dinsdag 11 maart 2003

Geen dag zonder schema

De getallen 34, 36, 38, 40 zijn eenvoudiger te onthouden dan de rij 61, 23, 37, 19. Reden hiervoor is dat de eerste serie direct te herkennen is als een reeks even getallen van 34 tot en met 40, terwijl de tweede reeks een dergelijke ordening mist. Het ordenen van de werkelijkheid helpt bij eenvoudige geheugentaken, maar ook om te bepalen welk gedrag verwacht wordt in meer complexe situaties.

Het ordenen van de werkelijkheid doen we aan de hand van schema’s. Een schema is een set samenhangende en geordende verwachtingen over een bepaalde situatie. Enkele voorbeelden. Als ’s avonds in het restaurant de ober bij het tafeltje komt staan is te verwachten dat hij de bestelling wil opnemen. Als dezelfde ober de volgende morgen naast u komt staan bij de broodafdeling in de supermarkt is dat ongetwijfeld niet om te bedienen.

Een bezoek aan de dokter activeert een ander schema dan de visite van de schoonouders. Een script beschrijft wat we verwachten van anderen, maar ook van onszelf.

Belangrijk is het juiste schema te kiezen. Het laat zich raden wat er gebeurt wanneer een niet passen script wordt gekozen. Bijvoorbeeld als u bij de dokter voor- en hoofdgerecht gaat bestellen. Ook als u in de supermarkt op hulp van de ober rekent, voelt u de situatie niet goed aan. Als politie in burger een fietser op een wandelpromenade wil staande houden levert dit zomaar verwarring op en doorfietsen.

Schema’s zijn ook persoonsgebonden. Wanneer de tweede reeks getallen precies overeenkwam met bijvoorbeeld het nummer van uw mobiele telefoon leverde het onthouden geen enkel probleem op.

Naast de genoemde scripts zijn er de meer basale levensschema’s, die zich ontwikkelen in de kindertijd in reactie op het gedrag van de ouders. Twee voorbeelden. Iemand die het gevoel heeft zich altijd te moeten verdedigen heeft mogelijk sterk kritische ouders gehad. En bij iemand die zich heel afhankelijk en onzeker voelt hebben over het algemeen de ouders te weinig gestimuleerd om te vertrouwen op eigen mogelijkheden. Ligt alles aan de ouders? Zeker niet.

De houding van de ouders wordt mee bepaald door wat ze in het gedrag van hun kinderen zien. Een in aanleg onzeker kind roept gemakkelijk een beschermend gedrag van de ouders op. Dat is goed. Maar een extreem overbeschermende houding kan leiden tot het versterken van het in aanleg aanwezige afhankelijk-en-onzeker schema bij het kind.

Zo’n schema heeft neiging zichzelf in stand te houden. Immers, iemand met een afhankelijk-en-onzeker schema gaat situaties mijden waarin het schema geactiveerd kan worden. Of juist precies het tegenovergestelde doen: alles zelf willen doen, ook wanneer dit onhandig is, om maar te voorkomen dat je je afhankelijk voelt.

Als je bij jezelf een negatief schema vermoedt, wat kun je daaraan doen? Een vijfstappenplan van Jeffrey Young kan helpen om te veranderen. De eerste stap is het herkennen en onder woorden brengen van een schema. Dan zul je zien dat die situatie en de bijbehorende gevoelens en gedragingen vaak terugkomen in je leven. De tweede stap houdt in dat je je afvraagt wat er tegen pleit om het patroon te doorbreken.

Wanneer je voldoende motivatie gevonden hebt om door te gaan, ben je toe aan de derde stap. Deze bestaat uit zowel het toelaten van de boosheid op de veroorzakers van dat schema alsook het realiseren wat je eigen behoeftes zijn. De vierde stap is om het gewenste nieuwe gedrag in kleine stukjes op te delen, en dan stapje voor stapje proberen je doel te bereiken. Ten slotte, voor wie dat kan, is de vijfde en laatste stap het vergeven van hen die het schema in gang gezet hebben.