23 mei 2006

Agorafobie en het Zaailand

Wat wordt het, ja of nee? Het referendum over het project Zaailand kent voor- en tegenstanders, en soms is kiezen moeilijk. Mensen die moeite hebben met het maken van keuzes hebben last van decidofobie. In mijn column naar aanleiding van het referendum vorig jaar over de Europese Unie stelde ik dat keuzes vaker emotioneel dan rationeel gemaakt worden. Recent onderzoek onderstreepte dat dit met name geldt wanneer de keuze complex is. Dat geldt ongetwijfeld van het Zaailandproject. De beste remedie is dan om er een nachtje over te slapen, en dan op het gevoel kiezen.

Decidofobie is de angst om te besluiten. Mensen kunnen voor bijna alles bang worden, en wanneer dit extreme vormen aanneemt ontstaat een fobie. Een fobie wordt bijna altijd als ongewenste indringer gezien, en zal niet gemakkelijk een natuurlijke status verwerven. De naam fobie is afgeleid van Phobos. Nu vraagt u zich af wie Phobos is? Phobos is de zoon van Ares, die de zoon is van Zeus, die weer de zoon is van Cronos, die behoort tot de grote titanen, de zoon van Uranos, zonder mannelijke tussenkomst zelf voortgebracht door Gaia, die weer is ontstaan uit Chaos, de oerruimte. Nu weet u wie Phobos is.

Naar deze Phobos zijn alle tot het geslacht van de fobieën behorende angsten genoemd. De eerder genoemde decidofobie hoort daar bij, maar ook xenofobie, de angst voor vreemden, of claustrofobie, de angst voor kleine ruimtes. Mensen kunnen een onredelijke angst hebben voor het onweer, voor bruggen, liften, hoogtes, voor dieren, voor injecties, bloed, of voor vliegen, om enkele te noemen.

En dan is er de pleinvrees of agorafobie. Dit is niet de vrees die veel burgers van Leeuwarden hebben voor het Zaailandproject. In het diagnostische handboek binnen de psychiatrie wordt agorafobie genoemd bij de paniekstoornis. Bij een paniekaanval hebben mensen gedurende een korte tijd heftige angsten, waarbij zich hartkloppingen, versnelde ademhaling of hyperventilatie en zweten kunnen voordoen.

Soms komt hier agorafobie bij. Dan zijn mensen bang dat de paniekaanval zich zou kunnen voordoen in de openbare ruimte, in een wachtrij, temidden van een grote mensenmassa, in trein of bus, kortom in situaties waarin je niet of slechts met grote schaamte kan ontsnappen of waar hulp moeilijk snel geboden kan worden als zich een aanval zich onverhoopt toch zou voordoen.

Duidelijk wordt dat deze agorafobie veel meer omvat dan angst voor grote ruimtes zoals het Zaailand. Overigens bestaat er ook de strictere ruimtefobie, de angst om neer te vallen als er niet vlakbij muren of andere zaken zijn waarop men kan steunen of leunen. Lang geleden sprak ik een vrouw die hier last van had. Zij was alleen in staat de Grote Markt in Groningen te passeren, door zeer stijf gearmd met haar man te lopen, en dan niet dwars oversteken, maar steeds vlak langs de bebouwing rond het plein.

De behandeling van angststoornissen berust op veelal steeds hetzelfde onderliggende principe: blootstelling aan de angstoproepende situatie en voorkomen dat mensen snel weer uit de situatie gaan. De gedachte is dat mensen zo geleidelijk weer kunnen wennen aan de situatie die angst oproept, waardoor uiteindelijk de angst zal afnemen. Het oefenen kan het beste plaatsvinden op de daadwerkelijk angst oproepende plaatsen. Deze therapie heet exposure in vivo, wat zoveel wil zeggen als blootstelling in de echte situatie. Voor agorafobische klachten betekent dit dat mensen dus het beste naar het Zaailand, een warenhuis, of in de bus kunnen gaan oefenen.

Wanneer de klachten ernstig zijn is professionele hulp aangewezen. In de eerste plaats om goed te zien of het daadwerkelijk om de vermeende klacht gaat, danwel dat er meer of andere problemen eerst de aandacht vragen. Kortom, een zorgvuldige diagnostiek. Wanneer het gaat om een paniekstoornis met agorafobie kan ook beoordeeld worden of naast de exposure in vivo medicijnen de behandeling kunnen versterken. Ook het goed uitvoeren van de exposure in vivo is van zeer groot belang, omdat een niet juist uitgevoerde behandeling de oorspronkelijke klacht kan verergeren.

In de pers heb ik nog niet kunnen lezen hoe de voor- en tegenstanders voor het Zaailandproject verdeeld zijn binnen de groep mensen met paniekstoornissen met agorafobie. Ik denk dat er zowel voor- als tegenstanders zijn. Mogelijk hangt dit af van de fase van behandeling. Mensen die nog maar net in behandeling zijn zullen mogelijk voor verkleining van het plein zijn, mensen die druk aan het oefenen zijn hebben mogelijk baat bij een groot plein. En mensen die klaar zijn met de behandeling? Die zullen weer net als alle anderen onderling verdeeld zijn, en als ze moeilijk kunnen besluiten lopen ze ook ng eens het risico van de regen in de drup te komen, wanneer de agorafobie plaats maakt voor de decidofobie.