Vakantie, altijd goed
Zo, de laatste column voor het
zomerreces. De een gaat nog op reis, de ander is net terug van vakantie, de derde
gaat dit jaar niet, weer een ander gaat nooit, maakt allemaal niet uit, het is
vakantietijd. En dat betekent dat vakantie in de lucht hangt, dag in dag uit,
er wordt over niets anders meer gesproken. Vakantieperikelen zijn het hele jaar
een vertrouwd en geliefd gespreksonderwerp, maar er zijn piektijden. De
zomerperiode is zo’n tijd, waarin het vakantiefenomeen wekenlang op nummer één
staat als thema van de week.
Niet alle rustmomenten staan zo
in het centrum van de belangstelling. De veel voorkomende klachten van burn-out
zijn vaak het gevolg van (te) hard werken in combinatie met te weinig momenten
van ontspanning. Een belangrijke behandelstrategie bij dergelijke klachten is
het leren van timemanagement, met als doel anders omgaan met taken en verantwoordelijkheden,
waarbij inspanning afgewisseld wordt met ontspanning.
Eerherstel voor de pauze als
rustmoment. Voor de workaholic zet dit patroon zich ook na de werkdag voort.
Hij heeft geen tijd om zich te ontspannen en ziet slaap als een niet manipuleerbaar
genetisch defect. Het is een tunnelvisie op het leven, met slechts oog voor
alles wat werk heet. Voor de werkverslaafde is het van belang dat slapen en
ontspannen weer hun eigen tijd en ruimte krijgen en de blik op de werkelijkheid
wordt verbreed.
We kennen ook de onderbrekingen
van een dag of langer. Het weekend is voor veel mensen de natuurlijke
onderbreking van school of werk. Soms zijn werk- en rusttijden wettelijk of
middels een CAO geregeld. Maar ook wanneer er geen formele regels zijn wordt het
belang van rust nog wel onderkend.
Om die reden worden bij
meerdaagse sportevenementen vaak rustdagen in het programma ingelast om
deelnemers te laten herstellen van de extreme lichamelijke inspanningen.
Overigens is het begrip rustdag zo oud als de bijbel. Daarin staat dat God rust
nam na in zes dagen het universum, met alles erop en eraan, te hebben gemaakt,
een bovenmenselijk karwei.
Pauzes, ontspanning na het werk,
slaap, weekend en rustdagen, en dan nog de vakantie. Of beter, vakanties, want
veel Nederlanders gaan vaker dan eenmaal per jaar op reis. Sommigen zien een
periode van werken als de noodzakelijke horde op weg naar een volgende
vakantie. Anderen verzuchten: ik zal blij zijn als de vakantie om is en zien
schoolgaan en werken juist als de manier om de vermoeidheid en stress van
ontregelende vakanties weer achter zich te kunnen laten. Zo wisselen werk en
vakantie elkaar af, meerdere malen per jaar.
In de zomervakantie gaan
miljoenen Nederlanders op reis, om zich te ontspannen, om natuurschoon of
cultureel erfgoed te bekijken, om even iets heel anders te doen, zoals lekker
luieren of actief zijn. Maar het vieren van vakantie kent ook andere kanten.
Vooraf moeten heel wat keuzes worden gemaakt: waar gaan we dit jaar naar toe,
hoe lang, wat mag het kosten. Er is inpakstress, de reis wordt een
monstertocht, vanwege afstand, files, kindergejengel of een slecht kaartlezende
partner. Camping of appartement vallen tegen, boeken gaan ongelezen mee terug,
heimwee steekt de kop op.
Een oude uitdrukking zegt: wie
verre reizen maakt, kan veel verhalen. Hoe het ook gaat, vakantie, reizen, de
belevenissen onderweg, het zijn geliefde gespreksonderwerpen, zowel bij het
leggen van contact met anderen als bij het onderhouden ervan. Daarbij is het
interessant om te zien dat de wijze van vakantie houden veel zegt over iemand.
Net zoals een hond lijkt op zijn baas. Zeg me wat je afgelopen jaren in de
vakantie hebt gedaan en ik zal zeggen wie je bent. En blijkens deze column is
het praten over vakanties ook voer voor psychologen.
Veel mensen hebben de afgelopen
tijd verzucht dat ze hard aan vakantie toe zijn. In een laatste eindspurt wordt
werk afgerond en alles voor vertrek in gereedheid gebracht. Maar dan is het zover,
de vakantie staat voor de deur. Het wordt prachtig!
En als het tegenvalt? Dan komt
vanzelf het moment dat de scholen weer opengaan, het werk weer begint. En de
stress die bij werk hoort. Vroeg opstaan, collega’s die vragen naar de
vakantie, werkdruk, etc.
Houdt het nooit op? Nee, er is
altijd wel wat loos. En dat is helemaal niet erg. Gedoe is niet erg, als het
maar niet steeds hetzelfde gedoe is. Bij RSI ontwikkelen mensen klachten
tengevolge van de herhaalde belasting van het bewegingsapparaat. Ik denk dat
het principe ook geldt bij psychische belasting. Dagelijks gevangen zitten in
dezelfde stress geeft meer kans op klachten dan het aanpakken van een nieuw
probleem. Dus: Op naar de vakantie, met zo nodig stress, dat is altijd nog
beter dan doormodderen in het gedoe dat werken heet.