Agorafobie en het Zaailand
Wat wordt het, ja of nee? Het
referendum over het project Zaailand kent voor- en tegenstanders, en soms is
kiezen moeilijk. Mensen die moeite hebben met het maken van keuzes hebben last van decidofobie. In mijn column
naar aanleiding van het referendum vorig jaar over de Europese Unie stelde ik
dat keuzes vaker emotioneel dan rationeel gemaakt worden. Recent onderzoek
onderstreepte dat dit met name geldt wanneer de keuze complex is. Dat geldt
ongetwijfeld van het Zaailandproject. De beste remedie is dan om er een nachtje
over te slapen, en dan op het gevoel kiezen.
Decidofobie is de angst om te
besluiten. Mensen kunnen voor bijna alles bang worden, en wanneer dit extreme
vormen aanneemt ontstaat een fobie. Een fobie wordt bijna altijd als ongewenste
indringer gezien, en zal niet gemakkelijk een natuurlijke status verwerven. De
naam fobie is afgeleid van Phobos. Nu vraagt u zich af wie Phobos is? Phobos is
de zoon van Ares, die de zoon is van Zeus, die weer de zoon is van Cronos, die
behoort tot de grote titanen, de zoon van Uranos, zonder mannelijke tussenkomst
zelf voortgebracht door Gaia, die weer is ontstaan uit Chaos, de oerruimte. Nu
weet u wie Phobos is.
Naar deze Phobos zijn alle tot
het geslacht van de fobieën behorende angsten genoemd. De eerder genoemde
decidofobie hoort daar bij, maar ook xenofobie, de angst voor vreemden, of claustrofobie, de angst voor kleine ruimtes.
Mensen kunnen een onredelijke angst hebben voor het onweer, voor bruggen,
liften, hoogtes, voor dieren, voor injecties, bloed, of voor vliegen, om enkele te noemen.
En dan is er de pleinvrees of
agorafobie. Dit is niet de vrees die veel burgers van Leeuwarden hebben voor
het Zaailandproject. In het diagnostische handboek binnen de psychiatrie wordt
agorafobie genoemd bij de paniekstoornis. Bij een paniekaanval hebben mensen
gedurende een korte tijd heftige angsten, waarbij zich hartkloppingen,
versnelde ademhaling of hyperventilatie en zweten kunnen voordoen.
Soms komt hier agorafobie bij.
Dan zijn mensen bang dat de paniekaanval zich zou kunnen voordoen in de
openbare ruimte, in een wachtrij, temidden van een grote mensenmassa, in trein
of bus, kortom in situaties waarin je niet of slechts met grote schaamte kan
ontsnappen of waar hulp moeilijk snel geboden kan worden als zich een aanval
zich onverhoopt toch zou voordoen.
Duidelijk wordt dat deze
agorafobie veel meer omvat dan angst voor grote ruimtes zoals het Zaailand.
Overigens bestaat er ook de strictere ruimtefobie, de angst om neer te vallen
als er niet vlakbij muren of andere zaken zijn waarop men kan steunen of
leunen. Lang geleden sprak ik een vrouw die hier last van had. Zij was alleen
in staat de Grote Markt in Groningen te passeren, door zeer stijf gearmd met
haar man te lopen, en dan niet dwars oversteken, maar steeds vlak langs de
bebouwing rond het plein.
De behandeling van
angststoornissen berust op veelal steeds hetzelfde onderliggende principe:
blootstelling aan de angstoproepende situatie en voorkomen dat mensen snel weer
uit de situatie gaan. De gedachte is dat mensen zo geleidelijk weer kunnen
wennen aan de situatie die angst oproept, waardoor uiteindelijk de angst zal
afnemen. Het oefenen kan het beste plaatsvinden op de daadwerkelijk angst
oproepende plaatsen. Deze therapie heet exposure in vivo, wat zoveel wil zeggen
als blootstelling in de echte situatie. Voor agorafobische klachten betekent
dit dat mensen dus het beste naar het Zaailand, een warenhuis, of in de bus
kunnen gaan oefenen.
Wanneer de klachten ernstig zijn
is professionele hulp aangewezen. In de eerste plaats om goed te zien of het
daadwerkelijk om de vermeende klacht gaat, danwel dat er meer of andere
problemen eerst de aandacht vragen. Kortom, een zorgvuldige diagnostiek.
Wanneer het gaat om een paniekstoornis met agorafobie kan ook beoordeeld worden
of naast de exposure in vivo medicijnen de behandeling kunnen versterken. Ook
het goed uitvoeren van de exposure in vivo is van zeer groot belang, omdat een
niet juist uitgevoerde behandeling de oorspronkelijke klacht kan verergeren.
In de pers heb ik nog niet kunnen
lezen hoe de voor- en tegenstanders voor het Zaailandproject verdeeld zijn
binnen de groep mensen met paniekstoornissen met agorafobie. Ik denk dat er
zowel voor- als tegenstanders zijn. Mogelijk hangt dit af van de fase van
behandeling. Mensen die nog maar net in behandeling zijn zullen mogelijk voor
verkleining van het plein zijn, mensen die druk aan het oefenen zijn hebben
mogelijk baat bij een groot plein. En mensen die klaar zijn met de behandeling?
Die zullen weer net als alle anderen onderling verdeeld zijn, en als ze
moeilijk kunnen besluiten lopen ze ook ng eens het risico van de regen in de
drup te komen, wanneer de agorafobie plaats maakt voor de decidofobie.