28 juni 2005

Met je ogen kan je niet zien

De begroeting beneden in de hal was zoals altijd vriendelijk en wat timide. Niets aan de hand. Ook was het niet haar zitten wat opviel. Ze koos zoals gebruikelijk haar vaste stoel, ik sloot de deur en ging zitten. Maar toen kwam het. Ze keek om zich heen, in mijn kamer en zei: die plant, dat kan echt niet, hoor.

Ik hoefde niet lang kijken om te zien waar ze op doelde. In de vensterbank staan enkele vetplanten en cactussen die zelfs zonder verzorging hun leven kunnen voortzetten, wachtend op dat ene moment van aandacht en water. Maar op een dossierkast stond de plant die ze op het oog had, een ooit frisgroene varen, die al lang geleden geheel natuurlijk door een proces van uitdroging een stille dood was gestorven.

Kijkend naar de bruine varen vroeg ik me af wat haar aan de plant opviel. Waarneming en aandacht horen bij elkaar. Onze ogen worden gebombardeerd met een enorme hoeveelheid visuele indrukken, waaruit we beelden selecteren. Mensen zien niet de hele omgeving, maar slechts een selectie. Wat maakt of iets aandacht krijgt? Dat kan doordat we het aandacht geven, bewust en gericht op zoek gaan naar iets. Of het object zelf trekt onze aandacht.

Ik was er niet van overtuigd dat dit van toepassing was op de varen. Iets trekt de aandacht door grootte, kleur of vorm. Of beweging. Dat laatste vinden reclamemakers ook, en trekken aandacht door beweging. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de bewegende of virtuele reclameborden die tijdens een voetbalwedstrijd proberen de aandacht te trekken. In het geval van de varen leek het me onwaarschijnlijk dat de schutkleur die eigen is aan verdorring of de krimpende omvang de aandacht hadden getrokken. En er zat zeker geen beweging in.

Zou deze mevrouw zelf net een varen hebben gekocht? Wie net een nieuwe auto heeft gekocht ziet later hoeveel auto’s er van dat model rondrijden. Soms wordt dat tevereden gevoeld als een bevestiging van de juistheid van de keuze, ook kan het irritatie geven dat je nu weer naar iets anders op zoek moet om op te vallen. Wie zwanger is ziet plotseling dat de wereld bevolkt is met dikke verwachtingsvolle buiken. Het oog ziet waar het hart vol van is.

Aandacht en waarneming horen dus bij elkaar. Aandacht kan je ook richten, en daarmee de waarneming sturen. Wie let op wat er niet is ziet een halflege wijnfles op tafel staan, wie let op wat er wel is pakt tevreden dezelfde fles voor nog een glas. Uiteraard geld dit ook voor melk of andere zaken. In de psychologie wordt wel gesproken van een fault-finding attitude, wat zoveel betekent als alleen oog hebben voor wat er mis is of ontbreekt. Meestal wordt de stemming er niet beter van, in elk geval niet bij de omstanders.

En soms zie je dingen niet, hoe goed je ook kijkt. In onderzoeksopstellingen waarbij kandidaten eerst een plaatje te zien krijgen van een groep militairen in kolonne op weg naar een gereedstaand vliegtuig, gevolgd door een zwart beeldscherm en vervolgens het zelfde plaatje weer, zien ze niet dat het vliegtuig ondertussen zijn motor is kwijtgeraakt. Zelfs een expliciete uitnodiging om te letten op wat ontbreekt helpt nauwelijks om de ontbrekende motor aan te wijzen. Dit is minder gek dan het lijkt. Er met je neus bovenopstaan en het toch niet zien is een ervaring die iedereen op kan doen. Er is niet meer voor nodig dan het kijken naar een optreden van een goochelaar.

Was de varen dan het spreekwoordelijke konijn, waarbij deze mevrouw na lang genoeg de goocheltruc te hebben gezien ineens zag wat er stond? Het bleek anders te zijn. Ze kan het zelf het beste zeggen: kijk, eerder was de plant er ook wel, maar ik zag hem niet. Misschien kon het me niet zoveel schelen, vanuit mijn depressieve gevoel maakt het allemaal niets uit. Ik zag het wel, maar het drong niet door, het was niet van belang.

Beelden drongen wel haar ogen binnen, maar ze werden niet gezien. De sombere stemming maakte dat het beeld van de verdroogde varen niet tot haar doordrong. Samen stelde we vast dat de varen gefunctioneerd had als een diagnostisch instrument. In het niet zien van en niet reageren op de plant werd iets zichtbaar van haar depressieve gevoelens. In het opmerkzaam worden op de verdorde varen in de slotfase van de behandeling werd duidelijk dat zij opgebloeid was. Zien doe je niet uitsluitend met je ogen.