Het gras van de buren
Het wordt weer voorjaar, alles
bot uit en komt tot leven. Mensen komen uit hun huizen, de straat op of de tuin
in. Er wordt geschrobd, geboend, geveegd en gemaaid en waar nodig gesnoeid.
Ruim baan voor een nieuwe lente. Het ene tuintje nog mooier dan het andere. En
het allermooist is je eigen groen, een heel verschil met die kale kluiten en
verwaarloosde woestenij aan de andere kant van je goed geschoren haag. Maar er
zijn ook mensen die er anders tegenaan kijken. Zij vinden de tuin van de buren
juist mooier, hun gras lijkt groener.
Sommigen vinden zelfs het gras
van de buurman groener als deze geen tuin heeft. Want alles gaat hem
gemakkelijk af, zo lijkt het, en hij heeft een mooiere auto, een leukere
vriendin, een betere baan. Kortom, genoeg gras om jaloers op te zijn. Vergelijken,
steeds maar weer vergelijken. Mensen vergelijken zichzelf of hun situatie graag
met anderen. Voer voor de sociale psychologie.
In april van dit jaar werden
opnieuw door de Akademie van Wetenschappen, de KNAW, een aantal hoogleraren
benoemd als Akademiehoogleraar. Dat houdt in dat ze vrijgesteld worden van
bestuurs- en commissietaken en zich voor een periode van vijf of tien jaar
volledig kunnen wijden aan het doen van onderzoek. Van de zes personen die dit
jaar werden voorgedragen en benoemd komt er één uit Groningen. Het is Bram
Buunk, hoogleraar sociale psychologie aan de Rijksuniversiteit van Groningen.
Hij is er blij mee. En anderen? ‘Mensen benijden me erom!’
Eén van de redenen waarom Buunk
werd benoemd betrof zijn bijdrage aan de theorie over de sociale vergelijking.
Mensen spiegelen zich graag aan anderen, het liefst aan mensen met wie we ons
verwant voelen. Of ook letterlijk: aan wie we verwant zijn. Zo blijkt dat
mensen voor hun bezoek aan de dokter hun klachten al voorgelegd hebben aan vrienden
of familie. Wat vind jij, zal ik even bij de huisarts langsgaan?
Niet alleen bij het maken van een
keuze of het bepalen van de ernst van klachten vergelijken mensen zich met
anderen. Ook wanneer het welbevinden wordt bedreigd, bijvoorbeeld bij kanker, kunnen
mensen zich confronteren met anderen. Wills zei dat mensen hun stemming kunnen
opkrikken door te kijken naar anderen die er slechter aan toe zijn dan zij
zelf. Dit wordt de neerwaartse vergelijking genoemd, in het engels downward
comparison.
Op het eerste gezicht lijkt dit
niet zo gek. Het zien van veel leed elders brengt mensen tot het besef dat ze
het zelf zo slecht nog niet hebben. Het omgekeerde geldt ook. Als je ziet dat
een ander het beter heeft (opwaartse vergelijking), maakt dat je jaloers en
minder tevreden. Zoals eens een verpleegkundige verzuchtte bij het krijgen van
zijn vakantiegeld: eerst ben ik blij met zoveel extra in een maand, maar als ik
dan bedenk hoeveel dat doktersechtpaar samen heeft gekregen, dan is het mooie
gevoel ineens weg.
En als er niemand in je omgeving
is met wie het slechter gaat? Wel, dan bedenk je zelf een situatie die slechter
is. Dat kan altijd wel. Je kunt je altijd wel iemand voorstellen die zieker is,
meer gehandicapt, minder verdient, beroerder werk heeft of een slechtere
relatie.
Kortom, het lijkt voor het gevoel
het beste om je vooral te spiegelen aan hen met wie het minder gaat.
Neerwaartse vergelijking lijkt beter dan opwaartse.
Lijkt beter. Want de bijdrage van
Buunk was dat hij liet zien dat mensen zich toch niet alleen vergelijken met
iemand met wie het slechter ervoor staat. Mensen kunnen zich ook beter voelen
door zich te spiegelen aan anderen met wie het beter gaat. Hoe kan dat?
Het is maar net waar je op let.
Wanneer mensen kijken naar anderen met wie het slechter gaat, benadrukken ze
het verschil, en dat helpt om je beter te voelen. Wanneer mensen kijken naar
anderen met wie het beter gaat, zoeken ze vooral de overeenkomst. Ze
identificeren zich met die ander, en trekken zich op aan de ander. Voorbeelden
nodigen uit tot navolging.
Succes of gedrag van een ander
kan stimulerend zijn. Collega’s kunnen Buunk benijden om zijn succes, maar het
kan ook aanmoedigen het eigen onderzoek met hernieuwd enthousiasme op te
pakken. En het strak gemaaide gazon van de buren kan prikkelen zelf de tuin ook
onder handen te nemen. Mogelijk wordt het eigen gras net zo groen als bij de
buren. Want het is mogelijk. En er is veel gras. Kijk maar even over de heg.