dinsdag 24 maart 2004

Frontale aansturing

Dit had de titel van een informatief artikel over ontwikkelingen in de auto-industrie kunnen zijn. Bijvoorbeeld over een intelligente chip onder de motorkap die de bestuurder helpt zich veilig door het verkeer te bewegen. Zo las ik eens over sensoren die de afstand van een auto tot zijn voorganger in de gaten houden en zo nodig aanpassen, bijvoorbeeld door vermindering van de gasttoevoer. Dat is een mooie technische oplossing voor het bumperkleven, één van de grotere ergernissen in het verkeer.

In deze column gaat het ook over wat je zou kunnen noemen intelligente chips, maar dan die schakelingen die verscholen liggen onder ons schedeldak, in de hersenen. Het voorste deel van de hersenen wordt aangeduid met frontaalkwab en van hieruit worden allerlei zaken gereguleerd. En net als bij auto´s, een goede aansturing draagt bij aan een adequaat functioneren, ook in het sociale verkeer.

Een van de functies die uitgevoerd wordt door de frontaalkwab is de zelfregulatie. Het onderdrukken van een impuls, bijvoorbeeld om te snoepen, vraagt zelfbeheersing. In de cultuur van de ´bigMac`s’en ´kingsize´ etensporties lijkt bij veel Amerikanen de zelfbeheersing verdwenen. Een Amerikaans psycholoog, Roy Baumeister, schreef over een gebrek aan wilskracht bij zijn landgenoten. In zijn visie is wilskracht een schaars goed, wat gemakkelijk uitgeput raakt. Hij vergelijkt zelfbeheersing met een spier: deze moet getraind zijn om goed te functioneren en kan verzuurd raken bij te grote belasting.

In een onderzoek moesten proefpersonen een ingewikkelde puzzel oplossen. Voor hen op tafel stonden radijsjes en chocoladekoekjes. De ene groep kreeg de instructie alleen chocoladekoekjes te eten, de andere groep mocht slechts op radijsjes knabbelen. De groep die niet mocht snoepen van de koekjes verbruikte daarvoor zoveel mentale energie, dat ze eerder stopten met het maken van de puzzel. Op basis van dit en andere onderzoeken concludeerde Baumeister dat wilskracht uitgeput kan raken.

Je zou dus wilskracht moeten trainen. Bijvoorbeeld door te leren nee te zeggen tegen verleidingen. Of je wordt zuinig op de beperkte wilskracht. Wees slim en zorg dat je weinig mentale energie nodig hebt. Als chips niet in huis zijn, kom je `s avonds ook niet in de verleiding. Of koop radijsjes. Let op voldoende rust en slaap, dat kan je mentaal sterker maken. Veel mensen weten uit ervaring dat ze onder stress en vermoeidheid verleidingen moeilijker weerstaan.

Volgens Baumeister hinderen kortetermijngeneugten ons in het bereiken van lange termijn doelen. De vorig jaar tot hoogleraar benoemde Denise de Ridder ging in haar oratie de confrontatie aan met deze visie. Directe belangen zijn naar haar overtuiging niet slechts negatief te duiden, waarbij zelfregulatie deze moet onderdrukken. De wens om te snoepen is op zich niet negatief, maar moet gestuurd worden. Dat wil zeggen, er zal afwisselend aandacht besteed moeten worden aan directe behoeften en verre doelen. In deze visie gaat het niet om wilskracht, maar om de vaardigheid van het kunnen geven en verdelen van aandacht voor beide belangen.

Zij illustreert dit met een onderzoek bij vrouwen die zich zorgen maakten over hun gewicht en een dieet volgden. De ene groep kreeg glossy bladen over lekker eten, de andere groep informatie over gezond eten. Na afloop werd beide groepen een appel of een Twix aangeboden. Iedereen koos de appel, maar de groep die had mogen lezen over lekker eten, liet de Twix gemakkelijker liggen dan de andere groep. Door te lezen over lekker eten konden ze gemakkelijker hun dieet volhouden. De boog kan niet altijd gespannen zijn.

In de toespraak van De Ridder gaat het dus over het frontaal besturen van zowel kortetermijnbehoeften als langetermijndoelen. Je kennis verrijken met het luisteren naar zo`n oratie is goed. Na afloop van de oratie werden geen radijsje en tomatensap, maar wijn en lekkere hapjes gepresenteerd, en ook dat is goed. Zo hou je het vol.