dinsdag 3 juni 2003

Het beperkte leven van de narcis

Toen het doosje met lucifers op de grond viel riep de tweeling John en Michael tegelijk ‘111’. Na enig telwerk stelde Oliver Sacks vast dat het aantal klopte. De twee broers mompelden ook nog om beurten drie keer het getal 37, waaruit het getal 111 is samengesteld. De in New York woonachtige neuroloog Sacks stelde vast dat 37 een priemgetal is en kwam bij nader onderzoek erachter dat John en Michael priemgetallen, zelfs groter dan een biljard, herkenden op een directe wijze zonder rekenen. Priemgetallen zijn getallen die slechts deelbaar zijn door zichzelf en door 1. Hij bewonderde en genoot van deze autistische tweeling, en beleefde met hen plezier aan deze unieke getallen.

Een zeer speciaal duo, maar ook van de onooglijke Dik Trom werd gezegd dat hij bijzonder was. Ach, in zekere zin zijn alle mensen uniek. Sommige mensen worstelen echter met zichzelf, ze zouden wat meer op een ander willen lijken. Uniek zijn in de zin van jezelf zijn wordt dan niet beleefd als de ideale situatie, maar er is juist een sterk verlangen te lijken op de ander, een collega, vriend, held of voorbeeld. Ze zijn niet tevreden met zichzelf.

Zelfwaardering heeft te maken met zelfvertrouwen, met veilig voelen. Bij een positieve zelfwaardering horen gevoelens als zelfrespect en welbevinden, bij een negatieve zelfbeeld domineren gevoelens van leegte en waardeloosheid. Zelfbeeld is de naam voor het idee wat iemand van zijn eigen persoonlijkheid heeft. Dat zelfbeeld heeft te maken met objectieve feiten (kleur van haar, lichaamsbouw, etc.), maar ook met hoe we deze kenmerken waarderen.

Ouders zijn vaak de eersten die zeggen wat ze van ons en onze eigenschappen vinden. Vader Trom zei over zijn zoon Dik: ‘t is een bijzonder kind, en dat is-ie. Wie geleerd werd zichzelf te waarderen, kan later ook weer anderen waarderen en daarom kon Dik Trom zich, eenmaal vader geworden, trots uiten over zijn zoon Jan.

Maar ook omgekeerd: wie steeds uitgescholden of gepest wordt, genegeerd of gekleineerd wordt, kan gemakkelijk een negatief gekleurd zelfbeeld ontwikkelen. Je kunt niet alles zeggen. Goede voeding is meer dan goed eten. Als je liefde voor jezelf niet met de paplepel ingegoten krijgt ontstaan gemakkelijk vergroeiingen.  Het is niet meer dan logisch, dat zij die van hun ouders geleerd hebben zichzelf als niet-waardevol te zien, eenmaal volleerd zichzelf als waardeloos zullen beleven. Daarbij vrolijk blijven is een welhaast onmenselijke opgave, bij een dergelijk beschadigd zelfbeeld liggen depressies op de loer.

Soms komen we mensen tegen die blijkbaar veel waardering thuis hebben gehad. Een beetje teveel misschien. Want deze mensen vinden zichzelf wel heel geweldig, praten graag en veel over zichzelf praten, staan altijd in het middelpunt van de belangstelling en hebben vaak weinig oog voor anderen. Het ogenschijnlijk enorm met zichzelf getroffen hebben is bij deze mensen vaak meer wens dan werkelijkheid. Ze zijn door hun gedrag juist vaak op zoek naar het applaus en de bewondering van anderen. Ook aan de basis van dit narcistische gedrag ligt vaak een beschadigd zelfgevoel.

Waardering gaat vooraf aan zelfwaardering. Waardering door ouders vormt de basis van een gezond narcisme, een liefde voor onszelf en onze mogelijkheden. Waardering en aandacht van anderen zijn ook voor volwassenen onderling van belang. In de hulpverlening, en ook daarbuiten, wordt wel eens gezegd dat iemand wel heel veel aandacht vraagt, wat als negatief beleefd wordt.

Nu is veel aandacht vragen soms een forse belasting, zeker als je bedenkt dat het vaak niet zo gemakkelijk is te achterhalen wat de ander denkt, voelt of wil. Maar vaak zit achter dit aandacht vragen een verstoord zelfgevoel, en is het juist van belang om op een goede manier daar aandacht voor te hebben. En als wij niet beschadigd zijn in ons zelfgevoel moet dat te doen zijn.

Want een goed zelfgevoel heeft ruimte voor een ander. Maar wie alleen oog heeft voor zichzelf, ziet de ander niet staan, maakt geen contact met anderen. Wat uiteindelijk overblijft is een bestaan waarin slechts ruimte is voor één, een bestaan als een plant.

Zo verging het Narcissus. Deze uitermate knappe jongeman wees de liefde van de mooie Echo af, en van alle anderen die wat met hem wilden. Toen hij bij een vijver zich voorover boog en in het wateroppervlak zijn gelaat rimpelloos weerspiegeld zag, werd hij terstond verliefd op deze knappe jongen. Hij weigerde zijn geliefde te verlaten en stierf daar met alleen oog voor zichzelf. Op die plek aan de waterkant kwam een narcis op, met haar gericht naar het wateroppervlak.