Slaappillen als fastfood
Ik hoop maar dat ik vannacht kan
slapen. Met die gedachte doet Carla de televisie uit, en gaat de deuren controleren.
Ze ruimt nog wat op, het is al laat. Ze ziet er tegenop om naar bed te gaan. De
afgelopen nacht heeft ze lang liggen woelen, en dat was niet voor het eerst. De
laatste weken ligt ze vaak lange tijd klaarwakker in bed te draaien. Ze denkt
dan aan van alles, er gebeurt ook zoveel elke dag. En ja, af en toe telt ze
schaapjes. Maar daar kan ze haar gedachten niet goed bij houden. Misschien moet
ze morgen toch maar eens bij de huisarts langs.
Wanneer ze de volgende morgen bij
de huisarts op het spreekuur verschijnt, en deze haar verhaal heeft aangehoord,
is er een redelijke kans dat ze slaapmedicatie voorgeschreven krijgt. Uit
onderzoek blijkt dat bij meer dan de helft van de mensen bij wie slaapproblemen
zijn vastgesteld, medicatie wordt voorgeschreven. Prachtig dat deze pillen er
zijn. Jaarlijks worden heel wat recepten uitgeschreven, volgens van Putten in
de NRC gaat het om 10 miljoen recepten per jaar.
En dat, terwijl er betere
alternatieven zijn. Van Putten haalt een recent onderzoek aan waaruit blijkt
dat mensen die langer dan een half jaar klachten van slapeloosheid hebben,
beter af zijn met cognitieve gedragstherapie dan met pillen. Kern van de
therapie was het leren bijstellen van te hoog gespannen verwachtingen en
gedachten ten aanzien van slapen. Een slaapdagboek werd bijgehouden om te zien
wat de effecten waren. Het bleek dat de groep die deze therapie volgde, er meer
baat bij had, dan de groep die medicatie kreeg voorgeschreven. Bovendien
verdween bij deze laatste groep het effect van de pillen direct na het stoppen
met de pillen.
Je zou kunnen zeggen: slapen kun
je leren. En laat dat nou net de titel zijn van een Teleaccursus, samengesteld
door Ed Klip. Het bijbehorende cursusboek uit 1987 somt vier belangrijke
pijlers op om te werken aan een goede slaap. Een daarvan is controle over het
denken. Veel mensen met klachten van slapeloosheid ontwikkelen –
begrijpelijkerwijs – de nodige tegenzin om te gaan slapen. Deze tegenzin helpt
niet om te gaan slapen, integendeel. Vaak maakt het mensen extra gespannen, ze
stellen het naar bed gaan nog even uit, of gaan juist extreem vroeg op bed (dan
krijg ik in elk geval genoeg rust), met als gevolg dat ze opnieuw lang wakker
liggen.
Cognitieve gedragstherapie heeft betrekking
op het (leren) beïnvloeden van gedachten, en dan vooral negatieve, niet
helpende gedachten. Voorbeelden van dergelijke gedachten zijn: anderen slapen
direct in, als je niet kan slapen kun je je werk niet goed doen, ik lig vaak de
hele nacht wakker, etc. Dit laatste is eigenlijk nooit feitelijk het geval, de
meeste mensen die zeggen de hele nacht geen oog te hebben dicht gedaan hebben
vaak wel degelijk enige tijd geslapen. Een tweede pijler in de slaapcursus was
dan ook het zorgvuldig registreren van de slaap, de tijd van naar bed gaan, van
opstaan, de geschatte tijd van inslapen, het aantal keren dat men wakker werd,
etc.
Het onderzoek liet zien dat met
cognitieve gedragstherapie meer te bereiken viel dan met slaapmedicatie. De
slaapcursus gaf vergelijkbare informatie. Betekent dit nou een teruggang in het
gebruik van slaappillen? In het jaarverslag over 2003 geeft de Stichting
Farmaceutische Kengetallen aan dat het gebruik van benzodiazepines en daaraan
verwante overige slaapmedicatie met 1.1 % is toegenomen ten opzichte van het
jaar ervoor. Wie moet deze pillenstroom stoppen?
In één van de standaarden van het
Nederlands Huisartsen Genootschap, de wetenschappelijke vereniging van
huisartsen in Nederland, wordt aandacht besteed aan slaapproblemen en hoe te
handelen door de huisarts. Ook daarin wordt onder andere gewezen op de
mogelijkheid voor de huisarts om te verwijzen naar een slaapcursus waarin
gebruik gemaakt wordt van gedragstherapeutische technieken.
Hoe kan het dat het gebruik van
slaappillen nog steeds zeer hoog is en mogelijk nog toeneemt? Men kan denken
dat de huisartsen massaal in slaap zijn gevallen en deze kennis bij hen niet
bekend is. Een andere gedachte is dat mensen zelf vaak toch liever een pilletje
willen. Zelf klaar gemaakt en vers bereid eten is gezond, fastfood wel zo
gemakkelijk. Mogelijk verklaart dat de toename in het gebruik van
slaapmedicatie als fastsleep. Daar zal ik in bed nog eens over nadenken.