25 oktober 2005

Zwart schaap of penning van verdienste

Onlangs bezocht ik een symposium waar Bram Bakker voorzitter en medeorganisator was. Bram Bakker is een landelijk bekende psychiater, die werd opgeleid in Amsterdam. Hij deed daarnaast onderzoek naar de uitkomsten van behandelingen met pillen of praten bij mensen met een paniekstoornis. In 1999 werd hij geregistreerd als psychiater, een jaar later promoveerde hij.

Hij werd psychiater in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis in Amsterdam, op de afdeling psychiatrie. En hij schreef boeken. Zijn meest recente boek getiteld ‘Loden last’ gaat over de verschrikkelijke gevolgen van zelfmoord. Volgende maand verschijnt zijn derde boek: ‘Te zot voor woorden’. Het gaat door in de lijn van zijn eerste boek, waarmee hij in 2003 landelijk bekend werd. In dat boek, ‘Te gek om los te lopen’, beschrijft hij allerhande misstanden in de psychiatrie.

Bram Bakker wordt geroemd om zijn deskundigheid. Hij is betrokken en heeft een hekel aan de bureaucratische regelcultuur in Nederland. Ook het autonomieprincipe is te ver doorgeschoten, met als gevolg dat psychotische zwervers in de steek gelaten worden. Anderen typeren hem als cowboy in de psychiatrie, enfant terrible of dwarse psychiater.

Zijn stelling is dat je in een behandeling risico’s moet durven nemen. Hij wil zich niet verschuilen achter zijn professie, maar wil daadwerkelijk contact maken. Dat kan in een gesprek, maar ook door samen met iemand naar de sociale dienst te gaan om een uitkering te regelen, bijvoorbeeld. Betrokkenheid, daar gaat het om.

Deze botsing tussen professie en protocol aan de ene kant en echtheid en persoonlijke betrokkenheid aan de andere kant is niet specifiek voor psychiaters. Ook andere beroepsgroepen hebben met dit dilemma te maken. Zo kunnen verpleegkundigen werken vanuit de zelfzorgtekort-theorie van Dorothea Orem en gebruik maken van de methodiek van Majorie Gordon om gestructureerd de problematiek van een patiënt in kaart te brengen.

Bovenstaande modellen van Orem en Gordon zullen ongetwijfeld een plek hebben gekregen in de colleges van Mieke Grypdonck. De Vlaamse Mieke Grypdonck is bij het grote publiek veel minder bekend dan Bram Bakker. Zij was tot voor kort hoogleraar verplegingswetenschappen in Utrecht. Bij haar afscheid vorige maand zei ze dat ze voorstander is van wetenschappelijk onderzoek, maar dat de echte zorg nooit uitsluitend hierop gebaseerd kan zijn, omdat het in onderzoek om gemiddelden gaat die geen rekening houden met het unieke van elk individu.

Mieke Grypdonck introduceerde de integrerende verpleegkunde. Daarin vroeg ze aandacht voor de hele mens. Als reactie op de zogeheten zelfzorg theorie vroeg ze aandacht voor verwenzorg. Ook zij was van mening dat onder verwijzing naar de autonomie van een patiënt deze vaak in de steek gelaten werd. Als tegenwicht tegen de protocollisering in de gezondheidszorg sprak ze in een interview bevlogen over verstoorbaarheid als een kwaliteit voor een verpleegkundige. Het woord verstoorbaarheid vond ik niet in de oude editie van het Groene Boekje, ik zal uitzoeken of het in de nieuwe versie staat.

Het is wel een mooi begrip. Onverstoorbaar je gang gaan leidt niet tot contact en echte zorg. Of zoals Mieke Grypdonck in het interview zegt: “Zorg vraagt om verstoorbare verpleegkundigen. Als ik een patiënt aan het wassen ben en die begint te huilen, dan verstoort mij dat. Ben ik niet verstoorbaar, dan wil ik die tranen niet zien en zeg ik: 'Hebt u goed geslapen?'; 'Het is buiten zulk mooi weer'. Zo praat ik het weg.

Bram Bakker en Mieke Grypdonck. Ze lijken niet echt op elkaar. De een heeft zijn carrière afgerond, de ander staat aan een turbulent begin. Hun thematiek lijkt wel op elkaar. Aandacht vragen voor het menselijke in het contact met patiënten staat bij beiden hoog in het vaandel. Persoonlijk contact mag nooit dood bloeden in een te strak keurslijf van regels en protocollen. In de huidige tijd waarin politiek gezien de nadruk ligt op protocollisering van behandeling en zorg zijn dergelijke geluiden het waard om gedrukt, verspreid en doorgegeven te worden. Het is ook een steun voor al die collega’s die zo werken.

Nog eenmaal Bram Bakker en Mieke Grijpdonck. Het laatste optreden wat ik van Bram Bakker zag was in het tv programma ‘Het zwarte schaap’. Hij was ontslagen en had ten aanzien van twee incidenten een berisping gekregen van het Regionaal Tuchtcollege met als reden grensoverschrijdend gedrag. Mieke Grypdonck werd bij haar afscheid benoemd tot officier in de Orde van Oranje Nassau en kreeg verder de penning van verdienste. Deze laatste onderscheiding werd slechts tweemaal eerder aan een verpleegkundige uitgereikt.

De één een zwart schaap, de ander ridder. Professie, regelgeving en beroepscode kunnen ook beschermen tegen te weinig begrensde persoonlijke betrokkenheid. Dat heeft Mieke Grypdonck vast goed begrepen. Bram Bakker zal nog van zich laten horen, te beginnen met zijn nieuwste boek in november. Vraag: klinkt het gemekker van een zwart schaap anders dan van een wit schaap? Je ziet een verschil, kun je het ook horen?