dinsdag 14 december 2004

Moeders lieve loeders

Moeders zijn loeders. Behalve dat dit lekker allitereert, roept het gemakkelijk gevoelens van instemming op. Uit eigen ervaring of uit de ervaring van anderen. Moeder die afwezig is juist als je haar nodig hebt, die nooit tevreden is en altijd kritisch, die steeds zelf in het middelpunt wil staan, die glorieert in haar klagen of in haar gedrag nog jonger wil zijn dan haar kleindochter. En wie zijn of haar eigen moeder niet herkent in deze typering ziet vast wel dat de gegeven omschrijvingen naadloos passen op de moeder van de partner, wat je in dit kader het schoonloeder zou kunnen noemen. ‘Moeders zijn loeders’ is de titel van een recent verschenen boekje. Met als ondertitel: over opvoedkundige rampen.

In dit boekje beschrijft klinisch psycholoog Jan Verhulst de moeizame en zeer ingrijpende relatie tussen moeders en hun kroost met behulp van acht typische moedersgedragingen. Er volgen beschrijvingen van de boze moeder, de hysterische, de chanterende en de verleidende moeder. Maar ook de afwezige moeder, de kind-moeder, de schoonmoeder en de boze stiefmoeder hebben hun plek gekregen. Volgens het persbericht is het boekje niet alleen geschikt voor probleemgevallen, maar iedereen met een moeder zal het de moeite waard vinden om te lezen.

De gedachte dat moeders een ravage aanrichten bij hun kinderen is niet nieuw, en veel mensen hebben ervaren dat deze gedachte werkelijkheid is. Dat therapeuten hier aandacht voor vragen is ook niet nieuw. Enkele historische voorbeelden en miskleunen. In de zeventiger jaren werd gezegd dat moeders van kinderen met psychotische problemen koude, kille moeders waren. Met dat gedrag stonden ze aan de wieg van de latere problematiek van hun schizofrene kroost.

Deze zogenoemde schizofrenogene moeders zorgden met hun gedrag voor het ontstaan van de psychotische klachten. Momenteel durft geen enkele behandelaar deze stelling aan, die veel leed heeft aangericht bij de ouders van kinderen met schizofrenie. In de ogen van velen nu waren de therapeuten van toen hier de loeders.

De rol van moeders kwam vaker ongenadig in de schijnwerpers. Het ontstaan van autisme (afstandelijke moeder) en borderline (verwaarlozende moeder) werd aanvankelijk vooral toegeschreven aan opvoedingsperikelen. En zeer recent promoveerde de klinisch psychologe Karoline Lehneke in Tilburg op een proefschrift waarin ze stelt dat een sterk symbiotische relatie tussen moeder en zoon gecombineerd met een afwezige of mishandelende vader een voedingsbodem bij uitstek is voor het ontstaan van zedendelinquentie.

Zijn dit nu de laatste oprispingen van een achterhaalde visie? We leven immers in een tijd waarin het menselijk genoom bijna volledig in kaart is gebracht. De huidige visie lijkt vooral te zijn dat alles gestuurd wordt vanuit de genen, waarbij uiteindelijk een soort van genetische manipulatie het antwoord zal worden op talloze ziektes. Binnen deze visie lijkt geen plaats meer voor omgevingsfactoren. Moeders zijn geen loeders of opvoeders, slechts toeschouwers die zorgvuldig passen op het weerbarstige genetisch materiaal wat gezin heet.

De houdbaarheidsdatum van deze gedachtegang kon wel eens dichterbij liggen dan gedacht. Het idee dat alles besloten ligt in de genen klinkt weinig aantrekkelijk en is wetenschappelijk niet verdedigbaar. In zijn inaugurele oratie in december 2002 bij de aanvaarding van zijn ambt als hoogleraar psychiatrische epidemiologie aan de universiteit van Maastricht hekelde Jim van Os de gedachte dat genetische kennis alleen verklarend kan zijn voor de verschijnselen in de werkelijkheid.

De blindheid die er was voor het belang van de genetische invloeden op ziekten moet niet ingeruild worden voor een blindheid voor de invloed van omgevingsfactoren. Het is de interactie die aandacht verdient, tussen genetische aanleg en bepaaldheid enerzijds en omgevingsinvloeden anderzijds. Aldus Jim van Os.

Moeders waren verantwoordelijk voor autisme, voor schizofrenie, voor borderline problematiek en voor zedendelinquenten. Kortom, de mensen die behandeling zochten in de psychiatrie of in de gevangenis zaten hadden dat aan moeder te danken. Moeders worden verantwoordelijk gesteld voor de slechte relaties die veel mensen hebben met hun moeder, en dat zijn allemaal mensen buiten de psychiatrie.

Sommige hulpverleners zagen moeders als verantwoordelijk voor ziektes. Anderen zien moeders over het hoofd als onbelangrijke figuranten in een genetische film die zich in de levens van hun kinderen ontrolt. Moeders zullen dit allemaal verdragen. Het lijkt wel of moeders voor alles verantwoordelijk zijn, ongetwijfeld ook voor het gedrag van alle gezonde volwassenen, die zien wat er aan moeder mankeert. Maar dat kunnen die loeders er nog wel bij hebben. Want het zijn haar eigen lieve loeders die het zeggen.