14 juni 2005

Een hand geven

Handen vragen, slaan, strelen, geven. Handen zijn zacht, slank, klam of droog. Er zijn beweeglijke handen, stille handen, harde knuisten en wriemelende vingers. En natuurlijk zijn er rechterhanden en linkerhanden, enkele mensen hebben slechts één soort. Er zijn verzorgde handen en handen die anderen verzorgen, gelakte glitternagels en treurige rouwranden. Aan handen valt heel wat te ontdekken, zelfs als ze in onschuld worden gewassen. Handen worden ook inéén geslagen, of iemand krijgt ze op elkaar. Met handen leren we tot tien tellen, slechts één vinger is nodig om te beledigen. Handen weren af én handen maken contact.

Sommigen lezen handen, het lijnenspel in handen wordt een vingerwijzing hoe de levensloop zich zal gaan voltrekken. Daarover zal het niet gaan. Wel over het contact maken via handen schudden, of geven. Aanleiding hiervoor was de opmerking van een patiënt die zei liever niet steeds een hand te willen geven. Handen geven, waarvoor staat dat?

Desmond Morris heeft als etholoog in een aantal boeken het gedrag van mensen beschreven. In ´De naakte mens´ benoemt hij de handdruk als een relatieteken voor mensen die geen of een zwakke persoonlijke band met elkaar hebben. Het formele gebaar heeft uit zichzelf weinig betekenis, deze ligt in de uitvoering. Geeft iemand een stevige hand of een slap handje, of biedt hij mogelijk slechts een bosje vingers aan.

Een handdruk (met de rechterhand) kan versterkt worden door gelijktijdig de linkerhand op de hand, arm, schouder of om de schouder van de ander te leggen. Vanzelfsprekend neemt hiermee de intimiteit toe en komt het geven van een hand zo dicht bij een omhelzing. Zelfs bij het formeel een hand geven buigen mensen zich iets voorover, zo blijkt uit vertraagde opnames, wat volgens Desmond Morris de intentie tot omhelzen – overigens tot hier en niet verder – verraad.

Ook wanneer alleen een hand wordt gegeven zien sommigen de stand van de hand en arm als betekenisvol. Wie de ander een hand geeft met de palm naar onderen zou dominant zijn, uiteraard is de palm naar boven dan onderdanig. De tussenpositie, waarbij geen van beide handen boven ligt wordt dan gezien als gelijkwaardig. Mij is niet bekend of onderzoek dit bevestigt. Met het al dan niet strekken van de arm bij het geven van een hand kan een ander letterlijk op afstand worden gehouden.

Een hand geven wordt in de kindertijd geleerd. Geef die mevrouw eens een handje, wordt kinderen voorgehouden. Het aanvankelijk op verzoek verlegen uitsteken van een mollig handje ontwikkelt zich in de puberteit soms tot een identiteitszoekend krachtig zwengelen, alsof het water van diep moet worden opgepompt. Geleidelijk komt na de puberteit de hand weer tot enige rust.

Diagnostisch valt aan handen heel wat te zien of te voelen. Handen kunnen net als voeten meer dan andere delen van het lichaam zweten. Klam angstzweet kan dan duiden op angst of spanning, net als trillende handen. Een gebalde hand kan boosheid verraden, plukkende vingers kunnen wijzen op een delirium. Bij smetvrees is de huid van handen soms kapot gewassen, bruine vingers zijn indicatief voor rookverslaving en decorumverlies.

Is er ook een psychologie van handen of handen geven? Veel kon ik niet vinden. In een boek over psychologie van de hulpverlening stond een stuk over openingstechnieken, met daaronder een subkopje begroeting. Daar werd in een paar zinnen gesteld dat de hulpverlener iemand uit de wachtkamer haalt, een stevige handdruk geeft en zijn naam noemt. Benadrukt wordt verder dat een begroeting passend bij de subcultuur sterk de voorkeur heeft. Verder werd ons geleerd dan de eerste indruk al heel informatief kan zijn over de aard van de problematiek. Die eerste indruk begint bij de begroeting en handdruk, maar daar werd niet over uitgewijd.

Handen geven is iets wat mensen geregeld doen. Aan handen valt veel te ontdekken, zo is wel duidelijk. Ongetwijfeld hebt u vandaag weer heel wat handen gezien. Ik ben benieuwd wat u gezien heeft. Maar ook: wat hebt u anderen vandaag met uw handen verteld?

Tot slot: mensen geven handen, aan wie weet ik niet. Ik heb namelijk nooit gehoord wie die handen ontvangt. Handen geven is eigenlijk wel een mooi relatieteken: bij handen wordt geven beantwoord met geven. Dat is pas echt contact maken.