Zomertijd en de biologische klok
Ruim een week na het ingaan van
de zomertijd zullen de meeste klokken wel goed zijn ingesteld. In ons huishouden
paste de radiografisch gestuurde wekker zich vanzelf als eerste aan, midden in
de nacht, precies op het juiste moment. Bij het opstarten van de computer op
maandag werd in een klein scherm gevraagd te bevestigen of de zomertijd correct
was ingesteld. Ook de videorecorder ontving via de kabel zijn signaal dat een
andere tijdsaanduiding voor enkele maanden gewenst is.
Niet alles ging automatisch. De
digitale klokjes in auto en magnetron moesten handmatig verzet worden, net als
enkele andere klokken en horloges. Alle klokken lopen nu weer goed, althans
bijna alle. Want zoals zo vaak worden kleintjes gemakkelijk letterlijk over het
hoofd gezien. In ons hoofd neemt het biologische klokje niet veel ruimte in,
maar de werking is er niet minder om. Wordt deze klok ook aangepast aan de
zomertijd, en gaat dat automatisch?
In de hypothalamus vlak boven de
plaats waar de linkeroogzenuw de rechter kruist is het groepje hersencellen te
vinden wat wordt aangeduid met supra chiasmatische nucleus (SCN), de biologische
klok. Want vanuit dit deel van de hersenen wordt een aantal circadiane ritmes
in stand gehouden. Deze ritmes met ongeveer (=circa) de lengte van een dag
(=dia) zorgen voor een adequate aansturing van voeding, slapen, temperatuur en
de afgifte van hormonen. De biologische klok zou je kunnen vergelijken met een
pacemaker die onafhankelijk van invloeden van buitenaf een ritme heeft van ruim
vierentwintig uur, wat overeenkomt met iets meer dan een volledig etmaal.
Om overdag goed te functioneren
hebben mensen tussen de zeven en negen uur slaap nodig. Om ’s nachts goed te
kunnen slapen is het nodig om overdag lang genoeg wakker en actief te zijn,
waardoor slaapschuld wordt opgebouwd en de behoefte aan slaap groter wordt.
En laten we ons geen zand in de
ogen strooien door Klaas Vaak: het is de biologische klok die de pijnappelklier
aanstuurt, die op zijn beurt zorg draagt voor de afgifte van het hormoon
melatonine. En daar kan je lekker op slapen. Op de juiste tijd afgegeven draagt
dit hormoon bij aan een kwalitatief goede slaap op het juiste moment.
Zoals gezegd heeft de biologische
klok een eigen ritme, dit is alleen iets langer dan een dag. Betekent dit dat
we eigenlijk elke dag iets later naar bed moeten? Opgroeiende kinderen zullen
dit mogelijk een aantrekkelijke gedachte vinden, hardwerkende volwassenen
zullen het niet lang volhouden.
Er is een aantal manieren waarop
de biologische klok toch synchroon blijft lopen met al die andere klokken. In
de eerste plaats is daglicht van invloed op de instelling van de klok. En in de
tweede plaats helpt een vast ritme van opstaan, eten, werken, en naar bed gaan
om de klok goed ingesteld te houden.
Wanneer iemand met het vliegtuig
op vakantie gaat en daarbij enkele tijdzones passeert gaat de biologische klok
uit de pas lopen. Het gevolg is jetlag, waarbij soms midden overdag een sterk
gevoel van slaap ontstaat, of ‘s nachts een fors honger gevoel.
Ook wanneer iemand
nachtdienstendiensten draait zal dit effect hebben op het slapen. De biologische
klok wordt dan nog steeds gestuurd door het daglicht, terwijl de verschuiving
van activiteiten en maaltijden ten gevolge van het ’s nachts werken juist
aanstuurt op een verschuiving in de klokinstelling.
Wat betekent dit alles nu voor de
zomertijd? Het zal duidelijk zijn dat de biologische klok aangepast moest
worden aan de nieuwe tijdsaanduiding. Omdat het hele gedragspatroon verschuift
zal dit invloed hebben op de klok. Alleen niet direct. Er gaan meerdere dagen
overheen om de klok goed ingesteld te krijgen.
Eén keer voor dag en dauw opstaan
om te vissen zal de klok niet direct ontregelen. Nu er meer dan een werkweek
voorbij is, zal voor de meeste mensen de klok nu wel goed ingesteld staan. Dat
instellen ging niet radiografisch, niet via de kabel, niet met de hand, maar
biologisch. Eigenlijk heel logisch.