Ze toetst zijn nummer in
Ze kan nog steeds boos worden om
wat hij toen gezegd had. Er zijn jaren sindsdien verstreken, maar ze kan de gebeurtenissen
zich nog scherp voor de geest halen. Het was ook niet één keer, meerdere malen
had hij haar grof te kijk gezet, vaak waar anderen bij waren, en dat terwijl
zij zich vaak zo onzeker voelde. Toch had ze het er niet bij laten zitten en
hem klip en klaar gezegd dat ze zo niet behandeld wilde worden. Ze had van
iedereen steun gekregen, haar boosheid was ook voor anderen goed invoelbaar.
Niemand vond dat ze zich aangesteld had, wie zou zo behandeld willen worden. Ze
wilde hem nooit meer zien, haar broer had afgedaan.
De afgelopen twintig jaar heeft
ze hem niet gezien, op een vluchtig contact op een begrafenis na, en ze vindt
het goed zo. In het begin heeft ze nog wel geprobeerd het uit te praten, maar
dat was niet succesvol. Soms vragen vrienden naar haar broer, dan komen de oude
gevoelens boven. Ze merkt dat de mensen haar tegenwoordig minder lijken te
begrijpen. Maar zou je dan nu geen contact willen, mis je dat dan niet, is een
veelgehoorde vraag. Ze geeft dan resoluut antwoord: ik wil dat nooit meer, het
gebeurt niet.
Veel mensen ondervinden vaak nog
dagelijks de gevolgen van problemen uit hun verleden. Gevoelens van rouw of
rancune ten gevolge van verlies of kwetsing verstoren hun leven en vergallen
het plezier wat ze bij tijden kennen.
Mensen raken op allerlei wijzen
betrokken in verliessituaties, bijvoorbeeld ten gevolge van een overlijden, bij
verlies van werk of gezondheid. Maar ook bij het afscheid nemen van idealen of
onbereikbare verlangens steken gevoelens van verlies en teleurstelling, van
boosheid en onmacht de kop op. De realiteit van een verlies onder ogen zien en
de gevoelens ervaren die daarbij horen valt niet mee. En dus komt vermijden van
de realiteit van een verlies veelvuldig voor. Met als triest gevolg dat de pijn
blijft.
Wie verder wil zal het verlies
moeten aanvaarden. Acceptatie staat in een (gedragstherapeutische) behandeling
centraal. Confrontatie met de pijnlijke gevoelens heeft als doel om te komen
tot accepteren van de situatie na het verlies. Deze aanvaarding geeft uiteindelijk
ruimte om verder te gaan, te zien of er nieuwe mogelijkheden zijn. Boosheid en
verdriet moeten worden geuit, het onderdrukken van deze emoties werkt negatief
uit op iemands functioneren.
Een manier om zich te uiten is
het schrijven van een brief. De vrouw die door haar broer gekwetst was kreeg
als opdracht een brief te schrijven, gericht aan haar broer. Ze hoefde de brief
niet op te sturen. Wel moest het een echte brief worden waarin ze hem duidelijk
maakte hoe hij haar gekwetst had met zijn denigrerende opmerkingen. En ook wat
voor gevolgen dat voor haar had gehad. Hoe ze jarenlang op haar hoede geweest
was, bang als ze was om door anderen opnieuw gekwetst te worden.
Bij de opdracht hoorde dat ze op
vaste tijdstippen in de week aan haar brief moest werken, net zolang totdat ze
klaar was. Nadat ze begonnen was merkte de vrouw al na enkele weken dat haar
gedachten haar op dit punt minder in beslag namen. Alsof ze meer lucht kreeg.
Ze had gehuild, was gespannen en boos geweest. Maar nu was het eruit. Na
verloop van tijd kon ze schrijven dat ze verder wilde met haar leven. Ze had de
opdracht afgerond en was in staat haar leven op te pakken.
De rituele schrijfopdracht had
haar geholpen om de vermijding met de pijn op te geven, onder ogen te zien en
te verwoorden wat de gebeurtenissen met haar hadden gedaan. Ze had – letterlijk
– haar gevoelens van zich afgeschreven.
Wanneer ze nu aan haar broer
dacht werd ze niet langer boos. Ze vraagt zich af hoe het met hem gaat, en hoe
hij eruit zou zien. Ze ziet er tegenop om contact met hem te zoeken, maar merkt
ook dat de tegenzin om hem te ontmoeten verdwenen is. Misschien kan ze hem eens
opbellen. Ze toetst zijn nummer in.