13 september 2005

Sociale allergie

Al tijdens mijn vakantie heb ik er last van gehad en voorlopig gaat het niet over: sociale allergie. Niet zozeer omdat ik op een te volle camping me ergerde aan landgenoten die zich met een slechts buiten de landsgrenzen vertoonde amicaliteit aan je opdringen. Nee, ons vakantieonderkomen stond ongenaakbaar hoog op een helling, omringd door bergen met daarop de vage contouren van Franse boerenbehuizingen. We hadden zo gezegd het rijk alleen. En daar kreeg ik na enkele dagen last van sociale allergie.

De eerste dagen waren betoverend mooi, alleen al vanwege het uitzicht. In de ochtend lagen delen van het omringende bergland in wat wolken, als zweet dat op een warme nacht zijn uitweg zoekt. Op de traag naar beneden aflopende hellingen graasden koeien en schapen. Hun rust op het heetst van de dag werd hoorbaar in het stilvallen van de eeuwig klingelende bellen. En als Jeanine in haar Renaultje de weg afreed naar beneden, zwaaide ze even naar ons, haar gasten.

Maar na enkele dagen was het aanrecht weer vol. Hoe vaak heb ik je nou al gezegd dat ik me daar dood aan erger! En toen we die morgen even nog wat boodschappen zouden halen bij de Champion zat ik al een tijd licht geïrriteerd in de auto te wachten, tot zij eindelijk ook zover was om te vertrekken. Nou ja, ik weet nu hoe het heet. Deze ergernissen worden sociale allergie genoemd. Ik ben sociaal allergisch.

Een relatie verloopt vaak net als vakantie: na de eerste vrolijke en verliefde dagen waarin alles mooi is komen de momenten waarop de eerste ergernissen zich aandienen. Deze allergie kan in de loop van de tijd sterker worden, omdat men zich minder inspant er wat van te maken en bovendien steeds minder bereid is tot accepteren.

Er blijkt een grote verscheidenheid aan gedrag te zijn waar mensen sociaal allergisch op reageren. Smakken bij het eten, kleren laten slingeren, neuspeuteren, zeuren over iets kleins, het dopje niet op de tube tandpasta draaien, bibliotheekboeken te laat inleveren, deur van de wc open laten staan, etc. Zowel het ergernisgevende gedrag als de irritatie daarover gedragen zich als een gewoonte: ze zullen zich regelmatig herhalen.

Er blijken ook man-vrouw verschillen te zijn. Ongemanierd of normovertredend gedrag is meer kenmerkend voor mannen, voor vrouwen is dat onattent en opdringerig gedrag. Dus: mannen peuteren in hun neus en drinken daarbij te veel, vrouwen komen te laat en zijn jaloers.

Zo, nu weet ik hoe het zit, ik heb een sociale allergie. Niet alleen in mijn vakantie, ook erna steekt deze zomaar de kop op. Daarbij ben ik niet de enige. De irritaties van anderen blijken verrassend goed overeen te komen met wat ik ervaar. Kortom, de diagnose lijkt helder.

Nu de remedie nog. Hier ligt mogelijk een grote markt open, wat professioneel gezien kansen voor me bied. Verzin een goede behandelmethode voor sociale allergie, zet er een goede marketingstrategie op en de zaak kan gaan draaien. Word je sociale allergie de baas in 5 sessies! En voor de chronische lijders aan sociale allergie komt er een begeleidingstraject, met als doel: leer leven met je sociale allergie. Zo, dit klinkt goed, de aanmeldingen kunnen alvast komen.

Zelf behoor ik tot de hopeloze gevallen: Ik ben niet gemotiveerd om behandeling te zoeken voor mijn sociale allergie, en wil ook geen begeleiding. Want ik weet precies waar ik me aan erger, en ik moet er niet aan denken dat ik die kennis kwijt zou raken. Al meer dan 19 jaren heb ik er over gedaan om deze irritaties haarfijn te ontdekken. In mijn sociale allergie ligt een schat aan kennis besloten over haar. Met grote zekerheid kan ik voorspellen waar of hoe een nieuwe ergernis zich zal gaan aandienen. Van niemand weet ik dat zo goed als van haar. En dat wil ik niet kwijt.