dinsdag 9 september 2003

Zonder vertrouwen ben je alleen

Dat Albert Heijn op de kleintjes kleintjes let, vertrouwen steeds minder klanten. Zij halen hun boodschappen elders. De populariteit van Blair en Bush daalt, steeds minder kiezers hebben vertrouwen in hun oprechtheid en beleid. Pensioengerechtigde leeftijden worden mogelijk opgeschroefd, verworven sociale zekerheden verdampen in de droge zomer van 2003. Drie voorbeelden waarin vertrouwen lijkt op een beursbarometer, het kan alle kanten opgaan.

Is het raadzaam om niet alleen beleggen in te ruilen voor sparen, maar ook het vertrouwen aan de wilgen te hangen, en fundamenteel wantrouwend in het leven te gaan staan? Ze doen maar, je moet het toch altijd zelf opknappen, een ander zal heus niet voor je zorgen, je staat als het erop aankomt er alleen voor, zijn gedachten die passen bij een dergelijk basaal wantrouwen.

Wantrouwen is zo gek nog niet. Wanneer iemand zijn fiets op slot doet, zal dat door weinigen gezien worden als een gebrek aan vertrouwen. Als in een advertentie van een hypotheekverstrekker gouden bergen worden beloofd voor een appel en een ei, is enige achterdocht wel op zijn plaats. En wie zonder uitkijken oversteekt, wordt niet geprezen om zijn vertrouwen maar gewaarschuwd om zijn onvoorzichtigheid. Niet iedereen heeft het beste met je voor of is bedacht op jouw welzijn en dus is soms een gezond wantrouwen noodzakelijk.

Afgelopen week was in het nieuws dat Jaap met Collin sprak en Jan Peter het bureau van George bekeek. Deze politieke trend tot familialisering is onbekend in de psychologie, waar de groten bij hun achternaam worden genoemd en de voornaam van Freud slechts bekend is van een strip. Maar trends zijn als een virus, je wordt er zo maar mee besmet. Om ook de psychologie dichter bij te brengen introduceer ik hier graag Erik en John, twee grote (voor)namen in verband met vertrouwen.

Erik Erikson zag vertrouwen als de eerste en belangrijkste component van een gezonde persoonlijkheid. Hij definieerde vertrouwen als de verwachting van iemand dat aan zijn behoeften tegemoet gekomen wordt, dat je kan vertrouwen op ‘providers’. In het pre-internet tijdperk doelde Erik niet op leveranciers van informatie, maar op ouders of verzorgers.

De basis voor dit vertrouwen wordt gelegd in het eerste levensjaar, door de ervaring van de baby dat zijn behoeften van eten en drinken worden vervuld, ja zelfs meer dan dat. Een zorgzame moeder of vader (provider) heeft ook oog voor de andere zintuigen van het kind, en zal behalve voeding ook aandacht, zorg en warmte geven. Met dit vertrouwenwekkende gedrag van de ouder wordt bij het kind de basis gelegd voor het op een positieve wijze in het leven staan op volwassen leeftijd.

Ook John Bowlby gaf aandacht aan dat eerste levensjaar door het begrip hechting te introduceren. Hechting is het vertrouwen in de aanwezigheid, aandacht en zorg van de moeder. Vertrouwen geeft rust, en vormt daarmee een uitvalsbasis voor het ontdekken en betreden van de wereld. Wie geleerd heeft zich te hechten en zich daar veilig in te voelen, wie ervaren heeft dat in basale behoeften werd voorzien, zal opener in het leven staan. Zeker voor vertrouwen geldt: jong geleerd, oud gedaan, zo ontdekte John.

Maar niet bij iedereen gaat het even goed. Als de ouder geen eten, zorg en aandacht geeft passend bij het kleine kind, leert een kind dat anderen niet geven wat je nodig hebt, niet zorgzaam zijn. Dat kan leiden tot depressieve of wantrouwende gevoelens, die diep verankerd zijn. Soms staan mensen structureel wantrouwend in het leven, zoals bij mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis of waanstoornis.

Soms raakt eenmaal geleerd vertrouwen beschadigd, zoals bij mishandeling of seksueel misbruik, met als gevolg dat vertrouwen noodgedwongen wordt ingeruild voor alertheid en op je hoede zijn. In medicamenteuze behandelingen of psychotherapieën zal vaak langdurig en intensief gewerkt moeten worden aan herstel van geschonden of niet geleerd vertrouwen.

Ook in mindere mate kan achterdocht ons hinderen. Want wantrouwen staat (leren) vertrouwen in de weg. Wantrouwen is als een bril waardoor we de werkelijkheid als vijandig of niet betrouwbaar waarnemen. Wie zich aanwent te letten op wat niet goed is, zal zichzelf bevestigd zien in zijn niet-vertrouwen van de ander, omdat een ander niet altijd alleen goed is.

Bij wantrouwen passen negatieve gevoelens als boosheid, angst, somberheid en eenzaamheid. Wie opnieuw vertrouwen leert geven en vertrouwen krijgt, zal zeggen: vertrouwen, de mooiste tijd uit mijn leven. Want vertrouwen geeft positieve gevoelens en heft eenzaamheid op. En zeg nu zelf: wie wil alleen zijn?