I love stoppen
De overheid is een campagne
gestart met stickers waarop een rood hartje staat afgebeeld. De ‘I love
verkeersregels’-actie van postbus 51 heeft als doel de mentaliteit in het
verkeer te verbeteren. Het gaat om simpele regels als stoppen voor rood licht
of voor een zebrapad. Nou, dat gaat me gemakkelijk af. Boetes kreeg ik nooit
voor rijden door rood licht. En bij stoppen voor een zebrapad heb ik zomaar
contact. Soms zie ik een gulle armzwaai van degene voor wie ik stop, soms in de
spiegel een enkele vinger van degene precies vóór wie ik stopte.
Er zijn meer situaties waar
mensen beter kunnen stoppen. Veel mensen kennen wel iets in hun leven waarmee
ze willen stoppen of juist mee gestopt zijn. Zo kan benauwdheid of
geconstateerde kanker voor een roker functioneren als een rood stoplicht. En
een ouder kan stoppen met het aankleden van een kind of het smeren van elke
boterham om het kind een kans te geven zelf in beweging te komen en dit gedrag
te gaan leren.
Stoppen is een activiteit die
dagelijks voorkomt. Voorbeelden hiervan zijn: Stoppen met werk om naar huis te
gaan, stoppen met eten om weer verder te gaan met je werk, stoppen met bellen
met je vriendin om boodschappen te gaan doen, stoppen met zitten kletsen om
weer verder te gaan met iets anders. Stoppen geeft ruimte. Want waar het ene
gedrag gestopt wordt ontstaat ruimte voor ander gedrag. Stoppen is dus zo gek
nog niet.
Soms zien mensen geen kans hun
gedrag te stoppen. Dat zie je, zoals eerder genoemd, bij verslavingen of ouders
die moeite hebben de kinderen los te laten. Soms kunnen mensen hun denken niet
stoppen. Dan piekeren mensen, wat betekent dat zelfde gedachten keer op keer
door het hoofd spoken. Soms wordt deze onrust malen genoemd. Op de keeper
beschouwd is dat een bijzondere typering, want waar bij malen de graankorrels
zacht meel worden, blijven bij het piekeren de gedachten vaak hard en hoekig.
Wanneer piekergedachten een
specifieke inhoud hebben kan gesproken worden van dwanggedachten. Dan is de
onrust verergerd tot angst, waarbij dwanggedachten of gedrag de functie lijken
te hebben van het bezweren van gevaar. Zo kan bij smetvrees het dwangmatig
uitvoeren van wasrituelen worden ingezet om de angst voor besmetting de baas te
blijven. Het effect ervan is nooit blijvend en het stoppen met het gedrag lijkt
niet mogelijk. Ook bij depressies zijn sombere en negatieve gedachten vaak
moeilijk te stoppen.
Een andere vorm van niet kunnen
stoppen doet zich voor bij subassertieve mensen die overal ja op zeggen en
nooit hun eigen wensen naar voren brengen. Dat kan samengaan met onzekerheid,
met angst om afgewezen te worden of nare ervaringen met het uiten van negatieve
gevoelens, vaak door anderen, op een beschadigende manier.
De campagne van de overheid heeft
onder andere als doel verkeersdeelnemers te leren stoppen in het verkeer. Voor
een rood stoplicht of voor een zebrapad. Mensen kunnen ook op andere manieren
leren stoppen in hun leven. Dat kan hard nodig zijn. Soms gaan mensen maar
door, zonder te letten op anderen die hun pad kruisen of op
waarschuwingssignalen die ze krijgen. Dat is gevaarlijk voor henzelf en voor
anderen.
En als zelf stoppen niet meer
lukt? Er is veel hulp beschikbaar. Er zijn boeken om met roken te stoppen. Er
zijn cursussen om te oefenen in je rol als ouder. Soms kan de hulpverlening
helpen om te stoppen. Psychoeducatie, trainingen, therapie of medicatie kunnen
helpen om ongewenst denken of gedrag te stoppen. Afhankelijk van de ernst van
de klachten kan een poliklinische behandeling, dagbehandeling of een opname
gewenst of noodzakelijk zijn.
Er is heel wat te halen op het
gebied van stoppen binnen de ggz. En dat kan zo goed bevallen dat het moeite
kost om te stoppen met de behandeling. Soms wordt deze afhankelijkheid gezocht
door patiënten. Maar soms hebben óók hulpverleners aarzeling een behandeling af
te ronden.
Een voorbeeld. Vorig jaar werd
een mevrouw opgenomen die al jaren angstklachten had. Ze gebruikte een forse
hoeveelheid medicijnen in combinatie met regelmatige gesprekken met een collega
van de polikliniek. Eigenlijk werd ze al vijftien jaar onafgebroken begeleid.
Haar leven was vervlochten geraakt met de ggz. Met haar werd afgesproken het
stoppen van de behandeling als doel te kiezen. De medicijnen werden grotendeels
afgebouwd, ze volgde een fobietraining en nam passend afscheid van de
hulpverlener die haar al die jaren trouw had ondersteund. Zij overwon haar angst
om zonder ggz verder te gaan en pakte haar leven op, ik beloofde haar de
collega hulpverlener op te vangen.
I love stoppen. Want dat geeft
ruimte om even later met meer overtuiging de weg te vervolgen, of een andere
richting in te slaan. Stoppen is zo gek nog niet.