De brug van San Francisco
Voor Ajax was de krenking groot en
niet te dragen. In de oorlog tegen Troje had Ajax zich laten kennen als een
moedig man. Hij was het die de door een pijl van Paris getroffen Achilles van
het slagveld droeg. Ondanks deze en andere dappere daden kreeg niet Ajax, maar
Odysseus de eer en de buit, de kostbare wapenrusting van Achilles. Gepasseerd
en diep vernederd stortte Ajax zich in zijn zwaard.
Suïcide of zelfdoding is van alle
tijden. Na het verraden van Jezus kreeg Judas berouw en verhing zich. Koning
Saul stortte zich in zijn zwaard. Ook de schrijfster Virginia Wolff, de
schilder Vincent van Gogh en zanger Herman Brood maakten een einde aan hun
leven. Sergei Pankejeff, een patiënt van Freud, maakte in zijn leven drie
zelfdodingen mee: zijn vader, zijn zus Anna en zijn vrouw Therese. Ook in de
familie van Ernest Hemmingway kwamen meerdere zelfdodingen voor.
Na een vaak gelukkig, ondernemend
en avontuurlijk bestaan, nam Ivonne op 4 augustus 1997 het besluit een eind aan
haar leven te maken. Zij was toen tweeëndertig jaar. De inzet en pogingen tot
hulp van familie, vrienden en behandelend specialisten hadden uiteindelijk niet
geholpen. De ervaren gevoelens van onmacht hebben de nabestaanden ertoe
aangezet een stichting op te richten met als doel een bijdrage leveren aan
suïcidepreventie en hulp bieden aan nabestaanden. Zo valt te lezen op de
website van de naar Ivonne van de Ven genoemde stichting.
Zelfdoding is van alle tijden, en
het gaat om forse aantallen. In Friesland maken jaarlijks ongeveer vijftig tot
zestig mensen een einde aan hun leven, voor Nederland zijn het vijftienhonderd
mensen. Ter vergelijking: in het verkeer kwamen in 2004 in totaal 836 mensen om
het leven. Ooit lag dit aantal veel hoger. Dankzij allerlei maatregelen en
intensieve campagnes van de overheid is de afgelopen vijfentwintig jaar het
aantal dodelijke ongevallen meer dan gehalveerd.
Achterblijvers worden
nabestaanden. Zo ook Bram Hulzebos, na de zelfdoding van zijn vader in 1999.
Hij voelde zich medeplichtig aan de dood van zijn vader, dat hij zijn vader had
laten zitten. Maar hij had ook het gevoel dat zijn vader met zijn zelfgekozen
dood hem een trap na uitdeelde. En er was opluchting, omdat een einde was
gekomen aan een periode van angst en zorg. Maar direct ontstond opnieuw angst,
voor wat hij van vader (genetisch?) had meegekregen, en mogelijk al had
doorgegeven of nog zou doorgeven aan zijn kinderen.
Deze terugblik van Bram Hulzebos
op zijn gevoelens staan in het voorwoord van het boek ‘Verlies door suïcide’.
Het is een werkboek geworden voor nabestaanden, geschreven door Marieke de
Groot en Jos de Keijser, als resultaat van gesprekken die zijn gevoerd met
familieleden van mensen die een eind aan hun leven hebben gemaakt. In hun boek
wordt ook de Ivonne van de Ven Stichting genoemd en het door hen in 2003 opgestelde
Nationaal Actieplan Suïcide Preventie.
Want er moet wat gebeuren! Achter
elke suïcide gaat een persoonlijke tragedie schuil, en de gevolgen voor de
familie en vrienden zijn groot. Verkeersveiligheid krijgt terecht grote aandacht,
voor het terugdringen van het aantal zelfdodingen zijn weinig financiële
middelen beschikbaar. Nederland zou, net als andere landen al hebben gedaan,
meer aandacht moeten geven aan suïcidepreventie. Aldus het Nationaal Actieplan.
En laten we dan oppassen voor een
brug van San Francisco-effect. Sinds de opening in 1937 hebben bijna
dertienhonderd mensen deze Golden Gate Bridge gebruikt om een einde aan hun
leven te maken. De laatste veertig jaren waren het gemiddeld vijfentwintig -
een enkel jaar zelfs veertig - mensen die hier hun einde tegemoet sprongen.
Nauwkeurig werd geregistreerd wie ter hoogte van welke lichtmast op deze brug
naar beneden sprong.
Maar kon het niet worden
voorkomen? Vanaf 1940 werd elke paar jaar gesproken over een anti-suicidescherm
of andere maatregelen om de veiligheid te waarborgen. Het was te duur, niet
esthetisch, of technisch onmogelijk. En er veranderde niets. Gevolg: nog steeds
springen elk jaar twintig tot dertig mensen van deze brug hun dood tegemoet.
Er is ook die andere brug, in
Toronto. In mei 1997 bezoekt een man zijn moeder, op moederdag. Een dag later
springt hij van de genoemde brug en overlijdt. Er komt een handtekeningenactie,
politici worden bewerkt, het duurt jaren, maar in 2003 is deze brug voorzien van
een veiligheidsscherm. Daarna is niemand meer van deze brug gesprongen.
Daarvoor twintig mensen per jaar. Beveiliging heeft zin en redt levens.
En de critici die zeggen dat het
probleem dan verschuift naar een andere brug? Die hebben gelijk: het beveiligen
van één brug helpt niet. Net zoals het aanleggen van één rotonde of het
plaatsen van één stoplicht het verkeer in Nederland niet veiliger maakt. Dat
gebeurt wel door het structureel aanpakken van onveilige plekken in het
verkeer. Wie kan me uitleggen waarom dat anders is voor gevaarlijke plekken
voor mensen in nood? Laten we deze plekken veilig maken, en de mensen in nood
veilige plekken bieden. Laten we het doen, en een brug van Toronto bouwen.