dinsdag 5 oktober 2004

Slaappillen als fastfood

Ik hoop maar dat ik vannacht kan slapen. Met die gedachte doet Carla de televisie uit, en gaat de deuren controleren. Ze ruimt nog wat op, het is al laat. Ze ziet er tegenop om naar bed te gaan. De afgelopen nacht heeft ze lang liggen woelen, en dat was niet voor het eerst. De laatste weken ligt ze vaak lange tijd klaarwakker in bed te draaien. Ze denkt dan aan van alles, er gebeurt ook zoveel elke dag. En ja, af en toe telt ze schaapjes. Maar daar kan ze haar gedachten niet goed bij houden. Misschien moet ze morgen toch maar eens bij de huisarts langs.

Wanneer ze de volgende morgen bij de huisarts op het spreekuur verschijnt, en deze haar verhaal heeft aangehoord, is er een redelijke kans dat ze slaapmedicatie voorgeschreven krijgt. Uit onderzoek blijkt dat bij meer dan de helft van de mensen bij wie slaapproblemen zijn vastgesteld, medicatie wordt voorgeschreven. Prachtig dat deze pillen er zijn. Jaarlijks worden heel wat recepten uitgeschreven, volgens van Putten in de NRC gaat het om 10 miljoen recepten per jaar.

En dat, terwijl er betere alternatieven zijn. Van Putten haalt een recent onderzoek aan waaruit blijkt dat mensen die langer dan een half jaar klachten van slapeloosheid hebben, beter af zijn met cognitieve gedragstherapie dan met pillen. Kern van de therapie was het leren bijstellen van te hoog gespannen verwachtingen en gedachten ten aanzien van slapen. Een slaapdagboek werd bijgehouden om te zien wat de effecten waren. Het bleek dat de groep die deze therapie volgde, er meer baat bij had, dan de groep die medicatie kreeg voorgeschreven. Bovendien verdween bij deze laatste groep het effect van de pillen direct na het stoppen met de pillen.

Je zou kunnen zeggen: slapen kun je leren. En laat dat nou net de titel zijn van een Teleaccursus, samengesteld door Ed Klip. Het bijbehorende cursusboek uit 1987 somt vier belangrijke pijlers op om te werken aan een goede slaap. Een daarvan is controle over het denken. Veel mensen met klachten van slapeloosheid ontwikkelen – begrijpelijkerwijs – de nodige tegenzin om te gaan slapen. Deze tegenzin helpt niet om te gaan slapen, integendeel. Vaak maakt het mensen extra gespannen, ze stellen het naar bed gaan nog even uit, of gaan juist extreem vroeg op bed (dan krijg ik in elk geval genoeg rust), met als gevolg dat ze opnieuw lang wakker liggen.

Cognitieve gedragstherapie heeft betrekking op het (leren) beïnvloeden van gedachten, en dan vooral negatieve, niet helpende gedachten. Voorbeelden van dergelijke gedachten zijn: anderen slapen direct in, als je niet kan slapen kun je je werk niet goed doen, ik lig vaak de hele nacht wakker, etc. Dit laatste is eigenlijk nooit feitelijk het geval, de meeste mensen die zeggen de hele nacht geen oog te hebben dicht gedaan hebben vaak wel degelijk enige tijd geslapen. Een tweede pijler in de slaapcursus was dan ook het zorgvuldig registreren van de slaap, de tijd van naar bed gaan, van opstaan, de geschatte tijd van inslapen, het aantal keren dat men wakker werd, etc.

Het onderzoek liet zien dat met cognitieve gedragstherapie meer te bereiken viel dan met slaapmedicatie. De slaapcursus gaf vergelijkbare informatie. Betekent dit nou een teruggang in het gebruik van slaappillen? In het jaarverslag over 2003 geeft de Stichting Farmaceutische Kengetallen aan dat het gebruik van benzodiazepines en daaraan verwante overige slaapmedicatie met 1.1 % is toegenomen ten opzichte van het jaar ervoor. Wie moet deze pillenstroom stoppen?

In één van de standaarden van het Nederlands Huisartsen Genootschap, de wetenschappelijke vereniging van huisartsen in Nederland, wordt aandacht besteed aan slaapproblemen en hoe te handelen door de huisarts. Ook daarin wordt onder andere gewezen op de mogelijkheid voor de huisarts om te verwijzen naar een slaapcursus waarin gebruik gemaakt wordt van gedragstherapeutische technieken.

Hoe kan het dat het gebruik van slaappillen nog steeds zeer hoog is en mogelijk nog toeneemt? Men kan denken dat de huisartsen massaal in slaap zijn gevallen en deze kennis bij hen niet bekend is. Een andere gedachte is dat mensen zelf vaak toch liever een pilletje willen. Zelf klaar gemaakt en vers bereid eten is gezond, fastfood wel zo gemakkelijk. Mogelijk verklaart dat de toename in het gebruik van slaapmedicatie als fastsleep. Daar zal ik in bed nog eens over nadenken.