6 juni 2006

Gedachten lezen voor iedereen

Vooruit, ik val deze keer met de deur in huis: ik kan gedachten lezen. Ja, echt, ik kan gedachten lezen. Ik realiseer me dat bij sommigen de verbazing niet groot is, omdat ze geloven dat psychologen dwars door je heen kijken. Het is slim om dan te veronderstellen dat ik ook gedachten bij je kan zien. En laat ik je nog iets verklappen, ik kan al gedachten lezen van jongs af aan. Ver voor mijn eerste tentamen psychologie kon ik het.

Maar nu komt het: ik heb ontdekt dat veel mensen dat kunnen, dat jij het vast ook kunt. Niet dat ik hier blij van wordt. Oh, begrijp me goed: ik ben niet jaloers dat anderen het kunnen. Nee, dat is het niet. Ik bedoel dat ik van gedachten lezen niet altijd blij wordt. Overigens is het ook niet prettig als anderen jouw gedachten kunnen lezen. Mensen met schizofrenie hebben soms de overtuiging dat hun eigen gedachten door anderen gehoord kunnen worden, als werden hun gedachten door een radio uitgezonden. Dat voelt uiterst onveilig en beangstigend.

Maar vandaag gaat het niet over de angst dat anderen jouw gedachten kunnen lezen of horen, maar over het gedachten lezen wat – vaak zonder dat we deze term er voor gebruiken – vrijwel dagelijks voorkomt. Binnen de cognitieve therapie wordt de term gedachten lezen namelijk gebruikt als mensen invullen wat een ander denkt. Omdat je niet kan weten wat de ander denkt, wordt dit een denkfout genoemd. Cognitieve therapie gaat er van uit dat gedachten en overtuigingen, ook wel cognities genoemd, een grote invloed hebben op gevoelens. En dat geldt ook voor denkfouten.

Een voorbeeld. Jannie loopt mee met de avondvierdaagse. Onderweg stapt ze even verkeerd en verzwikt haar enkel. Het doet behoorlijk zeer, en ze zegt: ‘ik heb last van mijn enkel’. ‘Oh,’ zegt Ria die naast haar loopt, ‘ik had gisteren pas echt flinke spierpijn’. Jannie zegt niets meer over haar pijnlijke enkel. Mogelijk is ze zich maar heel vluchtig bewust van de gedachte die ze even had: Ria denkt vast dat ik me aanstel, zij is altijd zo flink. Ze verbijt dus haar pijn en zegt er niets meer over. Haar gedachte zou je kunnen typeren als gedachten lezen. Ze meende immers te weten wat de ander dacht.

Niemand kan de gedachten van anderen lezen, als was het de tekst in deze krant. We kunnen proberen een inschatting te maken van wat de ander vindt, op basis van wat we zien of ervaren. Maar wie zegt precies te weten wat de ander denkt, maakt een fout, een denkfout. Dat is niet erg, het overkomt iedereen. Maar wanneer mensen regelmatig dezelfde denkfout maken, kan dat wel forse gevolgen hebben.

Mensen die zich af en toe somber voelen of depressieve klachten hebben, maken vaak de denkfout dat ze wel weten wat een ander denkt. Alsof ze gedachten kunnen lezen. En dan zijn het meestal nare gedachten, ze geloven dat anderen negatief over hen denken, wat de somberheid weer versterkt.

Kun je je denken veranderen? Ja, maar het is niet gemakkelijk, meestal zijn denkfouten goed verankerd in je levensgeschiedenis. Cognitieve therapie begint vaak met uitleg over hoe ons denken en voelen werkt. Dat heet psycho-educatie. En vervolgens moeten mensen in de therapie vaak hard oefenen. Want een denkfout geef je zomaar niet op. ‘Ik weet heus wel hoe zij over mij denkt!’

In de therapie wordt geleerd deze gedachte uit te dagen, door jezelf twee vragen te stellen. De eerste is of de gedachte waar is. Weet je 100 procent zeker dat zij zo over je denkt? ‘Nou, misschien niet 100, maar wel voor 95 procent’. Oké, er is dus een kans dat zij niet negatief over je denkt, je weet het niet zeker.

Een tweede vraag is of de gedachte helpt. Helpt de gedachte dat zij negatief over je denkt, helpt die gedachte je om met haar om te gaan? Kun je dan beter lopen, heb je minder pijn of meer plezier? ‘Nee, ik verdrietig, ben bang dat ze me niet mag.’

Uiteindelijk worden alternatieve gedachten geformuleerd, die meer recht doen aan de situatie. In de therapie leer je zo je denken te toetsen. Invullen voor een ander lijkt gemakkelijk, maar maakt het moeilijk voor je, kan je stemming negatief beïnvloeden en het contact met anderen verslechteren. Het maakt je eenzaam.

Een psycholoog kan geen gedachten lezen. Maar hij kan net als ieder ander denkfouten maken, waaronder gedachten lezen. Ook jij kunt geen gedachten lezen. Hoewel, je hebt in de tekst van deze column zojuist wat van mijn gedachten gelezen. Ik kwam zo met de deur in huis vallen, nu doe ik de deur weer dicht. Voor vandaag kun je niet meer gedachten van mij lezen, en voor denkfouten ben je gewaarschuwd. En een gewaarschuwd mens … Ik weet nu wat je zojuist dacht. Of is dat nu een vrolijke denkfout?