij u en mij, bij ons als mensen, bij wat ons boeit, raakt,
ontregelt of verwart.
De columns. Het zijn er nu
honderd, dat kan ik wel onthullen. Het is soms hard werken, maar altijd schrijf
ik ze met veel plezier. In de politiek worden de eerste honderd dagen wel eens
als mijlpaal genomen voor een tussenstand. Dat mag wat mij betreft ook bij
honderd columns, reacties zijn welkom. Deze honderdste feestcolumn leek me een
mooi moment om iets te schrijven over zelfonthulling door de therapeut. Maar
wat denkt u, wie doen de meeste zelfonthullingen in een therapie?