Thank you
De gedachte had de glans van een parel.
Hoe langer ik ernaar keek, hoe meer ik verblind raakte door de schittering van
wat hij zojuist gezegd had. Hij was geen wollig persoon, had als psychiater een
helder verhaal over een groep die hij gestart was voor patiënten. Ik ben bang
dat ik veel niet meer weet, maar een paar zinnen bleven rondzingen in mijn
hoofd. “En dan doen we tot slot weer een rondje in de groep, en na afloop van
elke groepssessie bedank ik alle aanwezigen voor hun aanwezigheid, voor wat ze
gezegd en gedaan hebben. Het is wat Amerikaans, maar het werkt wel.”
Verplicht bedanken. Amerikaans.
Dat zijn nou niet direct sleutelwoorden die veel mensen gelukkig zullen maken.
Thank you. Yes, thank you. Al eerder had ik gehoord dat Amerikanen zich
gemakkelijk zo uiten. In een interview zei voormalig NOS-correspondent in New
York en Amerika-kenner Charles Groenhuijsen dat in het gewone leven, in de
buurt waar je woont, de mensen ontstellend vriendelijk zijn.
Thank you. Gewoon dank je wel
zeggen. Ik besloot het uit te proberen. Het was tijdens de laatste bijeenkomst
met de voormalige postbode, die zijn behandeling zou afronden bij het team
kortdurende dagbehandeling. Bij dat gesprek was ook zijn vrouw aanwezig, en
verder de sociotherapeut van het team.
In dit laatste gesprek keken we
samen terug op de behandeling. De behandeling was naar de overtuiging van het
team goed verlopen, en dat kon ik hem dan ook zeggen: “Ik denk dat je een stuk
vooruit gekomen bent.”
En dan had het zo verder kunnen gaan. De patiënt zegt: “Dat vind
ik ook, maar ik ben er nog niet.” Dat lijkt een plausibele opvatting, de
psycholoog of psychiater stemt er dan ook mee in en de patiënt krijgt nog wat
adviezen mee voor onderweg. Hooguit licht gebogen onder de last van het willen
onthouden van deze belangrijke laatste woorden vervolgt de patiënt dan zijn
weg.
Maar deze keer ging het anders.
Want ik zei mijn Thank you-tekst.
Niet letterlijk, want dan zou de man zo door hebben dat ik een Amerikaans
trucje uithaalde. En ik kende onvoldoende zijn politieke kleur of zijn mogelijke
MacDonalds aversie om de gok te wagen. Je kunt niet zomaar ergens binnenvallen
als je niet weet wat je aantreft. Ik koos dus voor de Nederlandse variant en
zei: “Ik wil je bedanken voor je inzet en je samenwerking, zonder jou hadden we
zover niet kunnen komen.”
Zo, ik had Thank You gezegd, en
Amerikanen doen alles big en much, dus ik zei er nog maar eens achteraan: “Dank
je wel.” En toen was ik niet meer te houden, ik keek naar zijn vrouw en
zei: “Ik wil jou ook bedanken voor je
inzet, voor het feit dat je zelf volgehouden hebt, je man gesteund hebt in deze
moeilijke periode, dat je je bijdrage hebt willen leveren in de therapie. Dank
je wel daarvoor.”
Nou, het kwam aan. Bij beiden.
Het Amerikaanse Thank You–virus had
hen direct te pakken. Hij bedankte mij voor mijn woorden, bedankte zijn vrouw,
bedankte voor de therapie, het had hem echt geweldig geholpen. Jullie ook
bedankt! In de kamer hing een tevreden sfeer, het echtpaar vertrok opgeruimd en
monter, ik voelde me loom en gelukkig. Ik kon geen advies meer verzinnen.
Nu, terwijl de Amerikanen met hun
snelle Blue Angels de open dagen van de vliegbasis Leeuwarden weer hebben
verlaten – het was een mooie show, thank you - mijmerde ik nog wat door. Wordt het
niet erg Amerikaans automatisch om dank-je-wel te zeggen? Direct voelde ik weer
mijn irritatie over het dank-je-wel van Rijkswaterstaat. Rood-wit gestreepte
signaleringspaaltjes hadden de snelweg versmald tot het pad voor een slak met
een gang van hooguit 70 kilometer. Wegwerkers waren er niet, de verboden
weghelft zag er aantrekkelijk uit. En na eindeloos trage kilometers kwam toen
dat bord: “Bedankt voor uw geduld, een goede reis gewenst!”
Ik had me allesbehalve geduldig
gevoeld. Mij bedanken voor geduld wat ik niet had. Pesterig vond ik het, dat
was nou echt nep, Amerikaans in zijn negatieve vorm. Wat heb ik gedaan waar
Rijkswaterstaat me voor kan bedanken? Langzamer gereden? Nou, dat is nog maar de vraag. Geduld gehad?
Wegversmallingen en vertragingen roepen echt andere gevoelens bij mij op.
Bedanken moet aansluiten op iets
wat je hebt gedaan. Wat dat betreft scoort Holle Bolle Gijs in de Efteling
goed. Na zijn herhaalde en wat dwingend gestelde oproep: ‘Papier hier, papier
hier’, beloont hij de welgemikte worp met een uiterst tevreden ‘Dank u wel’.
Het is een automatisch refrein, maar mensen horen het hem graag zeggen.
Tot slot. Dank jullie wel, voor
je lezen, meedenken, suggesties voor oonderwerpen of reageren, het is allemaal
zeer welkom. Zonder lezers heeft het voor mij geen zin om te schrijven, en ik
doe het graag. Thank you.