dinsdag 19 november 2002

Ergernis

Toen we op het schoolplein arriveerden zag ik het ineens. Zijn schoen zat onder de poep, of beter, de derrie zat onder zijn schoen. Over enkele minuten zou de bel gaan, de viezigheid zich verspreiden door de gangen, het lokaal binnen dringen en zou de darminhoud van de onbekende hond (wat zou de hond eigenlijk gegeten hebben?) in kleine porties zich uitsmeren op alles waarop onze ondernemende Bas bereid was zijn voet te zetten. Smetvrees heb ik niet, wel een levendige fantasie. Snel handelen was geboden, graspollen waren bij de hand en met een serie stevige veegbewegingen met zijn voet werd een andere bestemming gevonden voor de argeloos opgelopen hondenpoep. Maar de ergernis was niet uit mijn hoofd.

Terwijl ik het plein verliet op weg naar huis begon ik me meer en meer kwaad te maken op die vieze hond. Waarom poepen die beesten toch zoveel, en waarom stinkt het zo? Het ergert me mateloos dat het zo moeilijk te verwijderen is, schoenzolen zijn er eenvoudig niet op berekend. Het gaat zitten in de vrije ruimte tussen de profielen en is daar nauwelijks weg te krijgen. Goed opgeborgen is het daar niet, want op ongewenste momenten blijkt het zich af te zetten op alles wat je schoon zou willen houden. Als kind liep ik wel eens in een hoop, waarna menig stoeprandje voorzien werd van bescheiden plakjes hiervan. Eenmaal thuisgekomen bleek deze kaasschaafmethode altijd onvoldoende om de vloerbedekking en het kritische oog van moeder met rust te laten. Het is en blijft vies.

Waarom letten de bazen niet beter op? Geleidelijk begon tot me door te dringen dat de meeste honden een baas achter zich hebben staan, die hier toch zeker als verantwoordelijke zou mogen worden aangesproken. Nu is het met dit management van hondenbezitters vaak even droevig gesteld als met managers in organisaties: het zijn geen goede bazen. Binnen bedrijven worden leidinggevenden geschoold in outputmanagement en gaan ze op cursus om een coachende leiderschapsstijl te ontwikkelen. Dergelijke cursussen zijn vaak slechts een bevestiging voor goede bazen, slechte bazen steken er niets van op. Tot mijn grote ergernis stel ik vast dat het dus ook geen zin heeft om hondeneigenaren verplicht naar een dergelijke outputmanagementcursus te sturen. De goeden leren niets bij, de slechteriken niets af.

Waarom doet de overheid niks? Overal moeten bordjes komen waarop verbodsbepalingen staan vermeld met strenge straffen, veel strengere straffen, op het laten bevuilen van de publieke ruimte door je huisdier. De gemeente Leeuwarden heeft her en der speciale afvalbakken geplaatst waarin hondenkeutels moeten worden gedeponeerd. Maar slechts enkele honden hebben de juiste maat om zelfstandig van deze containers gebruik te maken en de met schepjes gewapende hondenbezitters begrijpen de bordjes niet en gebruiken bij ons in de buurt het van Harinxmakanaal als dumpplaats. Ik kan me kapot ergeren aan het gedoogbeleid van de overheid, die niet optreedt en het watermanagement aan de kroonprins overlaat.

Ik ben bijna thuis. Onderweg had ik scherp opgelet maar had nergens de platgetrapte resten van de boosdoener gevonden. Ik wil de zaak laten rusten, maar merk hoe de ergernis in me was gaan huizen. Ik had me geërgerd aan de hond, aan de hondenbezitters, de gemeente, aan ieder ander die hier niks aan deed. Onze hersenschors heeft sterk geplooide vormen, waar ergernis en woede zomaar schuilplaatsen kunnen vinden, soms voor even, soms voor jaren, als we er niks aan doen. Tot we ze aanpakken. Ergernis kan je zien als een agenda: ze geeft aan dat je in actie moet komen. Want als we zaken die ons ergeren niet zelf aanpakken, blijven ze ons en anderen lastig vallen. Daarom is het belangrijk dat je wanneer je ergernis bij jezelf opmerkt probeert hier wat aan te doen. Dan kan je het afronden en loslaten en wordt het weer schoon in je hoofd. Mijn vrouw is praktisch en weet hoe dat moet. Ze boent zo’n schoen goed schoon met water. Dan kan zij verder. Ik ga maar bij haar op cursus.