Gedachten lezen voor iedereen
Vooruit, ik val deze keer met de deur
in huis: ik kan gedachten lezen. Ja, echt, ik kan gedachten lezen. Ik realiseer
me dat bij sommigen de verbazing niet groot is, omdat ze geloven dat
psychologen dwars door je heen kijken. Het is slim om dan te veronderstellen
dat ik ook gedachten bij je kan zien. En laat ik je nog iets verklappen, ik kan
al gedachten lezen van jongs af aan. Ver voor mijn eerste tentamen psychologie
kon ik het.
Maar nu komt het: ik heb ontdekt
dat veel mensen dat kunnen, dat jij het vast ook kunt. Niet dat ik hier blij
van wordt. Oh, begrijp me goed: ik ben niet jaloers dat anderen het kunnen. Nee, dat is het niet. Ik bedoel dat ik van
gedachten lezen niet altijd blij wordt. Overigens is het ook niet prettig als
anderen jouw gedachten kunnen lezen. Mensen met schizofrenie hebben soms de
overtuiging dat hun eigen gedachten door anderen gehoord kunnen worden, als
werden hun gedachten door een radio uitgezonden. Dat voelt uiterst onveilig en
beangstigend.
Maar vandaag gaat het niet over
de angst dat anderen jouw gedachten kunnen lezen of horen, maar over het
gedachten lezen wat – vaak zonder dat we deze term er voor gebruiken – vrijwel
dagelijks voorkomt. Binnen de cognitieve therapie wordt de term gedachten lezen
namelijk gebruikt als mensen invullen wat een ander denkt. Omdat je niet kan
weten wat de ander denkt, wordt dit een denkfout genoemd. Cognitieve therapie
gaat er van uit dat gedachten en overtuigingen, ook wel cognities genoemd, een
grote invloed hebben op gevoelens. En dat geldt ook voor denkfouten.
Een voorbeeld. Jannie loopt mee
met de avondvierdaagse. Onderweg stapt ze even verkeerd en verzwikt haar enkel.
Het doet behoorlijk zeer, en ze zegt: ‘ik heb last van mijn enkel’. ‘Oh,’ zegt
Ria die naast haar loopt, ‘ik had gisteren pas echt flinke spierpijn’. Jannie
zegt niets meer over haar pijnlijke enkel. Mogelijk is ze zich maar heel
vluchtig bewust van de gedachte die ze even had: Ria denkt vast dat ik me
aanstel, zij is altijd zo flink. Ze verbijt dus haar pijn en zegt er niets meer
over. Haar gedachte zou je kunnen typeren als gedachten lezen. Ze meende immers
te weten wat de ander dacht.
Niemand kan de gedachten van
anderen lezen, als was het de tekst in deze krant. We kunnen proberen een
inschatting te maken van wat de ander vindt, op basis van wat we zien of
ervaren. Maar wie zegt precies te weten wat de ander denkt, maakt een fout, een
denkfout. Dat is niet erg, het overkomt iedereen. Maar wanneer mensen
regelmatig dezelfde denkfout maken, kan dat wel forse gevolgen hebben.
Mensen die zich af en toe somber
voelen of depressieve klachten hebben, maken vaak de denkfout dat ze wel weten
wat een ander denkt. Alsof ze gedachten kunnen lezen. En dan zijn het meestal
nare gedachten, ze geloven dat anderen negatief over hen denken, wat de
somberheid weer versterkt.
Kun je je denken veranderen? Ja,
maar het is niet gemakkelijk, meestal zijn denkfouten goed verankerd in je
levensgeschiedenis. Cognitieve therapie begint vaak met uitleg over hoe ons
denken en voelen werkt. Dat heet psycho-educatie. En vervolgens moeten mensen
in de therapie vaak hard oefenen. Want een denkfout geef je zomaar niet op. ‘Ik
weet heus wel hoe zij over mij denkt!’
In de therapie wordt geleerd deze
gedachte uit te dagen, door jezelf twee vragen te stellen. De eerste is of de
gedachte waar is. Weet je 100 procent zeker dat zij zo over je denkt? ‘Nou,
misschien niet 100, maar wel voor 95 procent’. Oké, er is dus een kans dat zij
niet negatief over je denkt, je weet het niet zeker.
Een tweede vraag is of de
gedachte helpt. Helpt de gedachte dat zij negatief over je denkt, helpt die
gedachte je om met haar om te gaan? Kun je dan beter lopen, heb je minder pijn
of meer plezier? ‘Nee, ik verdrietig, ben bang dat ze me niet mag.’
Uiteindelijk worden alternatieve
gedachten geformuleerd, die meer recht doen aan de situatie. In de therapie
leer je zo je denken te toetsen. Invullen voor een ander lijkt gemakkelijk,
maar maakt het moeilijk voor je, kan je stemming negatief beïnvloeden en het
contact met anderen verslechteren. Het maakt je eenzaam.
Een psycholoog kan geen gedachten
lezen. Maar hij kan net als ieder ander denkfouten maken, waaronder gedachten
lezen. Ook jij kunt geen gedachten lezen. Hoewel, je hebt in de tekst van deze
column zojuist wat van mijn gedachten gelezen. Ik kwam zo met de deur in huis
vallen, nu doe ik de deur weer dicht. Voor vandaag kun je niet meer gedachten
van mij lezen, en voor denkfouten ben je gewaarschuwd. En een gewaarschuwd mens
… Ik weet nu wat je zojuist dacht. Of is dat nu een vrolijke denkfout?